Zeventien - John Brownlow
Huurmoordenaar Zeventien moet zijn voorganger Zestien vermoorden
Wat volgt is een kat- en muisspel dat tot het zinderende eind blijft voortduren, een meeslepende thriller
Zeventien is een huurmoordenaar. De beste ter wereld, zoals de flaptekst beweert. Zestien anderen zijn hem voorgegaan. Het wordt spannend als hij zijn voorganger Zestien moet vermoorden, dat belooft een spectaculair duel te worden.
Voorlopig doet hij het met zijn reguliere opdrachten die hij in ontvangst neemt van Handler (niet zijn echte naam). Zijn luxueuze Bugatti Veyron laat hij achter in Berlijn, want de auto is veel te zichtbaar. Een man in de parkeergarage van ongeveer zestig kijkt verliefd naar de auto en lijkt er een spontane erectie van te krijgen als hij zich op het soepele leer van het kuipstoeltje laat vallen achter het stuur. ‘Pas op voor krassen,’ zegt Zeventien tegen hem. Vingerafdrukken zullen ze niet vinden van hem door zijn kalfslederen handschoenen. Hij gooit het parkeerbewijs in de afvalbak en kijkt een laatste keer hoe de man met de auto wegrijdt en bedenkt: wat een kutauto.
Geheugenkaartje
Andere mensen als Madonna, Cher, Pelé, Beyoncé en Michelangelo en Plato hebben een naam, die van de huurmoordenaar is Zeventien. Jonger dan je zou denken, goed verzorgd. Zijn pistool is een VP, afkorting van een B&T VP9 Welrod-9mm. Daarmee vermoordt hij inclusief de bewaker 7 mensen. In een overall weet hij te ontsnappen en krijgt meteen weer een nieuwe opdracht van Handler, omdat hij toch in de buurt is. Deze keer moet hij iemand vermoorden voor een brush pass in de Tiergarten, tussen 18.00 en 19.00 uur lokale tijd. Er zal een vrouw lopen achter een wandelwagen met een tweeling. ‘Ze heeft een beker koffie van Starbucks in de houder. Daarop staat een naam die met een N begint.’ Zeventien, gekleed in de overall van een conciërge, ziet een man. Zijn vermomming is een risico, als hij even de tijd had gehad, had hij nu een honkbalpetje en een jack. De man die hij volgt, is in de vijftig, heeft een keurige baard en haar dat naar voren is geknipt in een soort pony. Een vreemd kapsel, een beetje kinderlijk, dat doet denken aan Moe in The Three Stooges. Als hij Moe te pakken heeft, wurgt hij hem, en als hij het geheugenkaartje van 64 Gigabyte wil hebben, moet hij daarvoor zijn ingewanden openmaken. Daarna wordt Moe onthoofd op de rails. Verwonderlijk is dat Moe steeds zei toen hij achteruitweek tussen de rails: ‘Parachute. Parachute Parachute’. Wat bedoelde hij daarmee vraagt hij later aan Handler. Volgens hem betekent dat niets. ‘Merkwaardiger vindt hij het dat Moe liever zijn buik laat opensnijden dan dat hij de ‘buit’ uit handen geeft. Zeventien beschouwt Handler als een koele kikker. Zeventien is nieuwsgierig naar wat er op het geheugenkaartje staat, in eerste instantie alleen pure doorsnee porno, maar geeft het aan de computergoeroe Vilmos, die gezegend is met een mix van koppigheid en Asperger. Hij doet het werk voor de lol en weigert er geld voor te betalen. Wanneer er resultaat komt moet Zeventien afwachten. Een week, een maand of een jaar, je krijgt antwoord.
Zeker omdat hij ontsnapt is aan een moordaanslag van Adela uit Tsjechië die in de hotelbar zit. Als ze later in zijn kamer zijn en gevrijd hebben, vertelt ze dat ze eigenlijk Kovacs heet en uit Belarus komt. Ze werkt al tien jaar voor haar baas Osterman die zegt dat ze oud wordt. Hij wil haar laten gaan totdat ze vlak voordat ze de kamer verlaat in haar tas iets opdiept dat ze hem wil geven. Ze heeft het de .38 met het stompe loopje niet meer dan een paar centimeter uit haar tas gekregen als Zeventien haar net op tijd neerschiet.
