Tuva 2 - Zwart zout - Will Dean
Journaliste Tuva ooggetuige bij zelfmoord en moord in en rond dropfabriek
Familie Grimberg is al drie generaties eigenaar en werkgever 400 mensen
Zwart zout is de tweede thriller van de Engelse auteur Will Dean over de dove journaliste Tuva Moodyson, die zich mensen kan verstaan met door batterijen versterkte gehoorapparaatjes. Dean heeft zich gevestigd in Zweden. Zijn hoofdpersoon schrijft voor Gavrik Posten, een lokale krant, waarvan ze afscheid neemt, over twee weken krijgt ze een beter betaalde baan in Malmö met een mooi appartement. De titel Zwart zout slaat op de drop die gemaakt wordt in de plaatselijke fabriek van de familie Grimberg, die al sinds 1839 bestaat.
Voordat ze een nieuwe baan krijgt, moet ze haar laatste stukken voor de krant schrijven. Op straat ziet ze vlak voor haar neus Gustav Grimberg, de directeur van de dropfabriek de trap van de rechter schoorsteen van de fabriek beklimmen tot aan de gsm-masten en -antennes toe, waarna hij zich naar beneden stort op de keien voor de fabriek. Zijn hoofd barst als een watermeloen uit elkaar. Dat aangrijpende moment zal Tuva niet gauw vergeten. Kort daarvoor had ze Andersson, de conciërge van het bedrijf meegenomen uit het Utgardbos, waar hij in zijn kapotte auto zat, en zou kunnen bevriezen. De dropfabriek generaties lang de grootste werkgever van Gavrik en biedt werk aan 400 mensen.
Als Tuva later praat met politieman Thord over de zelfmoord van Gustav Grimberg hoort ze dat zijn vader Ludvig twintig jaar daarvoor ook zelfmoord heeft gepleegd, maar dan met vergif. Is er iemand die Gustav ertoe aangezet heeft om de hand aan zichzelf te slaan? De volgende middag bezoekt ze de begrafenis op het St. Olov, waar hij begraven wordt in het familiegraf. De avond daarvoor zag ze daar het grafje van lila Ludo, kleine Ludo Grimberg (1998-2005), slechts zeven jaar oud. Zoon van Gustav en Anna-Britta, broer van Karin. De bezoekers krijgen na afloop koffie en thee en appelcake en chocoladetaart in de kantine van de dropfabriek. ’s Avonds is ze gast van David ’Ghostwriter’ Holmqvist, waar gesmoorde ossentong op het menu staat en als dessert toe een overheerlijk frambozentoetje. Hij vertelt haar dat hij een boek schrijft over de Grimberg-dropfabriek van drie generaties. ‘Een soort familiesaga, gekruist met wat postindustriële geschiedenis, vermengd met een ietwat ellendige jeugd.’
De auteur
Will Dean groeide op in de East Midlands. Na zijn studie rechten werkte hij een tijd in Londen, waarna hij voor de liefde naar Zweden emigreerde. Voor zijn gezin bouwde hij er eigenhandig een houten huis, diep in de bossen in een zeer afgelegen stuk van het land. Zijn thrillerserie over de dove Tuva Moodyson wordt internationaal bejubeld.
Tuva biedt hem aan om hem te helpen met de familiegeschiedenis door gesprekken met de drie vrouwen in Gustavs leven: dochter Karin, haar moeder Anna-Britta en haar schoonmoeder Cecilia. Dit omdat David niet echt verder komt met de drie. Tuva vraagt daarvoor 20.000 kroon en hij gaat erin mee omdat ze bewezen heeft met haar stukken in de krant dat ze goed is in human interestverhalen. Ze krijgt de ene helft van de betaling bij inlevering van de interviews en de andere helft bij publicatie van het boek en heeft acht dagen om het karwei te klaren.
Ze maakt kennis met Anna-Britta, die de dagelijkse leiding heeft en vertelt dat ze een rondleiding door de fabriek krijgt van conciërge Andersson. Daar ziet ze in een oude oven die hij laat zien een drupje bloed vloeien, van ongedierte? In de ontvangstkamer kan ze Karin, Anna-Britta en Christina interviewen. Anna-Britta heeft geregeld dat ze meegaat met een bestelbuschauffeur om te zien hoe de drop bezorgd wordt bij de afnemers. Met haar afscheidsstuk voor de krant en deze klus krijgt ze het nog druk voordat ze definitief naar Malmö afreist. Curieus is dat ze ontdekt dat Andersson de (enig) aandeelhouder is die 10% bezit van de dropfabriek. Hij erfde een boerderij die hij voor een smak geld heeft verkocht en in plaats van te emigreren naar Thailand koos hij ervoor het geld in de dropfabriek te stoppen, wat het bedrijf toen ook erg nodig had. Ook de vrolijke paradijsvogel Cecilia laat haar de zolder zien waar ze woont. Later valt ze van de trap en ze zegt dat iemand haar heeft geduwd. Gelukkig houdt ‘Cicii’ er na onderzoek van ambulancepersoneel er weinig aan over. Dokter Stina Johanssson houdt haar onder controle.
