Rebecka Martinsson 6 - De zonden van onze vaders - Åsa Larsson
Rebecka Martinsson belandt in een oplichtingszaak met vier moorden
Ze weet te ontsnappen aan een lawine en wordt sneeuwblind
Åsa Larsson is vooral bekend geworden door de serie rondom Rebecka Martinsson, voorheen een succesvolle maar veel te drukke advocate in Stockholm die overwerkt raakte en in een kliniek belandde. Tegenwoordig is ze officier van justitie in Kiruna, Noord-Zweden. Hoewel ze heel veel werk heeft, kan ze het verzoek van de alsmaar slechter wordende forensisch patholoog Lars Pohjanen om het verdwijnen van de in 1962 verdwenen vader van bokskampioen Börje Ström te onderzoeken niet naast zich neerleggen. Rebecka’s baas is een paar maanden met vakantie in Alaska, en de waarnemer Carl von Post, met wie ze toch al niet goed kan opschieten, zadelt haar met extra veel vooral oude dossiers op. Bovendien mag ze nog een rechtszaak van hem overnemen omdat hij een afspraak heeft, maar dat lijkt fake zijn. Ze heeft al een hekel aan hem, maar nu helemaal.
Vrieskist
Als haar tante Ragnhild Pekkari van plan is om een eind aan haar leven te maken door in het ijs te verdwijnen, krijgt ze vlak daarvoor een telefoontje dat haar broer Henry al een paar weken niet in de winkel is geweest waar hij drank haalt, dat doet hij iedere donderdag. Ze besluit op ski’s naar het eiland te gaan waar hij woont en komt in een slecht verzorgd huis terecht waar alles stinkt. Ze vindt Henry dood op de bank en waarschuwt de politie. In een vrieskist wordt het lichaam gevonden van Raimo Koskola, de vader van de bokser. Pohjanen heeft al de oud-politieman Sven-Erik Stalnåcke gevraagd of hij onderzoek wil doen en samen met Börje Ström bezoekt die het verwaarloosde huis van Henry. Daar vindt hij achter een lijst in de kamer een kogel in de muur. Dus Henry heeft de vader van de bokser gedood, veronderstelt Sven-Erik.
Verstopt onder een boot
Börje herinnert zich dat hij met zijn vader een weekje ging vissen en op het moment dat er een auto aan kwam rijden, heeft hij zich onder de boot verstopt en daarna heeft hij zijn vader nooit meer gezien, en weet dus niet wat er met hem gebeurd is. Dan zegt Rebecka tegen Lars Pohjanen dat hij nog een keer goed moet kijken in zijn autopsierapport, ze zegt dat ze er een slecht gevoel bij krijgt. En verdomd, Pohjanen ontdekt dat ook Henry om het leven is gebracht. Boven in zijn huis liggen drie matrassen. Wie hebben er geslapen? In een doucheputje vinden ze lange blonde haren, is er ook een vrouw bij geweest, misschien een hoertje? Later blijken het er drie te zijn geweest.
In 1962 gaat de jonge Börje naar de boksclub BK Nordpolen, waar zijn vader traint. De kleine trainer Nyrkin-Jussi (Jussi Mäntynen) en de andere Sisu-Sikke (Sikke Frederiksson) geven hem de bokshandschoenen van zijn vader en laten hem een avond lang trainen tegen de bokszak, dat eerder een trainingsmaatje is dan een tegenstander. Hij heeft het idee dat hij die avond in een andere wereld heeft vertoefd, en hij mag terugkomen. Hij kan de geuren in het bokslokaal nog ruiken, de geluiden nog altijd horen…
Over de auteur
Åsa Larsson (Uppsala, 1966) is een van de supersterren van de Zweedse misdaadliteratuur. Met Zonnestorm won ze de nationale thrillerprijs voor het beste debuut. Haar tweede boek, Midzomernacht, werd bekroond met de Prijs voor Beste Thriller van het Jaar. Van de gehele Rebecka Martinsson-serie, in het totaal bestaand uit zes los van elkaar te lezen thrillers, zijn in Zweden al miljoenen exemplaren verkocht.
