Zo tedere schade… - Hans Vervoort
Een prachtig boek
Gemis van iemand die met haar diepste wezen onbereikbaar bleef
Hans Heimenberg, de protagonist in deze roman, rouwt om zijn, een jaar geleden overleden vrouw, Melissa. Ze is aan longkanker gestorven, maar heeft nooit gerookt. Hans wel en hij voelt zich daar schuldig over:
‘Ik zag steeds haar hoofd voor me, zoals het eruitzag toen ze stopte met ademen. Een sereen hoofd, de ogen gesloten, het voorhoofd hoog en rond, de mond breed en daarboven haar fijne Aziatische neusje met de onverwacht brede neusgaten. En onder de deken dat prachtige lijf, nu zo mager en verdord. Door mijn schuld.’
Hans zet na haar dood op zijn Facebookpagina ‘het mooiste doodsgedicht dat ik kende’, een gedicht van Werumeus Buning, waarvan het eerste couplet luidt:
Zo tedere schade als de bloemen vrezen
Van zachten regen in de maand van mei,
Zo koel en teder heeft uw sterven mij
Schade gedaan, die nimmer zal genezen.
Hans wil niet meer leven en zich dooddrinken. Maar dat blijkt nog niet zo makkelijk.
Vlak voor haar dood heeft Melissa een berichtje in de krant gelezen over de vondst van de stoffelijke resten van een vrouw in de buurt van de kazerne in Huis ter Heide bij Zeist, ze heeft een kogelgat in haar schedel. De resten zijn meer dan vijftig jaar oud, uit begin jaren zestig wordt geschat. De tijd dat Hans H (en Hans V trouwens ook) daar zijn diensttijd uitzat. Melissa geeft Hans de ‘opdracht’ mee uit te zoeken wie de vermoorde vrouw is, dan heeft hij, zo redeneert zij niet zonder reden, wat omhanden na haar dood.
Hij heeft er het eerste jaar geen zin in.
Dan komt de omslag, als hij moet vaststellen dat dooddrinken niet echt lukt. Hij gaat op zoek.
Hans kan zich een vrouw herinneren die met een Amerikaanse soldaat was getrouwd en die vlak bij de kazerne woonde. Ze maakten altijd ruzie. Misschien is dat een aanknopingspunt, denkt hij en zoekt contact met zijn oude maten, kijken of die nog wat weten.
Zo krijgt het boek een detectiveachtig karakter, inclusief een verrassende plot.
Veel van wat Vervoort schrijft, ook in deze roman, heeft autobiografische kanten. Zo is Hans Heimenberg net als Hans Vervoort een man van net voorbij de tachtig, in Nederlands-Indië geboren (net als beider echtgenotes), die in zijn diensttijd terechtkwam in kamp Walaardt Sacré bij Zeist en marktonderzoeker werd.
En zo is er meer - maar in wezen zijn dit uiteraard bijzaken.
Zo tedere schade… is een overtuigende en ontroerende roman, die je doet stilstaan bij de verwerking van de dood van een grote liefde, bij eenzaamheid en ouderdom, schuldgevoelens, bij de misleidingen van de herinnering en het onvermogen een ander te kennen: ‘Maar binnendringen in iemands gedachten, dat lukt nooit bij een ander (…) Dat maakte het gemis eigenlijk nog groter: de wetenschap dat je iemand verloor die met zich meenam wat altijd onbereikbaar was gebleven, haar diepste wezen.’
Een prachtig boek.
De auteur
Hans Vervoort werd in 1939 geboren in Nederlands-Indië en kwam in 1953 met zijn ouders naar Nederland. Hij werd er marktonderzoeker en schrijver. In 1974 keerde hij met zijn vrouw terug naar hun beider geboorteland en schreef daarover het reisverhaal Vanonder de koperen ploert. Hij werd bekend met zijn korte werk als bijvoorbeeld Kind van de Oost, Weg uit Indië, Encyclopedie van op het nippertje geredde kennis, maar verraste tussen 2008 en 2010 met de omvangrijke, driedelige cyclus Het bedrijf, over zijn tijd bij De Weekbladpers. Vervoort lijkt (om onnaspeurlijke redenen) nog altijd een ondergewaardeerd auteur. Theodor Holman concludeerde onlangs in Het Parool in zijn bespreking van Zo tedere schade…: ‘Hans Vervoort is een meesterschrijver. Een Nederlandse Elsschot met een vleugje Carmiggelt.’
En zo is het.
Adriaan Vermeulen
Hans Vervoort – Zo tedere schade…, 176 pagina’s, ISBN 978 94 275423 3 uitgeverij Brooklyn, € 17,50, maart 2020