Va-Banque - John-Alexander Janssen
Van opkomend zakenman tot risee-ondernemer
Ambitieuze havenbaron ziet zijn onderneming ineenschrompelen na bedrog zakenman ‘in goeden doen’
Vanuit een eenvoudig milieu komt Roemer de Haan als hij trouwt met Marieke Slingerlant, dochter van de reder Anthonie (op de flap Anthony genoemd) Slingerlant en vader van dochter Puck en zoon Sem. Anthonie heeft hem gekozen tot zijn opvolger als CEO, maar voordat het zo ver is heeft hij nog moeite met het omgaan met de CFO Frank de Zeeuw die tijdens een vergadering meldt dat cargo de best scorende divisie is met vijf procent groei. Roemer wil naar Odessa in Oekraïne als doorvoerhaven, maar De Zeeuw zegt dat ze net 5 miljoen hebben geïnvesteerd in een nieuw schip. Wat fors is voor een omzet van 41 miljoen. Cargo doet het weliswaar redelijk, maar niet zo bijzonder goed, dat meer investeren loont, meent De Zeeuw. ‘Banken willen zekerheid, logistiek groeit harder.’ Roemer noemt de Golfstaten en China, dat betekent meer export, meer vervoer. En collega Vaassen: ‘We moeten wegblijven uit oorlogsgebieden.’ In het boek, dat klaar was toen de oorlog in Oekraëne begon, is Odessa nog geen oorlogsgebied. Frank de Zeeuw vindt Oekraïne niet stabiel genoeg. Vaassen suggereert om het samsam te doen, eerst investeren in de opslagloods, dan Odessa. Dat scheelt risico’s en euro’s. Rotterdam heeft weliswaar een achterland van 480 miljoen consumenten.
Andere hoofdpersonen
In het boek staan ook andere hoofdpersonen centraal, zoals de Oekraïense journalist Andriy Yeremenenko die aan het oorlogsfront een verzoek krijgt waar hij toch niet op ingaat. Zijn zwager vraagt hem om met ontslag uit dienst te gaan als senior luitenant. Andriy heeft een zwaar gemoed dat hij een van zijn soldaten Yevgeniy Kravchuk achter heeft moeten laten. Die heeft het niet overleefd en wiens moeder hij moet vertellen dat hij Yevgeniy alleen liet in een brandend huis. De leiding had hem verboden om er maar een letter over te schrijven in de krant Gazeta. Ondertussen vraagt de legerarts Mitja Shvets zijn hulp om via de haven van Odessa te komen aan extra morfine. Dat met hulp van oligarch Oesmanov, de eigenaar van zijn krant. Ondertussen loopt Roemers Odessalijn ‘als een tiet’. Andriy is van plan om toch naar huis te gaan. Zijn vrouw Halyna hoort vandaag of hun kind een jongetje of een meisje wordt. Maar toch vindt hij dat hij eerst nog voor Gazeta moet vertellen hoe Semyon, zijn voormalige frontcommandant is omgekomen, maar dan wordt de vrachtwagen waarin hij zit, onder vuur genomen en daar ligt hij, onder de omgewoelde Oekraïense aarde, zijn leven is over.
Ontmantelen schepen
Sloppenwijkbewoner Joseph Nyale in Dar Es Salaam krijgt werk wanneer hij hoort dat er een sloopwerf wordt aangelegd voor schepen en daar het eerste schip uit elkaar haalt en eindelijke geld thuisbrengt voor zijn vrouw Victoria die zal zeggen dat hij een goede man is. Ondertussen zijn bij het sioopwerk al drie mensen gesneuveld, voor begraven en herdenken is nauwelijks tijd. De vraag is of Joseph het ook gaat overleven, want de omstandigheden zijn erbarmelijk. De Chinezen die het opgezet hebben en daarvoor de mangrovenbossen hebben gekapt, gaan dag en nacht door. Is Roemer ook bij deze investering betrokken? Zo lijkt het wel want het ontmantelen van oude schepen heeft de rederij al een hoop geld bespaard. Als zelfs de bedrijfsleider Mbale het loodje legt, gaat Joseph terug naar huis en bouwt een huis voor zijn gezin. Hun dochter gaat studeren en wil dokter worden. Garantie voor de toekomst.
Biesbosch
Maar ook Dennis Kamp die in Rotterdam zonder baan nauwelijks rond kan komen is een hoofdpersoon. Hij biedt zijn hond Dino aan om te vechten met andere honden. Honorarium 250 euro vooraf en 500 na afloop, maar hij kan het gevecht niet aanzien en geeft het geld terug. Daar nemen ze geen genoegen mee en de volgende dag moet hij volle vaten sjouwen die gedumpt worden in de Biesbosch. Met dochter Nina bezoekt hij de dierentuin en zo ontmoet de wat sjofel uitziende Dennis Roemer op het hockeyveld waar Puck na afloop uitbundig ‘tot volgende week’ roept tegen Nina. De goedgeklede man bij de hondengevechten die hem heeft laten gaan, laat weten dat hij een baan kan krijgen bij de douane. Voor het eerst verdient hij weer goed geld, maar als puntje bij paaltje komt moet hij de namen weten van rederijen die niet door de douane gecontroleerd worden. Schepen die varen naar Oekraïne, Odessa. ’Geef de namen op van drie schepen die die route bevaren en de ligplaatsen. Spreek deze gegevens in op de bijgaande wegwerpgtelefoon en gooi die daarna weg,’ luidt het bevel.