Er worden twee dode lichamen gevonden, ‘twee blondines met siliconentieten,’ vertelt Simon, een jonge hoerenbezoeker. Ze zijn bewust vermoord want er is diverse keren over ze heengereden. Er waren volgens hem drie Oostblokmeisjes. Twee Russische mannen reden in een camper, waarin de bezoekers werden ontvangen, en rekenden af, het liefst in dollars of euro’s. Een van de meisjes heette Mary, maar eerlijk gezegd zeggen ze nooit hun eigen naam. Ze zijn een maand geleden in de buurt van Kiruna, op de eerste donderdag van april, zeven april dus. De gezichten van de meisjes over wie een auto is heengereden kan Simon nauwelijks herkennen. Simon wil niet met de politie praten, wel met de gepensioneerde Sven-Erik. Die geeft hem zijn naam en telefoonnummer Hij kan hem altijd bellen.
Camper
Een andere man dan Simon, die onbekend wenst te blijven, belt met inspecteur Anna-Maria Mella en zegt dat de derde prostituee Galina Kirejevski niet bij toeval door de twee Russische mannen uit het raam is gekieperd. Ze is destijds met twee andere vrouwen die in een camper werkten op het eiland in het huis van alcoholist Henry Pekkari geïnstalleerd, vandaar die drie matrassen. Toen is een vrouw, naar boven gillend gelopen roepend dat ze een man beneden vermoordden. Dan waren zij ook aan de beurt, dus twee renden naar buiten en zijn later overreden door een sneeuwscooter. Galina is naar de andere kant van het water gerend, al is haar tas met geld in het huis achtergebleven. Ze krijgt een lift van een auto en een van haar klanten regelt werk in een restaurant. De man belt met haar, zegt dat ze voorzichtig moet zijn maar ze is toen toch uit het raam gegooid (misschien zijn ze bang dat ze gaat vertellen over wat er in het huis gebeurd is). Dat uit het raam kieperen van een vrouw met het figuur van een twaalfjarig meisje is niet zo moeilijk. Henry blijkt zich later bezig te hebben gehouden met het vervalsen van dollarbiljetten, waarvan ook een tas zoekraakt. Wellicht heeft hij zich daarmee in de nesten gestoken. Misschien is de Bessenkoning of zijn zoon Stekel daar ook bij betrokken.
Schoolmeisje
Ragnhild Pekkari en Börje Ström gaan samen naar de uitvaartverzorger. De 66-jarige Ragnhild kleedt zich alsof ze een schoolmeisje is die naar haar eerste feestje gaat. 65-jarige Börje blijft zichzelf en kan met iedereen praten. Ook met de jonge dominee. Zij heeft ook tatoeages net als Börje, die ze van zijn vader heeft nageaapt. Ze lijken wel op elkaar. Hij heeft een anker op zijn ene arm en een kompasroos op de andere. Zij heeft een kruis op haar ene arm en een Bijbelvers op de andere. Börnje en Ragnhild hebben afgesproken om na afloop samen te eten, maar ze voelt zich gebruikt als servicebureau en als de politie belt om haar te vertellen dat Henry vermoord is en de begrafenis moet worden uitgesteld. Waarna de politie haar nog een keer wilde verhoren, is ze meteen verdwenen, terwijl Börje een telefoongesprek met een zekere Lottie afrondt
Op het bureau valt inspecteur Fred Olsson binnen met belgegevens. Als Rebecka en Sven-Erik bij Olle Pekkari zijn, ontkent hij contact te hebben gehad met Henry op een telefoontje na. Als ze hem hebben bezocht, blijkt de volmaakt onschuldige Olle direct te hebben getelefoneerd met Frans Mäki en wie is die Mäki? Hij is 5 keer getrouwd, de laatste keer met een of andere Russische postorderbruid. Hij is iemand die in de jaren zestig en zeventig talloze restaurants en clubs heeft gehad, maar zich in dezelfde periode bezighoudt met inbraken en drugs. Hij verzint altijd manieren om weer geld te verdienen, koopt klasse-auto’s op die in de prut zijn gereden, haalt daar de kentekenplaten vanaf, dumpt de auto’s in ondergelopen mijngaten. Zijn jongens stelen identieke auto’s en zetten daar de kentekenplaten op. Begin deze eeuw houdt hij zich bezig met gesmokkelde diesel ui Finland. De mensen kopen diesel om hun huizen mee te verwarmen. Dat is voordat de Hell’s Angels het komen overnemen.
