Column van Kees de Bakker over 'Naar Zachtheid en een warm omhelzen' van Adriaan van Dis
Deze column verscheen op 25 augustus 2023 in het Bergens Nieuwsblad
Deze week verschijnt de nieuwe roman van Adriaan van Dis ‘Naar Zachtheid en een warm omhelzen’. Adriaan werd in 1946 geboren aan de Breelaan in Bergen te midden van halfzussen en ouders met een Indische (oorlogs)geschiedenis. En zat op de kleuterschool in Bergen aan Zee (het gebouw dat we herkennen op het omslag van ‘Indische duinen’ – over een in Nederland geboren zoon van een Indische familie die wordt opgevoed in de sfeer van verborgen leed. Hij debuteerde in 1983 met de novelle ‘Nathan Sid’ waarvoor hij het Gouden Ezelsoor ontving. Daarna bouwde hij een oeuvre op. Met hoogtepunten zoals ‘Indische duinen’ waarvoor hij de Gouden Uil in 1995 kreeg en de Trouw Publieksprijs en genomineerd werd voor de Libris Literatuur Prijs. Die prijs won hij uiteindelijk in 2015 voor zijn roman ‘Ik kom terug’, in datzelfde jaar werd zijn hele proza bekroond met de Constantijn Huygens prijs.
Na het productieve jaar 2021 met in het voorjaar de roman KliFi – Woede in de Republiek Nederland en in het najaar met de bundel ‘Vijf vrolijke verhalen’, waarin het verhaal ‘Vlagduin Bergen aan Zee een hoofdrol speelt. In 2022 werd hij eredoctor aan de Radboud Universiteit voor zijn verdienste voor het leren van talen en culturen. Dit weekend sprak ik Adriaan over zijn nieuwe boek.
Vergeten hoofdstuk
In ‘Naar zachtheid en een warm omhelzen’, citaat van Adriaan ‘Jany’ Roland Holst, beschrijft Adriaan van Dis een vergeten hoofdstuk uit zijn biografische romans. Hij laat zien wat het zegt over het verleden in de reconstructie van het leven van Ommie, de dienstmeid van zijn grootvader waar de negenjarige jongen een hechte band mee opbouwde, en een ingrijpende zomer. ’Na het overlijden van mijn moeders moeder in het kraambed voedde de huishoudster de twee halfverweesde kinderen op. Zij overlaadde mij met liefde. En toch wist ik niets van haar. Nu wel. Door haar levend te schrijven.’
Hoe persoonlijk is het boek geworden, vraag ik Adriaan. Hij vertelt: ‘Het is een persoonlijke verkenning van angst en hunkering naar genegenheid. Niet alleen in het verleden, maar ook in het nu. De oorlogen van nu, het buitensluiten en in hokjes stoppen van nu wordt ook verkend. Vroeger bestond dat ook al. Het heden zit vol verleden.’
Het boek is tintelend, waaruit blijkt dat? Adriaan van Dis: ‘De stijl tintelt, zeggen de meelezers. De hele roman is een vrolijke taaloefening.’ En het is ontroerend, zo omschreef een advertentie van de uitgever Atlas Contact die het boek uitbrengt onder het imprint Augustus: ‘De huishoudster die ik Ommie noem, is zo wijs en grappig dat ze lezers harten verovert én ontroert.’
Bergen
Heeft het nieuwe boek nog raakvlakken met Bergen? Adriaan van Dis: ‘Ja, een op de achtergrond. De duinen en de zee ruisen op de achtergrond.’ Hoe het met zijn gezondheid is? ‘Wij dansen om het graf.’
Zal hij zijn geboorteplaats Bergen bezoeken om te signeren bij Karien Hilbers en Thomas Swinkels van de Eerste Bergensche Boekhandel? ‘Uiteraard,’ bevestigt hij. ’Ivan Borghstijn interviewt mij 25 oktober in de Ruïnekerk, waar ik mijn boek graag zal signeren, de Eerste Bergensche Boekhandel is er aanwezig met een boekenstand.’
Kees de Bakker