Urbina - Eric de Brabander
Urbina is een geslaagde en boeiende roman
Een combinatie van een mooi verhaal en fantasie, kortweg faction
In de onlangs verschenen roman Urbina van de 70-jarige Curaçaose schrijver Eric de Brabander worden in de eerste vier hoofdstukken de hoofdrolspelers geïntroduceerd. Ten eerste Juan Vicente Gómez, geboren in 1857, met korte tussenpozen alleenheerser over Venezuela van 1908 tot zijn dood in 1935. Hij regeert met harde hand. De tweede is Henri Deterding, (1866 -1939), Nederlands ondernemer die in Duitsland woont, tot 1937 directeur bij Koninklijke Shell. Door deze positie weet hij vestigingen te realiseren in olierijke landen zoals Venezuela, dat olie levert aan de raffinaderij op Curaçao. Zijn relatieve onbekendheid is te wijten aan zijn sympathieën voor het naziregime van Adolf Hitler, waardoor hij in de vergetelheid belandt.
De derde is Rafael Urbina, geboren in 1897, Venezolaans politiek leider en revolutionair, met name strijdend tegen het dictatoriale regime van Juan Vicente Gómez. In 1929 leidt hij een overval op het Curaçaose Fort Amsterdam, het onderwerp van deze roman. De vierde is Gustavo Machado Morales, een Venezolaanse communistische advocaat en politicus, een van de oprichters van de Communistische Partij van Venezuela en de Communistische Partij van Cuba. Hij neemt deel aan de overval op Curaçao in 1929. In 1983 overlijdt hij in Caracas op 84-jarige leeftijd.
En tot slot, Leonard Albert Fruytier (1882-1972), Nederlands ingenieur en inspecteur, ten tijde van de overval van Urbina gouverneur van Curaçao.
Over de auteur
Eric de Brabander (Voorburg, 1953) is een Curaçaose schrijver, tandarts en wetenschappelijk onderzoeker. Hij debuteerde in 2009 met Het hiernamaals van Doña Lisa bij uitgeverij In de Knipscheer, dat later in het Papiaments werd vertaald. Bij In de Knipscheer publiceerde hij nog 9 andere boeken, waaronder Urbina dat in oktober 2023 verscheen.
De overval
Rond 1929 wonen er op Curaçao – what’s new – veel Venezolanen, legaal en illegaal. Vaak gevlucht voor het regime van Gómez. Veelal werken zij bij de raffinaderij, voor een schamel loontje. Een staking is niet ondenkbaar. Ook zou het eiland, dat was eerder gebeurd, kunnen gaan dienen als uitvalsbasis voor een bewapende beweging die Venezuela zou moeten verlossen van zijn wrede president.
Henri Deterding heeft de Nederlandse regering hier diverse keren voor gewaarschuwd. Curaçao beschikt zeker niet over voldoende mankracht en wapens om hiertegen op te kunnen treden, maar Nederland reageert lauw.
En dan wordt het 8 juni 1929. Minstens honderd Spaanssprekende mannen luisteren naar de laatste instructies van Rafael Urbina, die 45 mannen aanwijst die in de laadbakken van vrachtwagens moeten plaatsnemen. De rest verdeelt hij over een groep die naar de olieraffinaderij gaat en een die zich verspreidt over strategische plekken in de stad.
Het doelwit, Fort Amsterdam, waar wapens en geld te halen zijn, is in no time overmeesterd. Er vallen enkele doden en gewonden. De overvallers vluchten met het schip de Maracaibo naar Venezuela. De Brabander: ‘Fruytier had niet kunnen geloven dat hijzelf en kapitein Borren samen met enkele andere officieren als gijzelaar aan boord meegenomen zouden worden. De buit van de Venezolanen bestond uit 197 geweren, 4 mitrailleurs, 1 veldkijker, 38 pistolen, 75 klewangs, 7000 patronen, 150 kardoezen en 4 sluitstukken van de saluutbatterij, wat kapmessen en ledergoed, en bijna 4000 gulden uit de koloniale kluis.’
Voor de kust van Falcòn, deelstaat in het Noordoosten van Venezuela, gaan Urbina en zijn medestrijders van boord. De Maracaibo vaart, inclusief Fruytier en Borren, terug naar Curaçao. Van een staatsgreep komt niets terecht.