Over de auteur
John Brownlow is scenarist en auteur. Hij woont twee uur ten noorden van Toronto en schreef o.a. het scenario voor de film Sylvia, de tv-serie Fleming en de serie The Miniaturist, naar de bestseller Het huis aan de Gouden Bocht van Jessie Burton. Zeventien is zijn eerste thriller.
Zeventiens moeder Junebug is vermoord. Als prostituee dacht ze een ‘normale’ klant te ontvangen, maar terwijl hij haar verkrachtte (Zeventien zat op zijn negende hulpeloos, verborgen in de kast toe te kijken) bewerkte hij haar gezicht met zijn vuisten. Ze probeert terug te vechten, maar hij is veel sterker en duwt haar terug op haar bed ondertussen zeggend: ‘Jij gaat helemaal nergens heen, kutwijf.’ Daarna wurgt hij haar. Als hij zijn broek aantrekt, ziet Zeventien op zijn kuit een tattoo. Het is een grijzend skelet, dat een geweer vasthoudt en een helm op heeft. Zo’n oude helm van de Duitse infanterie uit de Tweede Wereldoorlog. Het is raar voor Zeventien want tot nog toe heeft zijn moeder alles overleefd onder het motto: ‘Wij zijn overlevers, jij en ik.’ De man met de tattoo gespt zijn riem vast en laat zijn moeder liggen op het bed, half naakt en nog warm. In het proces-verbaal leest Zeventien later dat de politie een anonieme tip heeft gekregen dat er iets aan de hand is in het motel. Als ze arriveren, vinden ze een jongetje van negen dat weigert hen toe te laten in de kamer. Ze moeten hem in de boeien slaan om erlangs te kunnen. De jongen wordt onder toezicht van Jeugdzorg geplaatst. Er is nooit iemand gearresteerd voor de moord. Na de autopsie is zijn moeder gecremeerd en begraven in een armengraf met alleen een betonplaatje met naam en datum. Het duurt acht jaar voor Zeventien ‘iets heeft kunnen doen’ aan de dader (lees: hem heeft opgeruimd).
Spionageboeken
Handler laat hem boeken lezen, de spionageboeken van Sam Kondracky, eerst interesseert het Zeventien niet, maar later leest hij ze allemaal gefascineerd en ontdekt dat Kondracky nummer Zestien moet zijn. Hij krijgt de opdracht hem te vermoorden en vindt hem uiteindelijk in een huis op een heuvel in het plaatsje Milton. Hij ontmoet hem bij een tankstation. En gaat zich dan positioneren op een observatiepunt in het bos. Vanaf dat punt bespioneert hij dagenlang Kondracky en ook de weg die naar zijn woning leidt. De vierde bocht biedt mogelijkheden om hem daar in zijn auto neer te schieten. Kondracky weet dat de weg zijn zwakke plek is en daarom heeft hij op elk zwak punt van de weg, overal waar een auto vaart moet minderen met zijn kettingzaag bomen en struiken weggehaald.
Zeventien weet ook nog steeds niet wat Moe met het woord Parachute heeft bedoeld te zeggen, als hij gebeld wordt door het computergenie Vilmos, wiens versleuteling informatie oplevert: er zijn video’s ondertiteld in het Farsi, de taal van Iran. De mogelijkheid voor een grondoorlog is aanwezig, als Iran het plan voor een nucleaire aanslag bekokstooft. Logisch zou je denken. Nu is duidelijk waarom Moe het kaartje omhelst als iets bijzonders en waarom Kovacs Zeventien heeft benaderd in de hotelbar.
