Wintereiland - Katrine Engberg
Anette Werner en Jeppe Kørner moeten ingewikkeld complot oplossen
Wie hanteerde de industriële zaagmachine om een lichaam door te zagen?
Een man die met tiewraps is vastgebonden aan voeten en polsen ziet iemand op een halve meter afstand naar hem toekomen met een industriële zaagmachine. Hij schreeuwt in paniek om hulp, maar niemand helpt hem. ‘s Mans lichaam wordt terwijl hij nog leeft, gehalveerd door de machine. Zes weken tot drie maanden later wordt door schoolkinderen de linkerkant van zijn lichaam gevonden in een koffer op maandag 18 november. Dwars tussen de struiken op een heuvel van het park Østre Anlæg, ergens in Kopenhagen. Kort daarna komt de rechterhelft boven water bij Kastellet.
Hoofdagent Anette Werner is belast met het onderzoek, vertelt de vrouwelijke politiecommissaris aan haar collega’s. Dit omdat haar ervaren collega Jeppe Kørner met verlof is en tijdens de winter verblijft op het eiland Bornholm, waar hij met een zaag bomen omzaagt. (Niet zo fijn als je tegen de bomenkap bent). Jeppe heeft Esther de Laurenti een lift gegeven om de ferry te nemen naar het eiland. Haar partner, gepensioneerd typograaf Gregers Hermansen, is aan longkanker overleden. Ze heeft hem verzorgd tot aan zijn dood en daarna is begraven. De priester steekt zijn schep in de berg aarde en zegt de bekende woorden bij een begrafenis: ‘Stof zijt gij en tot stof zult gij wederkeren.’ De drie kinderen van Gregers, met wie hij geen contact had, ontbreken.
Een half lichaam
Het halve lichaam is een groot vraagteken voor het politieapparaat. Van wie zou het zijn? Kijk eens hoeveel vermisten er zijn die hiervoor in aanmerking komen? Het aantal vermisten in Denemarken is 322, waarvan er 316 zaken gesloten zijn. Er blijven nog twee mensen over die niet gevonden zijn: een ongetrouwde man van 52 en een jongere man van 29, parttime boekhouder bij bouwbedrijf De Gipsexpert in West-Kopenhagen en heel toevallig is de lichtblauwe bedrijfswagen van Gipsexpert een paar keer gezien bij de plaats waar het lichaam in de koffer – met maar een arm en een been – is gevonden. Tijd om met de ouders van Bo Winther te praten, die Anette en collega Falck ontvangen in zijn flat. Bo heeft momenteel geen relatie vertellen zij. Een paspoort is niet gevonden, zegt zijn moeder Beate. De vader zegt dat hij schoon genoeg heeft van allerlei insinuaties ‘in plaats van dat jullie aan het werk gaan…’ De ouders willen weten waar ze aan toe zijn. Het lijkt Anette verstandig om de technische recherche de flat te laten onderzoeken.
Terwijl Jepp aan het zagen is op Borneholm, verdiept Esther zich op het eiland in het leven van Margarethe Dybriss, wier biografie ze wil schrijven. Ze mag van dochter Ida logeren in haar moeders huis. Dybriss hield antropologische veldonderzoeken in Indonesië en Centraal-Afrika. Esther heeft stapels papieren, geprinte artikelen en foto’s van Margrethe Dybris en er liggen nog 200 brieven die ze mag doornemen. Daar is ze dus enige tijd zoet mee.
Over de auteur
Katrine Engberg (Kopenhagen, 1975) is in Denemarken reeds bekend als danseres en choreografe, als ze in 2006 haar schrijfdebuut maakt met een non-fictieboek. Sinds 2017 schrijft ze fulltime. Haar thrillers over Jeppe Korner en Anette Werner belanden steevast in de top drie van de Deense bestsellerlijst. Nu is haar ster internationaal rijzende.
De koffer komt uit een antiquariaat op het eiland heeft Jeppe op verzoek van Anette op Bornholm uitgezocht. Dan wordt nog een tweede koffer gevonden met het rechterdeel van het lichaam. Het is vast niet de boekhouder, want die heeft een tatoeage op zijn rechterschouder. Dan blijft nog onderwijzer Jan Søgård over, die tot 1 november met ziekteverlof is. Hij is daarvoor nooit ziek geweest. Maar Jan is beslist niet iemand was die aan drank en drugs verslaafd is volgwens het hoofd van de school. Hij heeft wel een zomerhuisje op Bornholm, een bezoek van de politie daar heeft niets opgeleverd.
Jeppe informeert in het stamcafé Hut Li Hut of men daar Nikolaj, Ida’s broer, heeft gezien. Barkeepster en eigenaresse Mona zegt dat hij al jaren niet welkom is en dat dat zo blijft. Anders, die door iedereen Peer genoemd wordt omdat hij een fruitkwekerij heeft gehad, verwijst hem naar het Blik achter de Netto-supermarkt. Daar komt Jeppe zijn zagerij-collega Louis Kofoed tegen, die zegt dat hij het zo druk heeft, maar alle tijd heeft om te pimpelen met een maat. Louis heeft tegen hem gezegd dat Nikolaj is gaan varen op een containerschip, tijdens een half jaar durende reis naar Azië. De kameraad veronderstelt dat dat inhoudt dat hij misschien dood is. De keet is gedoneerd aan zuiplappen door de kerk van De kinderen van de Zeloot. Voor de zekerheid pakt Jeppe het peukje van Louis Kefoed als het bijna uitgedoofd is, wie weet heeft hij iets aan zijn DNA, mocht hij betrokken zijn bij de vermissing van Nikolaj Dybris.