Afloop
Het is voor Nederland, officieel bevriend met Venezuela, een blamage. De Brabander: ‘De veroordeling van garnizoenscommandant Borren en de vernedering van Leonard Albert Fruytier die na terugkomst in Nederland genoegen moest nemen met een standplaats als hoofdinspecteur in Maastricht, waren tekenend voor de manier waarop Nederland met de schaamte en de schande omgegaan was.’
Urbina komt in Mexico terecht. Gómez overlijdt in 1935.
De opvolger van Gómez, López Contreras, verleent Urbina amnestie, hij kan weer naar Venezuela terug. Daar merkt hij dat hij door de omwenteling zijn bezit en kapitaal is kwijtgeraakt. Dat pikt hij niet en verzint een plan om de president te ontvoeren.
Dat mislukt, hij wordt gevangen en doodgeschoten. Het is dan 1950, Urbina is net 53 geworden.
Kenmerkende trekjes
Een aantal terugkerende trekjes in het werk van Eric de Brabander valt op.
Allereerst zijn interesse voor gebitten. En dat is niet verwonderlijk, hij is immers naast schrijver ook tandarts. Een formulering als ‘de ondergaande zon deed de hemel kleuren als ontstoken tandvlees’ kan alleen een tandarts bedenken.
Verder houdt De Brabander van symboliek en bovennatuurlijke verschijnselen. Wellicht speelt zijn waardering voor Zuid-Amerikaanse literatuur hierbij een rol.
Tot slot: Eric de Brabander lijkt er een haast wellustig plezier aan te beleven om beschrijvingen van gebeurtenissen en personen zo nu en dan lekker dik aan te zetten.
Zoals de plastisch verwoorde martelpraktijken of de typering van de vrouw achter Gómez, Eugenia, die eruitziet als ‘een vruchtbare vrouw van om en nabij de dertig. Daarbij kwam nog dat ze beeldschoon was met haar volle borsten, het lange donkerbruine haar dat haar weelderige vormen accentueerde, de bronskleurige huid en hagelwitte tanden omlijst door zachtroze lippen.’ Toe maar. En dan hebben we het hier wel over een vrouw van over de 70.
Dat hij het ook ingetogen en subtiel kan, blijkt uit een van de mooiste scenes uit het boek, waarin een van de opstandelingen, Dionisio, uiteindelijk in een klein Venezolaans dorpje terechtkomt:
“Vanavond is het jouw beurt Dionisio,” zei Coíto in het Wayuu. [De Wayuu, afstammelingen van de Arowakken, bewonen het verre noorden van Venezuela.] Niet begrijpend keek Dionisio Bóc aan. “Hij bedoelt dat jij vanavond de ezel mag berijden,” vertaalde Bóc in het Spaans. “Berijden?” “Je mag haar nemen. Er staat een houten bankje waarop je kan staan, net hoog genoeg.”’ Verbaasd keek Dionisio Bóc aan. Hij herinnerde zich de vrouw in Tucacas tijdens zijn vlucht uit Venezuela die hem de hand las en daar een ezelin in zag. “Er zijn hier geen vrouwen, Dionisio. En die zullen er ook niet komen.” […] Het duurde even voordat het tot Dionisio doordrong dat het Bóc volle ernst was. Hij vroeg zich niet af waarom het idee hem niet weerzinwekkend voorkwam. Integendeel. Hij bevond zich op de grens met het verleden, de grens met een wereld die hij achter zich had gelaten. De grens tussen de sterveling die hij geweest was en de man die hij worden zou.’
Faction
De Brabander baseert zijn roman op feitelijke gebeurtenissen en personen. Maar om een mooi verhaal te krijgen – en dat is Urbina – is ook fantasie nodig, en daarover beschikt de schrijver in ruime mate. Het genre is faction gaan heten: een mengeling van facts en fiction.
Urbina is een geslaagde en boeiende roman, alweer de zevende van de waarschijnlijk productiefste auteur van het eiland.
Adriaan Vermeulen
Eric de Brabander – Urbina, 236 pagina’s, ISBN 978 94 93214 84 2, uitgeverij In de Knipscheer, € 22,00, oktober 2023