Zelfs als alles eindigt - Jens Liljestrand
Bosbranden ontregelen zomervakantie Zweeds gezin, Didrik, Carola, Vilja, Zack en Becka
Klimaatverandering bepaalt alles, bosbranden zetten door en eisen meer dan 1000 doden en vermisten op
Zweden wordt geteisterd door bosbranden en het gezin van Didrik moet ruw het verblijf onderbreken in een zomerhuis van zijn schoonmoeder. Vluchten is het parool. Omdat zijn vrouw Carola met baby Becka urenlang in de auto heeft gezeten om de warmte te ontvluchten door te genieten van de airco van de auto is de accu leeg en kunnen ze niet wegrijden. Er zit niets anders op dan lopen. Dat wordt 11,6 kilometer lopen naar het dichtstbijzijnde plaatsje Östbjörka. Met IKEA-tas, rolkoffer met het grootste deel van hun kleren, spullen voor de baby en een Spider Man-rugzak van zoon Zack. Het wordt een lange en helse tocht. Dan stopt een witte auto die onderweg is naar Rättvik. De vrouw naast de chauffeur wil wel de baby meenemen, maar niet het hele gezin. Achterin zitten twee jongetjes in zwembroek met tablets op hun schoot. Uiteindelijk nemen ze Zack mee. Ze moeten maar naar hem vragen als ze in Rättvik zijn, maar bij navraag weet men van niets. Dochter Vilja zegt opeens de naam Lana Del Rey, ze zag de letters van de auto LDR voor zich met nummer 386 of 368. Moeten ze naar vragen bij de politie zolang Zack niet gevonden wordt. Carola fluistert daarna: ‘Mijn meisje-radijsje-saucijsje’.
Quad
Didrik gaat erop uit, haalt uit een huis flessen water en eten. En vindt achter het huis een quad waarmee hij op pad gaat, maar zijn gezin kwijtraakt. En bijna verongelukt hij. Tot hij gevonden wordt door Martin en zijn oude bordeauxrode Volvo. In de auto zitten Carola, Vilja en Becka. Didrik heeft een hoofdwond opgelopen en zijn longen zitten door de rook vol met prikkend, giftig vuil. Ze belanden op camping Siljanbadet (‘De Rivièra van Dalarna’) waar Didrik met een doek op zijn hoofd, nog versuft van de klap met de quad, bijkomt. Er zijn ook ‘hospitaalsoldaten’ die vinden dat Becka naar Stockholm moet voor een röntgenfoto. Op social media wordt over Didrik geschreven: ‘Bekende pr-consultant beschuldigd van plunderen tijdens bosbrand’. Nergens staat ook dat de bewoners gevlucht zijn voor de brand en dat er niemand was. Ze hebben makkelijk praten in Stockholm. Het gezin mag een nacht logeren in een trekkershut en deze delen met een Duitse familie. De volgende dag lopen ze naar het station in de hoop de trein naar Stockholm te kunnen nemen. Het station is overvol, niet alleen reizigers, maar ook zij die geen huis meer hebben door de bosbranden, klimaat bepaalt alles. Een trein is er nog niet gekomen.
Treurig burgerbestaan
Ondertussen hebben Carola en Didrik in de stormachtige ontwikkelingen nog alle tijd om hun huwelijkssituatie door te nemen. Ze zijn al vijftien jaar getrouwd, maar Didrik heeft wel een verhouding achter de rug met Melissa, die haar toevlucht heeft gezocht in een koel luxe appartement in Stockholm. Didrik legt zijn diepste gevoelens bloot en Carola barst in lachen uit: ‘We zijn (bijna) van middelbare leeftijd. Ja, we leiden een treurig burgerbestaan. We wonen in een vrijstaand huis in een buitenwijk. Jij snurkt, ik heb cellulitis. Wat had je dan verwacht, in godsnaam?’ Meer, zegt Didrik. ‘Gewoon… meer.’
De ‘eerste dag van de rest van je leven’ in het boek begint op maandag 25 augustus en gaat de volgende dag door als ze op het station belanden. Didrik zegt tegen Carola dat hij wil genieten. En geen dag wil verspillen aan een leven dat hij niet leuk vindt. ‘Het heeft geen zin om af te wachten tot de dingen beter worden. Niets zal ooit nog beter worden. De wereld is zoals ze is. Schaam je niet een mens te zijn, wees trots. Wees trots.’ En is er opeens de trein…
De auteur
Jens Liljestrand (Västervik, 1974) is journalist, schrijver en criticus. Zijn biografie van Vilhelm Moberg uit 2018 stond op de shortlist van de prestigieuze Augustprijs. Van Zelfs als alles eindigt zijn de vertaalrechten na verschijnen van de Zweedse uitgave aan 22 landen verkocht.
