Wat loopt daar? - Een biologische kijk op rassen - Midas Dekkers
Neem de tijd om in Wat loopt daar? op nuances te letten
Een intrigerend boek dat prikkelt
De centrale stelling in dit boek: rassen bestaan, racisme moet bestreden worden. Het begrip ‘ras’ is en blijft een beladen onderwerp, maar Midas werkt het uit, en hoe! Midas maakt de kachel aan met indeelcriteria voor mensen die het verdedigbaar zouden kunnen maken dat het ene ras beter/mooier/slimmer wordt gevonden dan het andere. Er bestaan criteria genoeg, maar er zijn te weinig werkelijke verschillen. Daarvoor lijken de mensen uiterlijk en vooral innerlijk te veel op elkaar. De verschillen die er zijn, lenen zich niet voor discriminatie. Wel voor indelen, en dat kan op zich best voordelen bieden. Onderscheid maken is wat anders dan een waardeoordeel geven. Je kunt wel doen of rassen niet bestaan, maar tegelijk zijn mensen op zoek naar een eigen identiteit.
Midas heeft natuurlijk groot gelijk, dat het begrip ‘ras’ niet alleen op planten en dieren, maar ook op mensen kan worden toegepast. Het is immers een neutraal begrip, dat slechts aangeeft dat een groep mensen over vergelijkbare eigenschappen beschikt. Maar het is toch jammer, dat Midas zo aan het woord ‘ras’ vasthoudt. Door de lading die het woord nu eenmaal heeft gekregen, de lading die Midas zo apert afwijst. Hij benadrukt het steeds: alle mensen behoren tot één soort.
Midas heeft een vlot geschreven, geestig werkstuk afgeleverd. Hij brengt orde in de chaos van het denken over rassen, wijst elke vorm van racisme de deur en betreurt de ellende die uit racisme is voortgekomen.
Pleidooi
Aan het eind van het boek houdt Midas een pleidooi voor het onderscheiden van mensenrassen. Niet om racisme aan te wakkeren, maar vanuit puur wetenschappelijk oogpunt, voor onderzoek naar de verschillen (al zijn die maar 0,1%). Juist nu omdat enerzijds veel natuurvolken op uitsterven staan en anderzijds omdat door de verstedelijking de volkeren uit de hele wereld nu door elkaar heen lopen. Voor mij blijft daarmee de vraag hangen of wat KAN ook MOET, want helaas is de indeling van mensen in rassen te vaak en te ernstig uit de hand gelopen.
Een intrigerend boek. Hou er rekening mee dat je wordt geprikkeld, daar is het Midas ook om te doen. Lees niet het hele boek in één keer uit, dan doe je de inhoud geen recht. Neem de tijd om op de nuances te letten.
Samenvatting
Deze samenvatting heb ik niet gemaakt om je te weerhouden het boek te lezen, ik hoop juist dat ik er je interesse in het boek mee vergroot.
Midas heeft een boek geschreven over rassen. Daar is iets mee aan de hand. Zolang het over koeien, paarden, katten, honden of vogels gaat is alles prima, maar zodra iemand over mensen begint gaat het fout. Midas vraagt zich in dit boek af waarom eigenlijk. Natuurlijk vooral, omdat de nazi’s er mee op de loop zijn gegaan met uiterst dramatische gevolgen. Volgens Midas kun je mensen ook classificeren op hun kenmerken. Dat hoeft helemaal niet te leiden tot discriminatie of tot rassenhaat, zolang je maar goed voor ogen houdt dat het gaat om mensen. Om één en dezelfde hoofdsoort in het dierenrijk.