Op kerstavond zijn de cadeaus die Marieke online voor Puck en Sem heeft besteld niet op tijd afgeleverd. Gelukkig heeft Roemer dat wel goed gedaan. Hij kocht een kassa, een Lego-set, een trui en een leeuwenkop voor Sem en een kinderkeukentje, een armband en een poppenhuis voor Puck. Vader Anthonie is nog steeds niet gekomen, op telefoon reageert hij niet. Voor Marieke heeft Roemer drie glanzende als sieraden gepresenteerde strings, maar ook rosé gouden, met diamantjes ingelegde oorbellen.
Heftige kramp
Dan stapt Roemer op kerstavond in de auto om zijn schoonvader te halen. Op zijn kantoor brandt nog licht. Hij ziet Slingerlant zitten in zijn stoel, voor zich uitstarend, met een vreemde uitdrukking op zijn gezicht. Hoe kan deze man nog CEO zijn? Als hij zegt: ‘Anthonie?’ komt er geen reactie. Hij ziet Roemer staan, maar niet voor zich. Hij ziet hem ergens anders, aan de uiterste rand van zijn netvlies. Een heftige kramp in zijn hartstreek. De stem van zijn schoonzoon: ‘Hallo, hoor je wat ik zeg?’ Hij hoort het en beweegt zijn hoofd. Zijn mondhoek hangt scheef (beroerte?). Zijn hand op weg naar zijn hart, valt op tafel en op dat moment ziet Roemer hoe de oogopslag van zijn schoonvader verandert. Hoe hij die ooit immuun had geleken voor aftakeling, in elkaar zakt, alsof hij alles in éen keer loslaat. Alles waarvoor hij tot in diezelfde seconde nog had geleefd.
Over de auteur
John-Alexander Janssen (1984) studeerde geschiedenis en rechten in Amsterdam, Leiden, Jeruzalem en Parijs. Hij schreef eerder Een verhaal uit de zonnestad en Trocadéro. Zijn werk werd bekroond met De Bronzen Uil Publieksprijs en stond op de longlist van de Libris Literatuur Prijs.
In Zwitserland in Luzern staat naast het chalet, dat Mariekes vader in de jaren zeventig heeft laten bouwen, plotseling een enorm huis dat zijn nieuwe buurman Luiz de Furá heeft laten bouwen en Roemer bekijkt het huis. In de hal ligt een marmeren vloer die is bedekt met een glazen plaat. Daaronder in een grote zandkuil, liggen twee kleine krokodillen. Het huis heeft behalve een sauna ook een fitnessruimte en twee zwembaden – binnen en buiten, het laatste versierd met rotspartijen en beplanting als een Japanse onsen. Fura is een zakenman in goeden doen (’Let the money do the talking’) en compagnon van een Britse lord Foxstringham. Zijn kantooradres zit in Londen aan Harley Street. Als een e-mail de komst van zijn Zwitserse buurman in Nederland aankondigt, reageert Roemer – die inmiddels zijn lastige CFO-man Frank de Zeeuw heeft vervangen door een meer meedenkende CFO’er – en onder de indruk is met: ‘Dear Luiz may I suggest we book a meeting room?’
Oligarch Oesmanov
Wat Roemer zich niet realiseert is dat hij de vergissing van zijn leven begaat. Niet voor niets betekent het dat bij Va-banque de speler net zo hoog inzet als de totale som in de pot, oftewel de bank. Luiz de Furá, die in werkelijkheid een Zweed is en Miroslav Malmström heet, met alleen op naam van Gibralinvest een kantoor in Londen doet zich veel mooier voor dan hij is, maar daar komt Roemer te laat achter. Drie miljoen krijgt hij gestort op de bank van de onderneming, maar de schuld van de oplichter is 26 miljoen. Hoe kan hij dat verlies inhalen? Gelukkig zijn er stabiele inkomsten, maar het bedrijf zal aan alle kanten de broekriem moeten aanhalen. Gelukkig zijn er ook paradepaardjes zoals het vervoer van fentanyl (dat goedkoper is dan morfine) naar Odessa, de haven van Oekraïne (de oorlog is nog niet begonnen) op bestelling van oligarch Oesmanov, waar drie schepen van de rederij mee onderweg zijn. Dan blijkt dat Marieke haar baan, ze kan partner worden van DTK, op het spel zet wanneer ze laat blijken hoezeer dit kantoor aan de leiband van multinationals werkt die nauwelijks belasting betalen. Maar ook handel drijven met schepen zoals gebeurt in Oekraïne. De Fiod staat voor Roemers deur. Welke uitweg heeft hij nog? En moet hij zijn schepen verkopen aan een Griek, kan hij zo een faillissement voorkomen?
Juist als Marieke denkt meer tijd te hebben met Puck en Sem, meer van haar leven wil genieten en het een andere draai wil geven, denkt Roemer aan de kunstenaar in de Cold Case-galerie van galeriehouder Jappe Drost die zijn scrotum met een spijker aan een plank bevestigde. Het is afschuwelijk en intrigerend tegelijk. Maar wat heeft hij nog te verliezen? Tenslotte zei Marieke dat ze zwanger is. Zou hij kunnen doen wat de kunstenaar deed? Van de gedreven zakenman van de wereld is weinig meer over. Het leven een desillusie geworden. Zijn laatste woorden vragen om hulp. Hij is moederziel alleen. Alles is nog te redden, maar zelf ziet hij geen uitweg meer. Of kan iemand hem nog helpen? De cijfers duizelen hem, zijn niet meer van belang. De afgrond nadert. Hoe nu verder in deze onderhoudende roman van thrillerallure.
John Alexander Janssen – Va-banque, 348 pagina’s, ISBN 978 90 295 4246 3, uitgeverij De Arbeiderspers, € 20,00, mei 2022