Roman 11, boek 18 - Dag Solstad
Het kleine leven van een belastinginspecteur die toneel speelt en zingt in bioscoop
Verlamd komt hij terug na een verkeersongeval in Litouwen, is het spel of echt?
De nieuwe roman van de Noorse schrijver Dag Solstad gaat over belastinginspecteur Bjørn Hansen. Hoewel hij meer belangstelling had voor de literatuur en kunst en de zin van het leven koos hij een studie economie in Oslo en kwam terecht op een departement van een ministerie. Op zijn 32ste was hij al afdelingshoofd. Naast zijn vrouw Tina en een zoontje van twee, Peter, had hij ook een minnares, Turid Lammers. Toen haar vader overleed, verhuisde ze naar zijn oude villa in Kongsberg en ze raadde Bjørn aan om te solliciteren in Kongsberg als belastinginspecteur. Hij liet zijn gezin in de steek. Tina zëi daarop diverse keren toen hij verhuisde: ‘Dat was het dan’. Ze pakte haar biezen naar haar ouders in Narvik met haar zoontje. In Kongsberg hield minnares Turid zich vooral in haar vrije tijd bezig met toneel. Daar werden door de Toneelvereniging Kongsberg veel operettes uitgevoerd. Jaarlijks in ieder geval zes voorstellingen in de bioscoop van Kongsberg. Daar deed Bjørn ook aan mee, bijvoorbeeld dansend en verkleed als cowboy in Oklahoma. Tot hij het genoeg vond en voorstelde om een stuk van Ibsen uit te voeren. Het werd De wilde eend. Ze hadden verschillende uitvoeringen van Ibsen gezien in het Nationale Theater. Bjørn zou de rol van Hjalmar Ekdal spelen en Turid (alhoewel operettes haar het best lagen) Gina Ekdal. Nota bene haar rol werd nog het meest geprezen, maar het stuk een flop. In plaats van zes waren er maar vier uitvoeringen. Bij de vierde en laatste uitvoering zaten er maar achttien betalende kijkers in de zaal.
Voor Bjørn had Tina met haar 44 jaar haar aantrekkelijkheid verloren. Zelfs een dertigjarige ingenieur wist niet hoe snel hij het huis moest verlaten als zij met hem liederen wilde doornemen achter de piano gaf. Hij slaakte een zucht toen Bjørn binnenkwam, zodat hij van haar verlost was. Veertien jaar hield Bjørn het met Tina uit, tot hij besloot haar te verlaten en naar een flat te verhuizen.
De zingende tandarts Herman Busk deed niet mee. Wel aan de eerdere operette-uitvoeringen. Met hem raakt Bjørn bevriend. Elke zondag wandelen ze in de omgeving van Kongsberg, zo nu en dan eten ze dan bij Herman thuis een warme maaltijd, De lamsbout van Berti staat dan al klaar.
Wanneer Bjørn last heeft van zijn maag gaat hij naar dokter Schriøtz . Die kan niets vinden, maar volgens Bjørn is hij verslaafd, de dokter zoekt hem ook privé thuis op. Ze beramen een plan. Later wordt duidelijk waar het om gaat. De dokter claimt dat hij dan de helft van het verzekeringsgeld wil hebben.
De auteur
Dag Solstad (Sandefjord, 1941) wordt veelvuldig genoemd als de Noorse droomkandidaat voor de Nobelprijs voor Literatuur. Als schrijver en dramaturg heeft hij meer dan dertig boeken op zijn naam staan en is hij een van de meest vooraanstaande auteurs van Noorwegen. Zijn vroegere werk was min of meer omstreden vanwege maoïstische tendensen. Naast romans schreef hij ook toneelstukken. En een aantal journalistieke stukken over verschillende wereldkampioenschappen voetbal. Zijn werk is verschillende malen bekroond. In 2017 ontving Solstad de prestigieuze Nordic Prize van de Zweedse Academie.