Om zijn standpunt te onderbouwen, kijkt Midas naar de variatie in het rijk van planten en dieren. Die variatie is enorm. Sinds het leven op aarde kwam, hebben meer dan 30 miljard diersoorten bestaan, waarvan het merendeel is uitgestorven. Voor er mensen waren stierf gemiddeld 1 soort per jaar uit, nu zijn dat er tussen de 1.000 en 10.000 per jaar. Over de meeste soorten die zijn uitgestorven of met uitsterven zijn bedreigd, hoor je niets. Dat zijn wormen, torren, virussen. Er wordt pas iets ondernomen, als het gaat om een zichtbare, aaibare soort. Momenteel zijn er nog ongeveer 10 miljoen soorten over, voor meer soorten tegelijk is er volgens Midas domweg geen emplooi. Alleen al in Nederland leven er 50.000 bekende soorten, plus naar schatting meer dan 10.000 nog niet bekende. Op het aantal soorten heeft de mens nogal wat invloed uitgeoefend, want naast een aantal soorten die zijn uitgestorven dankzij menselijk handelen, heeft de mens door kruisen en selecteren duizenden nieuwe soorten laten ontstaan. Later in het boek komt Midas terug op het verschil tussen soorten en ondersoorten, blijkbaar bedoelde hij met bovenstaande aantallen de ondersoorten.
Rassen bestaan
De centrale stelling van Midas: Rassen bestaan, racisme moet worden bestreden.
Het dierenrijk kun je indelen in o.a. vissen, vogels, zoogdieren, insecten. De zoogdieren kun je indelen in soorten, bijvoorbeeld walvissen, katachtigen, hondachtigen, paarden, runderen, apen, mensen. De katachtigen kun je indelen in leeuwen, tijgers en poezen. Aan bepaalde kenmerken kun je ondersoorten herkennen. De hondachtigen stammen weliswaar allemaal af van de wolf, maar kunnen naast de wolf worden ingedeeld in bijvoorbeeld vossen en honden. Honden kunnen weer worden ingedeeld in verschillende rassen, bijvoorbeeld labrador, chihuahua of dalmatiër. Ook mensen kun je indelen naar kenmerken, maar mensen behoren tot één soort. Punt. Midas formuleert als definitie: een ras is een ondersoort met dezelfde erfelijke afwijkingen.
Door domesticatie van dieren (het houden van vee, huisdieren etc.), is de variatie, de biodiversiteit enorm toegenomen. Dat kwam door bewust of door toevallig kruisen van de de natuur, door het klimaat en de bodemgesteldheid ontstane ‘landrassen’ en vervolgens door selectie op eigenschappen. Selectie op een schoonheidsideaal, aaibaarheid, vriendelijk of agressief gedrag, veel of weinig opbrengst van vlees of melk. Selectie op economische voordelen. Zo ontstonden rottweilers naast jack russels, legkippen naast vleeskippen, sierduiven naast postduiven, veel soorten groenten, fruit en sierplanten. Die invloed van mensen heeft volgens Midas een keerzijde, het land is er door ‘gestoffeerd met maar een handvol dieren- en plantenrassen’. Alleen met de meest economische soorten. Resistent tegen ziekten, goed te kweken, weinig aandacht vragend, hoge opbrengst. Sommige van de oude landrassen zijn nog te vinden in de natuur, zij het soms ver van huis. Schotse hooglanders in de duinen, ‘omdat de boswachters te beroerd zijn om zelf te maaien’.
Zou domesticatie ook op de mens van toepassing zijn, vraag Midas zich af. Zelfdomesticatie? Hebben we ons net als onze flora en fauna door de natuurlijke omstandigheden, door ons te vestigen, door het houden van vee en het kweken van planten tegelijk zelf ontwikkeld tot huismensen? In veel opzichten lijkt dat overeen te komen met de verandering in de eigenschappen die ‘onze’ dieren hebben doorgemaakt. Door domesticatie veranderden het gedrag, maar ook de fysieke eigenschappen van de dieren. Is de mens mee veranderd? Daar zijn veel aanwijzingen voor, behalve op één niet onbelangrijk punt: door domesticatie werden de hersenen van de dieren kleiner. Er was geen reden meer om ‘slim’ te zijn om aan voldoende voedsel en veiligheid te komen, want daar werd al voor gezorgd door de mens. Bij de mens zijn de grote hersenen juist gegroeid in de loop van de tijd. Pleit dat tegen zelfdomesticatie? Of zegt dat iets anders? Naar H.J. Müller over de rol van de vaders: ‘Een marsbewoner die na elkaar de fokkerij van pluimvee en de voortplanting van de mensch op aarde kwam bestuderen, zou...’