Carola en hij besluiten dat hij met baby Becka de trein die grotendeels kinderen vervoert naar Stockholm neemt. Zij probeert dochter Vilja. die zoek is geraakt op te sporen en hun zoon Zack, die met de witte auto is meegereden naar Rättvik, terug te vinden. Een luier is niet toereikend voor de poep en pies van baby Becka. Als ze overstappen naar een andere trein, staat de pers gereed om te vragen naar hun ervaringen over de bosbranden. Er zijn inmiddels 200 mensen overleden, en de bosbranden gaan door. Overbekend is dat Didrik heeft ingebroken in een huis. Er zijn zelfs camerabeelden van. ‘Wat vindt hij van beschuldigingen dat hij dat heeft gedaan en een huis heeft geplunderd?’ vraagt een piepjonge verslaggeefster. Hij zegt dat hij uren met de baby door de rook heeft gelopen. ‘Ik heb ingebroken om haar te redden. Word ik daar godverdomme van beschuldigd? Dat ik mijn gezin probeer te redden, dat ik wil overleven in een crisis die de samenleving al tientallen jaren probeert te ontkennen?’ Ook Jossan van het Journaal wil met hem praten, maar hij gaat liever door naar Stockholm. Kunnen ze daar niet verder praten?
Raam openen met een bijl
In de trein naar Stockholm die een paar keer is om- en teruggereden en waar het op een bepaald moment niet te harden is – ze zijn al vijf uur onderweg – onderneemt hij actie. Als er niets gebeurt en de trein nog steeds dicht is, terwijl ze in Stockholm zijn aangekomen, hakt hij met een bijl een raam in en met omstanders klimt hij naar buiten. Iedereen helpt elkaar en houdt elkaars kinderen vast. Er komt een ambulance om de bewusteloos geraakte baby’s op te halen. Het krioelt daarna van politie en beveiligingspersoneel. Didrik neemt Becka op zijn schouders en gaat Stockholm in. Via haar vriendinnen weet hij zijn ex-minnares Melissa te vinden, waar hij tijdelijk zijn intrek neemt met Becka, ook al heeft Melissa – inmiddels een bekende influencer die in drie maanden een boek wil schrijven – er moeite mee. Zeker als hij twintig minuten weg is om luiers en babyvoeding te kopen.
Ondertussen zet het natuurgeweld zich voort. Noorse bergeenheden zijn de avond ervoor de grens overgestoken om in Zweden te helpen, maar ook in Noorwegen dreigen bosbranden evenals in Zweden. En niet alleen door vuur, maar ook door het smelten van de gletsjer op de Hardanger Vidda. Een aardverschuiving heeft een weg verwoest in de buurt van Geilo, waarbij een touringcar is gekanteld. Er wordt gevreesd voor het leven van 42 inzittenden. Onder wie minimaal acht Zweden. Dirty Didrik is alweer oud nieuws en ziet er eerlijk gezegd niet zo serieus uit. Melissa vraagt zich af wat hij van plan is, hopelijk blijft hij niet te lang, dan kan ze verder met haar boek en haar luxeleventje.
Klimaatbetogers
Didrik blijft toch langer met Becka bij Melissa dan ze wil, maar ze kan ook langzamerhand niet zonder hen. Ook zij gaat spullen voor hem kopen, ook pillen om zijn hoofdwond te verdragen. Met een sleutel van hem gaat ze naar zijn huis, die past op de garage, het huis dat tijdelijk verhuurd is en leegt haar maag op de bank. Ze wordt gesnapt door de huurster en een bewaker. Ze rijdt met hem mee tot hij tegengehouden wordt door klimaatbetogers en komt zo weer thuis. Hij is enthousiast als Carola meldt dat dochter Vilja en zoon Zack gevonden zijn. Later blijkt dat toch niet het geval en Didrik is lichtelijk in paniek, omdat het een valse melding was dat Zack in Hedemora was gevonden. Hij wil teruggaan. De bosbranden zijn nu redelijk onder controle, maar het gevaar is nog niet geweken. In de stad verbeeldt Melissa zich dat ze Carola tegenkomt die zegt dat Didrik bij haar is en dat alles goed is. Het ziet ernaar uit dat hij het hele voorjaar moet werken, vanwege dat virus. ‘Net als ik. Dat geeft ons hopelijk genoeg tijd om de boel te repareren. Alles wat hij samen met jou kapot gemaakt heeft.’ Maar het is een hersenschim, want hij is nog steeds bij Melissa met Becka. Melissa heeft het stokje overgenomen van Didrik als ik-verteller.