Dan krijgt hij een brief van zijn zoon Peter, inmiddels 20, ze hebben elkaar het laatst 6 jaar geleden gezien en gesproken. Die komt net van militaire dienst en gaat studeren in Kongsberg. Hij vraagt of hij een paar maanden bij hem mag logeren tot hij een vaste verblijfplaats heeft gevonden. Bjørn is aangenaam verrast en maakt plaats voor zijn zoon in zijn vier kamerappartement.
Peter komt bij hem wonen, maar verrassend genoeg leidt hij een eigen leven. Hij komt en gaat. Soms eten ze samen als hij thuiskomt van zijn studie Optometrie aan de Technische Hogeschool, zodat hij opticien kan worden. Misschien wel in een van de winkels van Algot Blom, die zei dat hij in Kongsberg zou studeren, maar later blijkt als hij niet gekomen is dat hij de studie in Londen volgt (altijd het hoogste, het beste zegt een medewerker). Peter leent zijn auto om met medestudenten naar Oslo te gaan naar een rockconcert. Als hij de studenten vraagt om een bijdrage voor de benzinekosten, weigeren ze. Hij laat ze uit de auto stappen waarna zij een taxi nemen. Als Hansen op zondag naar het Grand Hotel gaat om te eten, voelt hij zich schuldig dat hij Peter niet meeneemt, die staat thuis vier worstjes te bakken of soms karbonaadjes. De relatie tussen vader en zoon wil maar niet close worden. Met kerst gaat Peter naar Narvik naar zijn moeder, die Hansen in de steek liet voor Turid toen hij nog maar twee was. Dan vertrekt Hansen op een dag met het vliegtuig naar Vilnius vanuit Oslo via Kopenhagen. In Litouwen is hij met een gezelschap Noorse gemeenteambtenaren om collega’s in Litouwen het een en ander over democratie bij te brengen. Dan brengt hi een bezoek aan het ziekenhuis van Vilnius en spreekt met dokter Lustinvas, die biedt hij tienduizend dollar (en 1000 als voorschot) als hij doet wat hij wil.
Het gezelschap mist hem en nadat ze weten dat het niet zo ernstig is, vertrekken ze weer naar Noorwegen. Ze hebben gehoord dat hij een verkeersongeluk heeft gehad. Hij is omringd met gips en verband. Hij verblijft weken in het ziekenhuis en wordt vertroeteld door de verpleegsters. Tot hij ‘genezen’ is blijft hij daar. Deze situatie maakt het leven van dokter Lustinvas een stuk aangename door het geld. Als hij uit het ziekenhuis wordt ontslagen, wordt hij uitgeleide gedaan door de verpleegsters en krijgt een speciale plek in het vliegtuig met een hem speciaal begeleidende stewardess. Terug in Noorwegen brengt een ambulance hem naar het ziekenhuis naar dokter Schiøtz op hem wacht. De dokter reageert totaal niet op het spel dat beiden hebben gespeeld, maar informeert alleen naar het verzekeringsgeld (160.000 kronen). Hij bezoekt hem thuis voor zijn deel 40.000 en komt een half jaar terug voor de overige 40.000. Echt contact met de dokter krijgt hij niet. Hij wordt naar zijn appartement gebracht. Zijn zoon heeft inmiddels een andere kamer, niet ver van de hogeschool. Als zijn vriend de zingende tandarts Herman Busk hem uitnodigt voor de zondagsmaaltijd met lamsbout weet hij niet hoe hij zich moet gedragen. Als hij naar de wc moet laat hij zich door Busk naar het toilet rijden. Daar doet hij zijn plas staande. Eigenlijk wil hij wel toegeven dat er iets niet klopt en dat hij geen invalide is. Maar Herman en Berit kijken al verheugd als hun oude vriend eindelijk weer gast bij hen wil zijn, want dat is al tijden niet van gekomen.
Dag Solstad – Roman 11, Boek 18 (oorspronkelijke titel Ellevete roman, bok atten, verschenen in 1992 bij Forlaget Oktober), vertaald uit het Noors door Edith Koenders en Adriaan van der Hoeven, 182 pagina’s, ISBN 978 94 463 81018 0, uitgeverij Podium, € 18,95