Neandertalers
Vroeger waren er verschillende soorten mensen op aarde, die niet eens veel verschilden van de huidige mens. Ze leefden niet na elkaar, maar grotendeels in hetzelfde tijdvak. De Neandertalers met hun veel grotere hersenpan hadden dezelfde voorouder (Homo heidelbergensis) als onze uit Afrika afkomstige soort, Homo sapiens. Sommige mensengroepen hebben weliswaar een soortnaam gekregen, maar zijn helemaal geen aparte soort: cro-magnon of Denisova-mens, Homo florensiensis, Homo luzonensis, Homo naledi. Volgens Midas één soort mens, in vele gelijktijdige gedaanten. Het zijn (per definitie) geen aparte soorten, maar ondersoorten: mensenrassen.
Zijn er nog steeds verschillende mensenrassen op aarde? Volgens Midas wel, maar die komen totaal niet overeen met de ‘rassenleer’ die in de eerste helft van de twintigste eeuw wel werd gepropageerd: Germanen bestaan niet, er is geen Germaans ras, er zijn wel Germaanse talen. Kelten bestaan niet, alle niet-Romeinse inwoners van West-Europa werden door de Romeinen Kelten genoemd, zoals de Grieken daarvoor iedereen tussen de Donau en de Pyreneeën Kelt noemden. Er zijn wel Keltische talen. Anders dan de talen van de Romeinen, de Romaanse talen. Ariër is een woord dat werd verzonnen in de late negentiende eeuw, om onderscheid te maken tussen talen uit Europa ten opzichte van talen uit India, het werd pas rond 1900 de naam van een (niet bestaand) ras. De mensen uit Kaukasië zijn beslist niet blank, vergeleken met andere Russen zijn ze zelfs donker gekleurd. Joden zijn een herkenbaar volk, Jood ben je als je moeder Joods is, maar hoe stel je dat vast? Jood word je als je jezelf Jood noemt. Uit DNA-onderzoek komt het naar voren, het volk is een mengelmoesje van genen uit Israël, uit de omringende landen en bovenal uit de landen waar ze in de diaspora onderdak vonden. Abraham was zelf waarschijnlijk ook van gemengde komaf. Semiet is geen ras. Om Semiet te zijn, moet je een semitische taal spreken, zoals de Joden en alle Arabieren. Midas: ’Het is wrang, dat omwille van een ras dat niet bestaat, de Joden, zoveel bloed is vergoten door dat andere fictieve ras, de Germanen’. Het ‘gele’ ras bestaat wel. Het is de talrijkste groep. Maar geel zijn ze niet, al vond Linnaeus wel dat hun kleur iets van vaal-geel was (maar hij had waarschijnlijk nooit zo iemand gezien). De aanduiding ‘geel’ hebben ze te danken aan de voorkeurskleur van hun keizer. En het ‘rode’ ras? Van nature komen er in Amerika geen mensen voor. Vanuit Azië zijn in de IJstijd mensen en paarden over de (toen bestaande) landbrug gelopen naar Noord-Amerika en van daar hebben ze zich over het continent verspreid. Ze zijn niet rood van huid, maar kleurden zich met oker als afschrikking voor boze geesten.
Diversiteit mensen
Goed beschouwd zijn alle mensen bruin. Sommige lichtbruin, anderen geelbruin en weer anderen donkerbruin. Door de enorme diversiteit van de mensen in Australië en de eilandenrijken van de Stille Oceaan bleek het niet mogelijk om ze in te delen. Elk eiland is anders van bevolking.
Mensen houden van classificatie, van hokjes. Mensen hebben van alles geprobeerd om andere mensen in een hokje onder te brengen. We zijn allemaal kleine Linnaeusjes. Tal van criteria zijn daarvoor gebruikt: huidskleur, haarkleur, vorm van het haar (stijl, gekruld, kroes), schedelvorm (craniale index, gelaatshoek, neusbreedte) maar elke keer bleek een indeling toch problemen op te leveren: de groepen liepen te veel in elkaar over (overlappen), er waren te veel uitzonderingen, de maatstaf bleek niet vast, het criterium gaf geen uitsluiting of bleek niet juist, etc.
