Column van Kees de Bakker over 'Adriaan van Dis - De kolonie mept terug'
Deze column verscheen op 11 januari 2024 in het Bergens Nieuwsblad
De kolonie mept terug – Over witte arrogantie en voortschrijdend inzicht, het nieuwe boek van Adriaan van Dis, is een ‘lees- en denkervaring die Adriaan aanspoorde om anders naar deze tijd te kijken’. Zoveel mensen gedwongen verplaatst, westerse expansiedrift en de verdeel- en heerspolitiek is nog niet geluwd, zie Oekraïne en Ghaza. Maar de mensen die ooit woonden in de voormalige kolonies, zoals Nederlands-Indië, dragen dat verleden ook met zich mee. De nazaten van juist die gekoloniseerden verheffen hun stem nu. Adriaan van Dis, een van hen, geboren in een Indisch milieu, volgt al jaren het postkoloniale debat in binnen- en buitenland. Hij is daarbij geïnspireerd door Rudy Kousbroek (1929-2010). Volgens hem een van de origineelste essayisten van ons taalgebied: ‘Niemand schreef met zoveel hartstocht en verontwaardiging over de koloniale erfenis, de Japanse bezetting en verwerking van het verlies van Nederlands-Indië.’
In 1992 werden al zijn artikelen over dit onderwerp bijeengebracht in Het Oostindisch kampsyndroom. Een belangwekkend boek dat voor veel onrust onder oud-Indiëgangers zorgde. Hij schreef daarin ook over zijn bewondering voor schrijfster Madelon Székely-Lulofs en haar roman Rubber. Voor Van Dis was het ‘een bevrijdende les in voortschrijdend inzicht en inspiratiebron voor De kolonie mept terug’. Tijd voor een paar vragen aan de schrijver (Bergen, 1946) over het nieuwe boek, dat 17 januari bij Atlas Contact verschijnt.
Scholier
Had Adriaan alle stukken van Kousbroek al gelezen voordat hij ze bijeenbracht in 1992? Adriaan: ‘Ja, ik las Kousbroek al in NRC Handelsblad en daarvoor ook in het Algemeen Handelsblad. Als scholier bewonderde ik zijn onafhankelijke blik. Hij hielp mij afstand te nemen van het slachtofferschap dat thuis heimelijk werd beleden. Ik ben meer dan een kind van getraumatiseerde ouders. Bovendien is slachtofferschap geen identiteit.’ Hij deelt veel van Kousbroeks op feiten en historische bronnen gebaseerde inzichten. ‘Al vind ik zijn bewondering voor de Japanse keizer misplaatst. Maar die komt voort uit een strijd die hij voerde met de Indische Nederlander die zich volgens hem laafde aan een intense haat voor alles wat Japans was. Kousbroek herdenkt ook de Indonesische slachtoffers in de koloniale oorlogen. Hij schrijft eveneens over de Romusha – de Javaanse contractarbeiders die – gerekruteerd door Soekarno en de zijnen – voor de Japanners slaafden. Die vergaten we lang bij de Indië-herdenking.’
Afrika in stukken
De inhoud van het essay De kolonie mept terug ‘gaat over de kantelende wereldorde. Over de rekening die het mondiale noorden gepresenteerd krijgt van het mondiale zuiden. Ik sta stil bij de ontwrichting die plaats vond ten gevolge van de Europese expansiedrift. Hoe vreemde bezetters Afrika in stukken sneden, dwars door culturen en talen heen. Hoe gaat het oude witte Europa nu om met het antiwesterse sentiment? Met de boze stemmen die er altijd al waren. De kolonie mept terug is een pleidooi voor betere oren.’ En tot wie richt Adriaan zich met dit essay? ‘Tot eenieder, die luisteren wil. En tot de lezer die niet bang is voor ongemak. Wees er niet bang voor, maak je wereld groter. Oefen je in voortschrijdend inzicht. Erger je desnoods. Ergernis is een probaat middel tegen dementie.’ En met zijn Zuid-Afrikaanse groet ‘koebaai’ ronden we dit vraaggesprek af.
Kees de Bakker