Feestje
Anna-Maria is bij het feestje van Rebecka voor haar vriendinnen uit Stockholm, Ze zijn mee met Maria Taube van het advocatenkantoor, waar ze vroeger voor werkte: Sophie en Clara. Anna-Maria heeft een mooie en dure blauwe jurk gekocht en loopt op de chique schoentjes van dochter Jenny. Maar nadat de dames met Rebecca in de sauna zijn geweest, hebben ze allen een beha en een lange onderbroek aan. Anna- Maria ziet er veel te netjes uit: ‘Heb ik iets gemist, qua dresscode?’ vraagt ze zich verbaasd af. Er wordt heel wat afgedronken en gegeten. Begonnen wordt met een zalmforel, met shiitake en groene erwten en toe kruipbramenjam met zelfgemaakt ijs. Anna-Maria gaat voortijdig weg, ze voelt zich niet zo senang met die bekakte stadswijven. ‘Weten jullie, alle instanties en fabrieken zouden in kleine steden moeten zitten. Wij belastingbetalers zouden miljarden besparen op huren die autoriteiten aan vastgoedeigenaren betalen Maar nee, want dan zouden jonge mensen die gestudeerd hebben weer kunnen terugkeren naar huis om daar aan de slag te gaan. En hoe zou de waarde van al die villa’s en appartementen van jullie dan moeten stijgen?' Ze loopt het huis uit ondanks protest van Rebecka, die haar haar telefoon afpakt en ze vallen in de sneeuw als Anna-Maria hem terug wil hebben. Dan uiteindelijk belt ze haar man Robert die haar komt halen, ze is over haar toeren. Maar als hij terugrijdt via hun eerste vrijplek in het plaatsje Kauppinen en ze daar ongegeneerd haar dure jurk laat optrekken, waarna hij haar plekjes vindt, haar daar masseert, komt ze ongegeneerd klaar: ‘Nu ja, nuuu!’ moest hij huilen van ontroering, zelf hoeft hij niet deze keer. ‘Ik hou het tegoed’, waarop Anna-Maria bekent: ‘Ik hou je nog een poosje.’ ‘Mooi zo,’ zegt hij.
Coma
Kort daarna ligt ze in coma, want ze wordt in het hoofd geschoten als ze in het huisje van Tommy Rantakyrö is. Hij heeft zijn mond voorbijgepraat en de Russen verteld over een mogelijke inval van de politie van Luleå bij hun camper met de hoertjes. Daarna krijgt hij een telefoon waarmee hij hen moet bellen als de politie van plan is een inval te doen, en zeker als het seks betreft of drugs. Hij heeft hen verteld dat Rebecka Pohjanen zo ver heeft gekregen dat hij nog een keer naar het autopsierapport zou kijken, waaruit blijkt dat Henry Pekkari vermoord is. Tommy heeft het feit dat Galina uit het raam gegooid is niet verraden. Ook al heeft ze hem bedreigd de politie te bellen als hij haar niet wil betalen als hoertje in het hotel. Als de Russen in het huisje komen, schieten ze Tommy dood en ook Anna-Maria door het hoofd, ze hebbem haar daar niet verwacht, en weten niet hoe snel ze weg moeten zijn. Anna-Maria lijkt praktisch dood, maar door snel ingrijpen, belandt ze in recordtijd in het ziekenhuis van Galliväre, waar ze snel in de schedel wordt geboord, om druk op de hersenen te voorkomen. Ze verliest wel een oog, maar niet haar leven.