Stapelbed
Inmiddels heeft Anette besloten om ook naar Bornholm af te reizen, waar eerstegraads hoofdagent Ditte Vollmer een plek in de jeugdherberg (wat in feite een stapelbed betreft) voor haar geboekt heeft. Politieonderzoek heeft inmiddels uitgewezen dat in het huis van de zus van Nikolaj Ida een aantal zwarte vuilniszakken staan met spullen van hem wanneer ze met Ditte en een aantal technisch rechercheurs onderzoek doet in het huis van Ida. Ze vinden in een supermarktzak stapels lichtgele biljetten met het getal 200 en begint te tellen, tot aan twintig, dat betekent een aanzienlijk bedrag (44.000 euro, in eense kronen 330.000), waar heeft Nikolaj dat vandaan? Drugshandel? En leeft hij nog?
Jeppe bezoekt Vader Samuel van de kerk van De kinderen van de Zeloot. Hij zegt dat hij van de kerk gehoord heeft van de familie Sonne, met name Camille, die warm over de kerk sprak. De familie is gul met donaties en helpt nu mee aan een nieuwe locatie, een grotere plek, die door o.a. Louis Kofoed gebouwd wordt. Elke dag is er een avondmis om zes uur, die duurt maar een half uur. Hij is welkom. Ida is na het politiebezoek gaan liggen en laat Esther alleen die een wandeling maakt en onderweg een bord ziet: Hier bouwt Gloria Construct met daaronder in iets kleinere letters Kinderen van de Zeloot. Dat is kennelijk de uitbreiding (waarover Vader Samuel het al over had met Jeppe). Terug in het huis van Ida bepeurt ze een onaangename geur in het huis, die komt en gaat. Als ze de vuilniszakken van Nikolaj wegsleept tot de hoek leeg is, vindt ze onder de vloerplanken een rat, die een ondraaglijke stank veroorzaakt. Ze gooit hem buiten in de vuilnisbak en ademt de frisse novemberlucht in. Zo’n klein beest kan een heel huis ruïneren!
Woekeraar
Anette concludeert met Ditte en de andere rechercheurs dat Anton Hedegaarden financiële problemen heeft. Dat Nikolaj – of misschien Louis – bij een woekeraar geld heeft losgepeuterd, doelend op de 44.000 euro. Nikolaj moet het eerste deel van 100.000 kronen aflossen op 1 september en dat heeft hij kennelijk niet gedaan. Een van hen is misschien wel inhalig geworden en heeft Nikolaj in tweeën gezaagd, dat kan alleen Louis gedaan hebben, want Anton is daar met zijn tachtig jaar te oud voor, en heeft het lichaam verdeeld over twee koffers. Die blijken destijds bezorgd te zijn bij zijn moede, bevestigt de antiquaar. Ondertussen speelt ook de dood van Nikolaj’s meisje Isola Ratsche Jensen. Zij was zwanger en viel van een rots in de dierentuin achter het strandhotel waar Nikolajs achttiende verjaardag werd gevierd. Isola was de dochter van de predikant Vader Samuel. Hij kan zich ook op Nikolaj gewroken hebben, al bewijst het politierapport dat er sprake is van een ongeluk. Anderen denken dat ze is geduwd. Anette heeft ook net gehoord dat het lichaam niet van Nikolaj kan zijn, zo meldt de forensisch arts op basis van de gebitscontrole door de forensisch ordontholoog. Een gebit is erg duurzaam wat betreft vullingen, barsten bruggen en kronen. Het gebit is honderd procent niet dat van Nikolaj. Maar wie dan wel, heeft de tandenspecialist wel gelijk?
Inmiddels blijkt dat de slachterijplaats van Hedegaard niet de plaats delict te zijn, want op het dode lichaam is roest gevonden. Jeppe heeft de poster gezien van Margarethe Dybris van Zagerij Almindingen. Hij gaat ernaar op zoek. In de oude machinehal ziet hij rails en banden en grote metalen constructies, waarvan hij geen idee had waarvoor ze dienen. De ruimte is net zo sfeervol als een kathedraal. De zaag moet in de buurt zijn. Dan hoort hij het knerpen van grind, gevolgd door twee snelle passen. Daarna wordt alles zwart. En wat er dan gebeurt, is nog een geheim, maar wie het boek uitleest, komt daar gauw genoeg achter. Wel zo geschreven, dat je graag wilt weten hoe het afloopt. Die handigheid heeft Katrine Engberg wel onder de knie in haar vierde boek. We zullen nog veel van deze Deense schrijfster horen.
Katrine Engberg – Wintereiland (verschenen als Isola bij Alpha in Denemarken) werd vertaald uit het Deens door Corry van Bree, 348 pagina’s, ISBN 978 94 0051354 9, uitgeverij A.W. Bruna, € 22,99, augustus 2022