Strafhok
Bea Vianen
Klik voor alle titels van deze auteur
In haar tweede roman 'Strafhok' (1971) toont schrijfster Bea Vianen, die in 1969 debuteerde met de roman 'Sarnami, hai', aan dat Suriname krioelt van de milieus of 'strafhokgebieden', zoals ze ze noemt, en dat degene die buiten zijn strafhok treedt er met alle macht in wordt teruggedreven.
Dat is duidelijk het geval met de Hindoestaanse onderwijzer Nohar Gopalraj, die niet weet waar hij heen moet met zijn liefde voor de Javaanse verpleegster Roebia. Trouwt hij met haar, dan wordt hij uit de Hindoestaanse gemeenschap gestoten, die hem gemaakt heeft tot de twijfelaar die hij is. Laat hij haar gaan, dan verliest hij zijn gezicht als mens. Het sterkst komt het dilemma tot uiting in de persoon van Gopalraj's boezemvriend Raymond van de Berg, een zwarte homo, voor wie het ervaren van liefde, door zijn geaardheid, in zijn land een onmogelijkheid is. Van de Berg bevindt zich in een eenmansstrafhok, een ijskast, een doodskist.
Om deze drie personen verzamelt zich in 'Strafhok' een drom van mensen, zo bont en sprekend in zoveel tongen, dat de lezer zich in Paramaribo's Gravenstraat waant, waar Bea Vianen hen tot een massaal en totaal treffen laat komen. Een treffen dat men kan zien als de realiteit achter de hypocrisie, als de wezenlijke levenssituatie van Suriname en zijn Surinamers.
Prijs: € 25,00
ISBN: 978 90 5429 076 6
Uitvoering: 210 pagina's
Rubriek(en):
Romans Suriname Surinaamse klassieken