Strijd op leven en dood
Ondertussen heeft Zeventien een strijd op leven en dood gevoerd met Zestien, waarbij Kat en ook Kondracky’s laatste liefde Barb betrokken zijn. Als Kat en hij vluchten voor Kondracky in een loods, die hij in brand zet, weet Kat met haar praktische brein (ze spreekt altijd van de ‘rakettechnologie van het platteland’) de al oude houthakkerstrekker Kubota aan de praat te krijgen. Zo kunnen ze ronkend door de muur van vuur vol gas de houten muur van de loods rammen. Zeventiens eigen Jeep opzij drukken en de pick-up van Kondracky duikt met zijn neus in een afwateringssloot. Als Zeventien Kat achter heeft gelaten bij een tankstation wordt ze overmeesterd door Kondracky en Zeventien doet hetzelfde met K’s minnares Barb. Dan overleggen beide kemphanen met elkaar en Kondracky geeft hem nog drie uur voordat hij Kat zal doden. Ze spreken met elkaar af in een diner en uiteindelijk laten ze beide vrouwen gaan met de bus, twee Greyhound-kaartjes en geld meegevend. Kat is vermoedelijk Kondracky’s dochter, want meer dan twintig jaar geleden is hij verliefd geweest op haar moeder, toen hij op een dag is blijven steken in een motel. En onder de indruk van de vrouw met de groene ogen – dezelfde ogen die Kat ook heeft. De vrouw met waanzinnig mooie groene ogen zegt dat Kondracky zoveel jaar later te laat is gekomen, omdat ze nu een lymfoom stadium IV heeft en nog maar een jaar te leven. Ze heeft het anderhalf jaar volgehouden. Ze is nog lang in het hotel gebleven, wachtend op hem. Vertrokken, maar toch weer teruggekeerd, wat moest ze anders? Daarom heeft Kat nog steeds het motel van haar moeder. Net als Zeventiens moeder liet ook zij zich door jan en alleman gebruiken. Kat is ook een overlever. Net als Zeventiens moeder Junebug. ‘Tot het ophield.’
Het werkelijke doelwit
Dan praten Kondracky en Zeventien nog vertrouwelijk met elkaar. Hij zegt tegen Zeventien: ‘Jij denkt dat ik jouw doelwit ben, maar ik ben niet je werkelijke doelwit. Dat ben ik nooit geweest. Het werkelijke doelwit,’ zegt hij en hij richt een tandenstoker op Zeventien, ‘ben jij.’
Dan blijkt dat Handler de twee elkaar laat bevechten, maar hoe lang gaan ze door met dit kat- en muisspel? Hij wil ze tegen elkaar uitspelen, maar Kondracky en Zeventien besluiten dat het verstandiger is om een verbond met elkaar te sluiten na zoveel strijd en gekibbel. Tenslotte heeft nummer Zestien Kondracky besloten om met moorden te stoppen, want de geesten krijgen vat op hem. Zijn laatste daden moeten goed zijn en als hij Handler te pakken krijgt, redt hij daarmee mensen dan hij ooit heeft gedood. Voor de geesten wellicht een verzachtende omstandigheid.
Handler belt op via een wegwerptoestel en vertelt dat zijn handlangers Dykstra en Bernier de twee vrouwen Barb en Kat uit de Greyhound hebben gehaald en dat ze de volgende ochtend om zes uur met lege handen moeten uitstappen op een industrieterrein bij Detroit. Dykstra en Bernier hebben strikte orders om de gijzelaars te liquideren als ze niet komen opdagen of pogingen ondernemen om hen te bevrijden.
Dodemansknop
Ondertussen heeft Kondracky zijn voormalige opdrachtgeefster Nicole Osterman (Zeventien dacht altijd dat het een man was) gebeld en zij landt met een helikopter over een klein vliegveldje, Het Zandkasteel geheten. Ze vertelt dat Handler een ‘dodemansknop’ heeft. Een biometrisch coderingssleutel, waarin precies staat weergegeven wie bij welke operatie betrokken is. Het geeft hem daardoor veel macht. Misschien wordt het tijd om Handler zelf op te zoeken. Zijn palazzo staat in Indian Wells op een afgelegen enclave in Californië in een compound van driehonderd hectare, waar zijn buren Bill Gates en Charles Koch zijn. Wellicht kunnen Zeventien en Zestien hem overmeesteren en daarna de dames vrijheid schenken als ze er op tijd zijn. Hoe dat afloopt kunt u lezen in het spannende slot en meemaken of ze deze spontane actie succesvol is. Ze worden gesteund door Nicole Osterman, die het nog steeds betreurt dat Zeventien haar goede agente Kovacs heeft moeten doden.
Slagen ze erin Handler te overmeesteren? Kondracky is resoluut: ‘Ik weet hoe we het moeten doen.’ Hoe dat verder in zijn werk gaat, is een vraag. En het antwoord hoe de finale die net als het hele boek zinderend is, zijn beslag krijgt. Zeventien is meer dan een aanrader, een meeslepende thriller.
John Brownlow – Zeventien (verschenen als Seventeen in 2022 bij Hodder & Stoughton, een onderdeel van Hachette, Londen) werd vertaald uit het Engels door Jan Pott, 444 pagina’s, ISBN 978 90 4436375 3, uitgeverij The House of Books, € 23,99, augustus 2022