Georganiseerde misdaad
Anders Pekkari, wordt ondervraagd met zijn vader Olle door waarnemend hoofdofficier Carl Von Post en inspecteur Fred Olsson en vertelt hoe de georganiseerde misdaad zijn bedrijf Bergsäk heeft gebruikt. Het bedrijf zit al diep in de schulden door de aanschaf van een Noors productiebedrijf in boren. Er moet een machinepark betaald worden en salarissen. Ze krijgen een lening van tien miljoen plus een nieuwe aandelenemissie en moeten bouwketens afnemen van Stekel Mäki. Zij krijgen veertig procent van het bedrijf. Later moeten ze het machinepark verkopen en weer huren. Hun man is een Engelse advocaat, William Ainsworth, en die adviseert een Afrikaans mijnbouwbedrijf over te nemen. Dan dreigen de Russen geld terug te vragen en de sfeer wordt grimmiger. Ondertussen zijn de Pekkari’s benaderd om drie hoertjes onder te brengen in het huis van Anders’ oom Henry Pekkari op het eiland. De hoeren zijn bovengebracht op de etage waar drie matrassen liggen. Henry verzet zich en wordt met een kussen verstikt door een van de Russen. Twee hoertjes vluchtten en worden buiten overreden door een sneeuwscooter. Het derde meisje, Galina, vlucht.
Kunsttranen
Een van de breinen achter dit plan is bedrijfseconoom Jelena Litova, bekend als Maria Mäki, getrouwd met de Bessenkoning Frans Mäki. In zijn huis verwijdert zij samen met haar zusje Tonja alle mogelijke vingerafdrukken. Ze laat Frans tevergeefs roepen om verschoning en maakt zich snel uit de voeten met haar zus Tonja. Daarna wordt ze gevolgd door twee politieagenten maar die verliezen hen uit het oog in een winkelcentrum. De twee gewelddadige mannen Zory en Dima zijn eveneens als sneeuw voor de zon verdwenen. Rebecka, die van het onderzoek is afgehaald, gaat skiën in de bergen en kan ternauwernood ontsnappen aan een lawine, het maakt haar wel sneeuwblind. Haar tante Ragnhild Pekkari, met wie ze nog een koele relatie heeft, komt met kunsttranen, oogdruppels die kunnen helpen. Ze is gebeld door Sivving, de oude buurman van Rebecka, en na het druppelen vertelt ze over Rebecka’s eigenzinnige moeder Virpi die haar gezin en haar man Mikko in de steek heeft gelaten voor een andere man en een nieuw kind. Het boek heet weliswaar De zonden van onze vaders maar had net zo goed De zonden van onze vaders en onze moeders kunnen heten. Ragnhild wil haar de volgende dag bellen om te horen hoe het met haar gaat. Zij heeft nu een verrassend goede relatie met bokser Börje Ström.
Therapie
Ondanks haar sneeuwblindheid appt Rebecka naar psychologe Agnes Stoor. Ze vraagt op dezelfde zaterdagavond of ze de therapie mag vervolgen. Natuurlijk weet Agnes nog wie ze is, reageert ze direct, ’we kunnen maandag bellen om een afspraak te maken’. Haar voormalige vriend Krister staat voor de deur. Hij is weg bij zijn vriendin Marit Törmä die het heeft uitgemaakt. Rebecka heeft Sivving gevraagd om de sauna aan te zetten. Wil Krister hen gezelschap houden?
Is dit, zo lijkt het, het eeuwige afscheid wat we nemen van Rebecka Martinsson? De schrijfster schrijft in het nawoord dat ze haar gekoesterd heeft, met al haar eigenzinnigheden, haar buien etc. Maar dat ze een deel van haar leven is geworden. Dit moet helaas, als het waar is, het afscheid zijn van haar belangrijke hoofdfiguur. Ik kan het me niet voorstellen want Rebecka is ook gaan leven in de succesvolle tv-serie. Zoals Camilla Läckberg al afscheid gehad genomen van haar Fjällbacka-reeks en toch weer een elfde deel schreef, zo kan ik mij niet voorstellen dat Åsa Larsson nu ook haar hoofdpersonage achter zich gaat laten, om geheel nieuwe personen te bedenken. De tijd zal het leren of het daadwerkelijk zo is.
Åsa Larsson – Rebecka Martinsson 6 – De zonden van onze vaders (en moeders) (verschenen in 2021 als Fädernas missgärningar bij Albert Bonniers) is vertaald uit het Zweeds door Marika Otte, 506 pagina’s, ISBN 978 90 263 5781 7, uitgeverij Ambo Anthos, € 22,99, februari 2022