Quirke & Strafford 10 - De verdronkene - John Banville

Een vrouw verdrinkt, een kind valt te pletter
Inspecteur Strafford worstelt met zichzelf en het leven
Zelf noemt hij het een ‘detective’, een genreaanduiding die je niet vaak meer hoort. Maar voor De verdronkene van de Ierse schrijver John Banville past die term als een goedzittende jas. Een thriller is het beslist niet, ook al komen er drie doden voorbij. Spanning zit er ook niet echt in, althans niet zoals je bij een thriller verwacht. Maar wel is De verdronkene een verdomd goed geschreven roman, een psychologische schets van de onmacht van mensen. En bijna terloops worden drie moorden opgelost, één recente, één die allang opgelost leek en eentje die nooit als een moord beschouwd is.
Over de auteur
De naam van de Ierse John Banville (Wexford, Ierland, 1945) circuleert al jaren als mogelijke Nobelprijswinnaar, maar tot op heden gebeurde dat nog niet. Wel won hij in 2005 de prestigieuze Booker Prize. Banville debuteerde in 1971 met het nooit in het Nederlands vertaalde Nightspawn. Daarna volgden nog ruim twintig andere romans waarvan de meesten wel naar het Nederlands vertaald werden. In 2006 begon hij onder het pseudoniem Benjamin Black met het schrijven van detectives, meestal rond de nurkse patholoog-anatoom Quirke en politie-inspecteur St John Strafford. De laatste jaren schreef hij deze detectives onder zijn eigen naam.
Worstelen
Zoals ook in zijn andere romans zijn de hoofdpersonen in Banvilles detectives alleenstaande mannen die somber met het leven worstelen. Ze spreken hun gevoelens niet uit, weten vaak zelfs niet eens wat die gevoelens nou precies zijn en willen dat ook liever niet weten. Politie-inspecteur Strafford, een veertiger, (een kritische, nooit lachende jonge én oude man, met zijn duffe haar, zijn duffe kleding en zijn duffe, voorzichtige gedrag) vermoedt dat hij verliefd is op Phoebe, de dochter van patholoog-anatoom Quirke en slechts de helft van zijn eigen leeftijd, maar als ze hem vertelt zwanger van hem te zijn, beseft hij maar éen ding: hij wil dat kind niet. En dus laat hij simpelweg niks meer van zich horen.
Verdwijning
Ondertussen onderzoekt hij het verdwijnen van een vrouw. Is ze, zoals haar man beweert, na een ruzie met hem weggerend en van de kliffen in zee gesprongen of verstopt ze zich ergens uit kinnesinne?
Die vraag speelt vanaf de eerste bladzijde van het boek, als een toevallige voorbijganger, de eenzelvige Wymes, terugkeert van een uurtje vissen op het strand van Kilpatrick en midden in een weiland een dure auto met draaiende motor en open portier ziet staan. Terwijl hij zich nog staat af te vragen wat hij nu moet doen, verschijnt een wat merkwaardige man, die Ronnie Armitage blijkt te heten. Hij gedraagt zich paniekerig, maar barst ook regelmatig spontaan in lachen uit, als hij vertelt dat zijn vrouw na een ruzie in de auto rennend richting de rotsen en de zee is gegaan. Armitage staat erop dat Wymes met hem mee gaat naar het enige huis in de nabije omgeving, waar het echtpaar Ruddock blijkt te wonen. Vol verbazing constateert Wymes een zonderlinge spanning tussen de Ruddocks en Armitage, ook al doen zij alle drie of zij elkaar niet kennen. Maar uiteindelijk wordt dan toch de politie gebeld en er begint een dagenlange zoektocht naar de verdwenen mevrouw Armitage.
Ex-militair
Heel lang horen we daarna niets meer over het verdwijnen, hooguit de informatie dat de zoektocht nog steeds aan de gang is. Des te meer lezen we over de personages: Charles Ruddock, een breedgebouwde ex-militair, zijn zenuwachtige vrouw Charlotte, die ontzettend de pest aan haar man lijkt te hebben en hun beeldschone, maar schuwe vier- of vijfjarige zoontje Beverly, roepnaam Bunny, die hemofilie heeft en door zijn moeder in een kinderwagen vervoerd wordt en de fles nog krijgt.
Pedofilie
Dan is er nog Wymes, een kluizenaar die niets met mensen te maken wil hebben. Begrijpelijk, want hij heeft jaren in de gevangenis gezeten op beschuldiging van pedofilie en weet dat hij door iedereen die zijn verleden kent, gehaat wordt.
Ook patholoog-anatoom Quirke leren we kennen, al jaren in diepe rouw na de plotselinge dood van zijn vrouw, inwonend bij zijn dochter Phoebe, maar haar mijdend zoveel als hij maar kan, omdat hij niet goed raad weet met haar.
Overspel
Banville situeert zijn verhaal in het Ierland van begin jaren vijftig en het lijkt een reis naar een diep donker verleden. Jaren waarin je alleen kon scheiden als een van de twee partijen bekende overspel gepleegd te hebben, waarin Banville oprecht verontwaardigd is als Phoebe zwanger blijkt te zijn: mannen wisten niets af van dat soort zaken, hij in elk geval niet. En waarin in Ierland katholieken en protestanten door een diepe kloof van elkaar gescheiden zijn.
Pas tegen het einde van het boek, als opeens de kleine Bunny verdwijnt, keert Banville terug naar zijn verhaal over de verdwenen vrouw. Dan krijgen wij als lezer iets te horen dat de politie nooit zal weten, namelijk dat niet alleen mevrouw Armitage vermoord is en door wie, maar dat deze persoon nog twee andere moorden op zijn geweten heeft.
De verdronkene heeft, net als de eerdere Strafford en Quirke-detectives iets nostalgisch. Verwacht geen nagelbijtende spanning, maar wel een intens goed geschreven boek over mensen die stuk voor stuk worstelen met het leven.
Sonja de Jong
John Banville – Quirke & Stafford 10 – De verdronkene. Oorspronkelijk gepubliceerd in 2024 onder de titel The drowned bij Faber & Faber Ltd, Engeland. Uit het Engels vertaald door Arie Storm. Querido, ISBN978 90 214 9872 0, 351 pagina’s, € 24,99, maart 2025
