Vandaag vrij altijd vrij - gedichten - Anton de Kom
Babs Gons: ‘Strijdvaardig, demonstraties, gebalde vuisten, aanklachten’
Tussen die strijdvaardigheid weet hij ook te ontroeren, sommige lijken op Sinterklaasrijm
Voor de Surinaamse schrijver Anton de Kom – zie de korte biografie hieronder – is nog nooit zo veel publieke belangstelling geweest als in de laatste jaren, onder meer door alle aandacht voor zijn in 1934 gepubliceerde roman Wij slaven van Suriname.
Maar De Kom schreef meer, zoals gedichten. De basis voor deze in 2023 verschenen dichtbundel Vandaag Vrij Altijd Vrij wordt gevormd door zijn bundel Strijden ga ik uit 1969, naar een regel uit het gedicht ‘Vaarwel, Akoeba, Vaarwel’. Omdat De Kom de woorden ’Strijden ga ik’ niet zelf heeft gekozen, is de titel van het boek uit 1969 niet gehandhaafd. Bovendien is aan Strijden ga ik een aantal gedichten toegevoegd in deze nieuwe uitgave.
Vandaag Vrij Altijd Vrij bestaat uit de gelijknamige afdeling (19 gedichten uit de bundel uit ‘69) plus vijf gedichten uit de afdeling Overige gedichten. Ze worden ingeleid door Dichter des Vaderlands Babs Gons: ‘Zijn gedichten kruipen in en onder mijn huid.’ ‘Deze gedichten zijn strijdvaardig, het zijn protestmarsen, het zijn demonstraties, gebalde vuisten, aanklachten.’
Sinterklaasrijm
De bundel besluit met de Inleiding die destijds (1969) verscheen bij Strijden ga ik; wie deze schreef wordt helaas niet vermeld. Voorafgaand daaraan vinden we een verantwoording door Bertram Mourits, hoofd Collecties van het Literatuurmuseum in Den Haag, die ook voor de aantekeningen zorgde.
De gedichten vallen me eerlijk gezegd niet mee, er is regelmatig sprake van Sinterklaasrijm: ‘Je maakt mij van binnen tot as / Maar ik wil toch niet treuren / Want wat zou er met mij gebeuren / Indien jij, vurige liefde, er niet was’ en dan, poëzie is niet altijd de beste vorm voor het verwoorden van politieke strijd.
De waarde van De Koms poëzie moet denk ik gezocht worden in wat Babs Gons zo formuleert: ‘Anton de Koms taal geeft handen en voeten, bloed, geuren en kleuren aan een wreed verleden.’
En tussen alle strijdvaardigheid weet hij ons soms ook te ontroeren, bijvoorbeeld in de gedichten ‘Vaarwel Akoeba, Vaarwel’ of ‘De Marrons’, waaruit deze strofe:
‘Ik heb een vrouw, ik vond haar in ’t woud.
Ze heeft wollig zwart en kroesend haar
Een rode lendendoek die haar schone lichaam siert.
Geen ketenen aan benen of haar hart
Gebroken boeien van slaaf of smart
Want woud, moeras en wild zijn voor haar
Voor haar, hoort ge, voor haar’.
Adriaan Vermeulen
Anton de Kom, Vandaag Vrij Altijd Vrij, 62 pagina’s,
ISBN 978 90 254 7473 7, uitgeverij Atlas Contact, € 21,99, juni 2023
Meer over Anton de Kom
Anton de Kom (Paramaribo, 22 februari 1898 – Kamp Sandbostel, Neuengamme, 24 april 1945) was een Surinaamse antikoloniale schrijver en verzetsstrijder in Nederland. Zijn vader was nog geboren in slavernij; zijn naam is waarschijnlijk afgeleid van de plantage-eigenaar Mok.
De Kom gaat naar Nederland, maar vertrekt eind 1932 met zijn gezin weer naar Suriname, waar hij begin 1933 aankomt. Vanwege zijn antikoloniale opvattingen wordt hij door het gezag scherp in de gaten gehouden.
Hij wordt gearresteerd en in mei ’33 op een schip naar Nederland gezet. Daar schrijft hij verder aan zijn beroemd geworden boek Wij slaven van Suriname, dat in 1934 (overigens in gecensureerde vorm) verschijnt.
Na de Duitse inval in 1940, sluit De Kom zich aan bij het communistisch georiënteerde Nederlands verzet. In augustus 1944 wordt hij gearresteerd voor de deur van zijn woning in Den Haag.
De Kom overlijdt op 24 april 1945 aan tuberculose in Kamp Sandbostel.
Na de onafhankelijkheid van Suriname in 1975 wordt De Kom steeds meer vereerd als held. In 2020 werd hij toegevoegd aan de Canon van Nederland, een overzicht van onderwerpen die iedere Nederlander over de Nederlandse geschiedenis zou moeten weten.