Het bloed blijkt te zijn van een man die aan het eind van een stempeltafel ligt. Het is Per Gunnarsson. Hij was een Einzelgänger zonder vrienden, want een notoire pester op school, zo heeft hij David vier jaar lang gepest. In het dagelijks leven is hij opzichter bij de kwaliteitscontrole. Op zijn open ogen liggen twee Grimberg-muntdropjes. Zijn mond zit vol dropjes, het is een grote zwarte massa in zijn keel. De doodsangst is nog van het gezicht van de vermoorde man af te lezen. In zijn hals zit een licht sneetje. De wond is zo klein als de incisie voor een hernia-operatie of het verwijderen van een moedervlek, maar hij is diep. Bij de autopsie blijkt dat de snee vrijwel zeker gedaan is met een scalpel. De moordenaar heeft vermoedelijk direct de slagader gevonden, want hij is leeggebloed. Hij heeft het gedaan met de precisie van een hartchirurg. Opvallend: in de wond zelf zit een tand, die blijkt later van een herdershond te zijn, zegt Karin Grimberg die een doosje heeft met tanden van onder andere een hond, wolf, een vos en een das. ‘Deze komt het dichtst in de buurt bij wat Andersson heeft gefotografeerd,’ zegt Karin. Er is dus een meedogenloze moordenaar ‘onder ons’, constateert Tuva. Maar wie? Gesproken wordt over de voortvluchtige veerman, wie bedoelen ze daarmee?
Als Tuva met Tammy van de foodtruck een borrel drinkt bij Ronnies en spreekt over de Grimbergs wordt ze door een rode vrouw van de fabriek (die ze de Rode noemt) en eerder in de kantine heeft gesproken. tot de orde geroepen met een ‘mondelinge waarschuwing van Anna-Britta Grimberg zelf’ dat ze het protocol heeft overtreden. Niemand spreekt in het openbaar over de fabriek, dus dat mag zij ook niet doen. En: ‘Blijf de volgende keer uit de buurt als ik aan het werk ben.’ Ondertussen heeft ze in de kantine wel geroddeld over ‘pisbroekie’, Agnetha Hellbom, de ‘hebzuchtige koe’ die op het kantoor met papier schuiven drie keer zoveel verdient als zij en getrouwd is met advocaat Hendrik ‘Ken’ Helbom die vroeger zo arm was als de kerkratten. De advocaat met het gladgestreken gezicht en de Mercedes-jeep is zijn leven lang jaloers geweest op Gustav Grimberg, al vanaf de lagere school. ’Hij heeft Grimbergs buitenhuis gekocht, wist je dat?’ Het huis waarvan de twee vleugels zijn afgebrand. Het schijnt dat Hendrik en Agnetha zelf thuis botox gebruiken om hun gezicht te restylen.
De moord op Per Gunnarsson krijgt meer aandacht in de media dan het bejaarde echtpaar dat doodgevroren in hun auto is gevonden op een uur noordwaarts van Gavrik, maar anders zou dit wekenlang het belangrijkste verhaal zijn geweest. Hun auto, een Volvo van 1987, gleed meteen van de weg en belandde in een greppel, dood binnen twee uur. Volgens politieman Thord waren ze te oud om de weg op te gaan, maar ze wilden hun dochter bezoeken die in het ziekenhuis lag met een bronchitis. ‘Noora (een nieuwe politieagent – redactie) vond ze als twee ijslolly’s, ze keken nog steeds recht voor zich uit door de voorruit.’ Tuva gaat naar de plek waar het echtpaar gevonden is en maakt er foto’s. Er liggen twee boeketten met bloemen. Onder een gemengd boeket vindt ze een pakje zoute Grimbergdrop. De oude mensen hier zijn er dol op. Zij zijn de belangrijkste afnemers van het bedrijf, vertelt Anna-Britta. Tuva zegt voor die avond het ritje af met de bestelbusje van Grimberg en dat is maar goed ook want als het eenmaal donker is hoort ze de sirenes van een politieauto en een ambulance. Ze achtervolgt ze en ziet het verongelukte busje in een greppel liggen. Als ze de passagiersstoel ziet, denkt ze dat het goed is dat ze niet is meegegaan, ze was anders dood geweest. De bestuurder wordt naar het ziekenhuis vervoerd en blijkt een broer te zijn van conciërge Andersson. Hij is verantwoordelijk voor het wagenpark. Wanneer ze hem vraagt of ze zijn broer kan verhoren, weet hij dat niet. Sterker: ‘Ik heb hem al 22 jaar niet gesproken.’ Ze zoekt de broer van Andersson op in het ziekenhuis.