Penthouse
Melissa krijgt een lastig telefoontje van André Hell die namens zijn vader Anders belt dat de bloemen en planten in het penthouse water moeten hebben. ‘Vooral die ene rododendron die net is geplant. Alleen de rozen hoeven niet per se,’ vervolgt de zeurderige, overslaande jongensstem, ’die overleven zelfs extreme hittegolven.’ En Melissa brult door de telefoon: ’Denk je dat die kutbloemen me ook maar iets kunnen schelen? Moeten we ons echt gaan uitsloven voor de natuur? Snap je niet dat er mensen in de wereld zijn die hun handen al vol genoeg hebben aan overleven. Die andere problemen hebben dan dat achterlijke onkruid van jou?’ Ze geeft zichzelf zou een vrijbrief waarom ze haar straks uit het penthouse kunnen verwijderen en dus ook Didrik en Becka. Als voor de deur de veiligheidsagent, degene van het huis waar ze binnenviel, staat hij er met twee politiemensen en vraagt haar of ze aangifte wil doen. Alleen als ze iets tegen terrorismebestrijding ondernemen, zegt ze. Ze mompelt iets over de bijl en de trein. Als de politieagenten bij Didrik zijn maakt hij stampei, terwijl Melissa het dakterras op gaat en de deur achter zich dichtdoet. Didrik schreeuwt naar haar en roept de namen van Becka en Zack. Melissa zet een filmpje op om hem te overstemmen. Het lawaai is achter de rug, ze zijn weg, Didrik met de politie. Maar Becka blijft Melissa verzorgen.
André neemt het stokje van Melissa over als ik-verteller. Het brave zoontje van de vermogende tennisser die merendeels in Monaco woont of vaart met zijn boot Martina. Als André zich schaart bij jongeren die boten zoals een Pettersson stelen, in brand steken of winkels plunderen, krijgt de wereldberoemde tennisser Anders Hell een brief van de Koninklijke Watersportvereniging Karlskrona. Daarin staat dat de eigenaar van de vernielde boot een schadevergoeding eist die hoger is dan de echte waarde. Als ze zijn zoon ter verantwoording willen roepen, sommeert Anders hen zijn zoon met rust te laten. De schade heeft hij al ruimschoots vergoed, en ze horen niets meer van de bond. Wanneer Anders omkomt bij een ongeluk, heeft hij al tegenover Andre bepaald dat zijn as moet worden uitgestrooid in Melbourne. ‘Geef een groot feest in Flinders Park en strooi mijn as uit in zee, bij Great Ocean Road.’ André moet dat ook doorgeven aan zijn stiefbroer Jakob. Samen met hem en zijn vrouw Karolina reizen ze naar Australië. Toevallig hoort Vilja, de latere ik-verteller, hen praten in een kledingzaak op de luchthaven. Als zij eindelijk met haar vader Didrik (die kort in de gevangenis had gezeten), moeder Carola, zusje Becka en broertje Zack voor de lang beloofde vakantie naar Thailand vertrekken. De reis kan op het nippertje gemaakt worden omdat Zack die spoorloos was is teruggevonden door Vilja en haar moeder toen ze het kamp in Rättvik hadden verlaten. Daar was men aan het ontsporen met duizend bewoners. Ze vonden Zack in het zomerhuisje waar ze verbleven voor de evacuatie door de bosbranden.
Schade loopt op
En zo beleeft de familie toch weer een happy end. Maar in Zweden wordt het land nog steeds geteisterd door nog woedende branden. Verschillende wegen zijn afgesloten, huizen zijn ingestort. Er wordt meer geplunderd. In Kristianstad zijn zeventien mensen om het leven gekomen in een bejaardentehuis dat niet snel genoeg kon worden ontruimd, toen de benedenverdieping onder water kwam te staan. Bijna duizend mensen zijn dood of vermist. De schade bedraagt naar schatting honderden miljarden kronen. Het klimaatdebat is emotioneel en moralistisch geworden. Des temeer reden om de bomenkap wereldwijd, niet pas in 2023, zoals Glasgow wil, maar nu stop te zetten. Het gaat om onze groene longen die CO2 vasthouden en de weinige natuur die we nog hebben en moeten koesteren, te behouden.
Jens Liljestrand – Zelfs als alles eindigt (in 2021 verschenen als Aker om allt tar slut bij Albert Bonniers Förlag in Stockholm), vertaald uit het Zweeds door Eline Jongsma, 491 pagina’s, ISBN 978 90254 7281 8, uitgeverij Atlas Contact, juni 2022