Neem de huid maar eens onder de loep. De bovenlaag, de laag die je ziet, bestaat bij iedereen uit dode cellen. De laag daar direct onder bevat korrels kleurstof (melatonine), de hoeveelheid verschilt en die dunne laag bepaalt de ‘huidskleur’. Daaronder zit een dikkere huidlaag, maar die is bij iedereen doorzichtig. Het criterium voor een indeling op huidskleur is dus ‘flinterdun’.
Een aantal citaten
Om daarmee de sfeer van het boek op te roepen:
Veel mensen vinden het niet prettig om door hun medemensen te worden ingedeeld. Volgens hen is ertussen witte, gele, bruine en zwarte mensen geen scherpe grens te trekken. Daar hebben ze gelijk in. Maar er staat nergens geschreven dat grenzen tussen groepen scherp moeten zijn. Je zou weinig groepen overhouden. Noch bij mensen, noch bij schroeven, muziekstijlen, rivieren of grachtenpanden.
Racisme is een ernstige ziekte. Aandacht verzekerd, maar wee de maatschappij die ermee te kampen heeft. […] Racisme moet worden uitgeroeid. Maar hoe? Met wortel en tak.
Veel mensen geloven graag dat er wel aardappelrassen zijn, maar geen mensenrassen.
Sinds de rage van de grote grazers tref je in natuurgebieden veel Schotse hooglanders ver van huis. De dieren worden vooral gehouden, omdat ze bezoekers pas na vergaand treiteren op hun nummer zetten, maar hun lange vacht is bedoeld voor de tochtige Schotse hooglanden, niet voor de beschutting in een Hollands bos. [..] Vroeger zou door zo’n mismatch tussen dier en omstandigheden binnen afzienbare tijd een nieuw ras zijn ontstaan, dat zowel mensvriendelijk als kortharig zou zijn […]. Is het te heet, dan zoeken Schotse hooglanders verkoeling en gaan ze minder grazen en om dat grazen was het de boswachters, te beroerd om zelf te maaien, te doen.
Schoonheid schept leven, lelijkheid is de dood in de pot. Gewild of ongewild, bewust of onbewust geef je je bloot aan seksuele selectie.
[Over de aanwezigheid van dokters op de slavenschepen …] niet allen voor de bemanning, ook voor de handelswaar. Zoals tegenwoordig het weerzinwekkende veetransport onder toezicht van de veterinaire dienst staat […].
Eten en drinken gelden als nationaal kenmerk bij uitstek. Zijn keuken bindt een volk vanouds meer dan zijn koning, zijn leger, zijn voetbalclub of zijn inzending voor het songfestival. Vroeger ging dat vanzelf. Je at waar je was.
Indelen in rassen daar is an sich niets mis mee. Het geeft overzicht. De problemen beginnen pas wanneer het ene ras boven het andere gesteld wordt.
[Over beschaving ten koste van slavernij…] Ook nu draait ze nog op uitbuiting van miljoenen slaven. Niet alleen van mensen, maar ook van dieren. Dit laatste heet veeteelt.
[Over het beschermen van rassen en het teloorgaan van volken …] Hondenrassen konden op meer steun rekenen dan mensenstammen. […] Honden zijn met hun ene soort zo veelvormig als het halve dierenrijk […]. Veel van die verschillen moeten latent al in de genen van de wolf te vinden zijn geweest en hoefden alleen maar door gericht fokken tot uiting te komen.
Jan Engelbregt
De auteur
Midas Dekkers (Haarlem, 1946) is bioloog en schrijver. Hij schreef columns over honderden diersoorten – verzameld in Alle beesten en oogstte veel lof met prachtig geïllustreerde bestsellers als Lief dier, De vergankelijkheid, De larf, Lichamelijke oefening, De kleine verlossing en De thigmofiel.
Midas Dekkers – Wat loopt daar? – Een biologische kijk op rassen, ISBN 978 90 450 4153 7, 367 pagina’s met talloze illustraties in kleur, uitgeverij Atlas Contact, € 32,99, oktober 2021