Thord zegt dat de politie op zoek is naar een man die met een 4 x 4-wagen of SUV heeft gereden, kleur donkerblauw of zwart. Het is wel apart dat advocaat Hendrik Hellbom ook in een 4 x 4 Mercedes rijdt.
Tuva heeft met weemoed afscheid genomen van haar onverwoestbare Toyota Hilux-pick-up waar ze jarenlang plezier van heeft gehad. Ze kan hem nog niet zes dagen extra huren en krijgt in plaats daarvan bij de garage een roestige Toyota Tacoma. Nils van de krant helpt haar de accu op te laden. Lena laat haar kennismaken met Sebastian, die ze Jukbeen noemt, haar opvolger bij de krant. Als ze samen door Gavrik lopen laat Sebastian weten dat hij in de weekends bij zijn ouders logeert. Terwijl in het weekend vaak de dingen gebeuren. Het is een verwend joch van 22 die het vak nog moet leren, zo lijkt het. Op de krant staat Tuva bekend om haar betrokken en persoonlijke verhalen, zoals over de Medusa-moorden. Nils vindt het topverhalen en denkt ook dat ze daarmee de oplage een boost heeft gegeven. ‘En nu pak je de Veerman-beul ook weer aan als een beroeps.’
De volgende dag praat ze met de in het zwart geklede dochter Karin in de Grote Salon. ‘Iedereen denkt dat het hier een paleis is met kroonluchters en gouden kranen,’ zegt Tuva tegen Karin die haar meer vertelt over het huis waarin ze nog steeds woont met haar moeder en oma. Karin laat ook ‘de kast van het leven’ zien met fauna bovenaan, zoals de milt van een kogelvis en de gedroogde kop van een zwarte mamba. Een schorpioen of de restanten ervan. Daaronder de paddenstoelen, zoals de Engel des Doods en een heksenboleet, twee dodelijke dapperlingen uit het Utgardbos. Weer daaronder in de kast de flora, zoals de wolfskers, gifsumak, dolle kervel en drakenwortel. Ook is er een zwartfluwelen kussen met een pil zo groot als een peperkorrel: cyaankali. Verder verschillende kogels en geweerpatronen die haar grootvader Ludvig meenama uit China. De ploertendoder ontbreekt. Haar moeder bewaart hem onder haar bed. In een middelgroot laadje links zit een glazen flaconnetje met een schroefdop die opa heeft meegenomen uit de Levant. Het bevat het gif van een inlandtaipan. De giftigste slang die er is, goed om vijftigduizend muizen te doden. Ludvig had dus materiaal genoeg om zichzelf te doden. Van politievrouw Noora hoort ze meer details over het onderzoek over de moord op Gunnarsson na de brand in de zoethoetschuren en het duwen van Cecilia van de trap. Tuva heeft taxichauffeur Svensson gevraagd naar de achtergrond van de aandeelhouder van 10% Anderssson. Daarna heeft ze in het huis van Tammy een intiem onderonsje met Noora. Bij Tammy wil ze tot maandag logeren voordat ze definitief verhuist naar Malmö, maar verkast dan toch naar het plaatselijke hotel. Haar appartement heeft ze opgezegd. En tot maandag blijft het behelpen met de veel minder geriefelijke Toyota, waarmee ze nog in een greppel belandt en er niet uit kan. Ze mag een nachtje logeren bij de twee oudere zussen Alice en Cornelia die trollen uit hout snijden in het Utgardbos. Maar ze mist daardoor wel haar afscheidsfeestje bij Ronnies. Een tractor van Magnusson met een sneeuwschuiver voorop bevestigd, sleept haar auto de volgende dag uit de greppel. Als ze afscheid neemt van David Holmqvist, de schrijver van het boek over de familie Grimberg gebeuren er geheel onverwachte dingen die een andere wending geven aan het boek, dat verrast door tal van nieuwe ontwikkelingen, die de lezer zelf mag ontdekken. Zwart zout verveelt door de originele aanpak van de auteurr geen moment, net als het eerste boek De jacht.
Will Dean – Tuva 2 – Zwart zout (verscheen in Zweden onder de titel Red Snow bij Point Blank) werd vertaald uit het Engels door Catalien en Willem van Paassen, 445 pagina’s, A.W. Bruna Uitgevers, € 21,99, september 2021