Paula Pihlaja 1 - Waterkoud - A.M. Ollikainen
Intrigerende thriller, waarin inspecteur Paula Pihlaja op zoek is naar de moordenaar van de containervrouw
Eerste deel in een veelbelovende Finse reeks van echtpaar A.M. Ollikainen
Het boek van het nieuwe schrijversduo A.M. Ollikainen Waterkoud opent met de vroegere zakenman Hannes Lehmusoja, die nu in zijn driedelig pak als zwerver rondzwalkt en een denkbeeldige speech houdt over compassie. Hij is de internationale weldoener, mecenas van moderne kunst. Als hij zijn jasje besmeurd heeft met zijn eigen urine, gooit hij het weg, zich niet storend aan de vrieskou. En noemt dan als toverwoord, het tweelingzusje van compassie: solidariteit. Daarmee bepleit hij het interdisciplinaire kunstproject ‘Compassie’ van zijn Lehmus-stichting. ’Houdt solidariteit op bij de zee, op het strand? Zouden uitgerekend wij Finnen, alleen op basis van onze geschiedenis, niet moeten weten dat wateren ons niet van elkaar scheiden, maar juist de verbinding vormen tussen grote groepen mensen die op grote afstand van elkaar wonen?’ De eekhoorn lijkt zijn enige gehoor te vormen. Al ziet hij in zijn kop denkbeeldig de schedel van een antiloop.
Op de ochtend op de dag na de Dag van de Arbeid dient een rechtszaak waarbij een jonge man in een hoody terecht staat voor de moord op iemand die in het bezit is van amfetamine. De jonge man had hem, vader van twee kinderen en drugsverslaafd, doodgestoken en de vrouwelijke rechter moet nu over zijn lot beslissen. De nabestaanden zullen de vermoorde man missen. De moeder van de dader was ook aanwezig, een pruik over haar haar. Eenentwintig jaar geleden had ze de vuistjes van de verdachte jonge man in haar handen gehouden. Tot zover de proloog.
Dof geluid
Het boek begint met een vrouw die op een matras ligt in een pikdonkere kamer. Er is geen wekker met lichtgevende cijfers of een lampje van de telefoon. De vloer voelt vreemd, koel aan. Het enige dat ze zich herinnert is de ontmoeting in een schaduwrijk hoekje van een park. Ze moet denken aan een nummer van David Bowie ‘Can you hear me, major Tom?’ Ze hoort een dof geluid zonder dat ze weet wat het betekent. Toem, toem, toem.
Inspecteur Paula Pihlaja is terug bij de politie na twee maanden verlof. Ze speelt met collega’s basketbal en is aan de winnende hand in een spel van zwart tegen de rest. De endorfine die daarbij ontstaat, is haar aan het verlaten. Het lijkt wel een soort fantoompijn. Een van de medespelers is Arki Renko. Hoewel hij in een ander team zit, gaat ze met hem samenwerken bij midzomer. Dat vertelt hij haar, maar haar chef heeft er niets over gezegd toen hij haar vroeg de midzomerdienst te doen. ‘Wat leuk, tot ziens dan maar,’ reageert ze. ’Het is maar tijdelijk hoor,’ zegt Renko. ‘Omdat er zo weinig mensen zijn.’ Renko merkt dat Paula niet in haar nopjes is met het nieuws. Bij het basketballen doet hij het beter dan verwacht.
Over de auteur(s)
A.M. Ollikainen is het pseudoniem van het echtpaar Aki en Milla Ollikainen. Aki publiceerde drie romans, won verschillende literatuurprijzen en stond op de longlist van de Man Booker Prize en de Europese Literatuurprijs. Milla publiceerde drie thrillers en won de verhalenwedstrijd van de Finnish Detective Society. Ze wonen samen met hun twee kinderen in het zuiden van Finland.
Als ze melding krijgt van een donkere vrouw die vermoord is aangetroffen in een container voor het landgoed en witte villa van de Lehmus-stichting van de familie Lehmusoja, blijkt haar collega veel alerter te zijn dan gedacht. De vrouw is gestikt doordat de container is volgepompt met zeewater. Ze kon letterlijk en figuurlijk geen kant meer uit. Ze zou de zon nooit meer zien. En werd hard geconfronteerd met de teksten van David Bowie’s major Tom:
And I’m floating in a most peculiar way.
And the stars look very different today.
Paula tast in het duister: waarom is de container neergezet net voor de poort van de stichting. Wie heeft de vrouw vermoord? Onder haar lichaam ligt een ronde, bronzen hanger van Fins fabricaat, het merk Kalevala Koru. De ketting is gebroken, het slot niet geopend. Een rechercheur zegt: ‘Het is een hannunvaakuna, letterlijk het wapenschild van Sint Johannes, ook wel de Bowenknop genoemd.’
Sint Johannes-knopen
Typerend dat de vrouw van de huidige directeur Juhana Lehmusoja, Elina, als oorbellen Sint Johannes-knopen droeg. Zij zit met haar dochter Ella en vriendin Raina in het prieel op het gebied van de in 2000 opgerichte stichting na de ontdekking van het lichaam. Juhana is in februari benoemd tot directeur nadat zijn vader op 67-jarige leeftijd is overleden, in dronken toestand doodgevroren in een sneeuwhoop, vertelt rechercheur Hartikainen aan Paula. De als ruimhartige bekendstaande weldoener van het Lehmusoja-concern en de stichting, die veel voor Afrika doet, was in een kleine werkplaats begonnen in de haven en verhuurde containers. Al in de jaren tachtig was zijn bedrijf actief in Afrika. Bij zijn overlijden schrijft juridisch adviseur Lauri Auro: ‘In dit nieuwe millenium hebben de containers van het Lehmusoja-concern, met steun van de Lehmus-stichting, hulpgoederen vervoerd naar Derde Wereldlanden, niet alleen in Afrika, ,maar ook elders in de wereld.’ De zakelijke activiteiten van het bedrijf kunnen wel het daglicht verdragen, alleen is Hannes twee keer veroordeeld: voor verduistering en schuldeisersbenadeling. ‘Geen grote schurk, eerder een besnorde kruimeldief,’ zegt Hartikainen tegen Paula op midzomeravond als ze beiden een alcoholvrij biertje drinken.
Donkere huidskleur
De volgende ochtend heeft Juhana haar al om zeven uur gebeld. Hij heeft nieuwe informatie over de container waarin de onbekende vrouw is aangetroffen. Aangezien haar teambespreking pas om negen uur begint gaat ze eerst bij Juhana en zijn vrouw Elina langs. Daar komt ook hun zoontje Jerry thuis, met verwondingen op het lichaam, maar het bijzondere is dat hij een donkere huidskleur heeft…
Er zijn tal van soorten containers legt logistiek manager Ritva Kaakko uit, ‘Hanski noemde mij de heerseres over de containers. Een HC is een High Cube en een PW is een Pallet Wide. IU staat voor een Insulated Unit, een geïsoleerde container, met thermische isolatie. Weet zij wie een containerbestelling heeft aangenomen en wanneer? vraagt Renko haar. De voor kunstenaar Paavali Kassinen bestemde container, die nu een plaats delict vormt, is verwerkt met de code voor stagiairs, bijvoorbeeld ook door vakantiekrachten, maar die zijn er beide niet. De code is wel langer ongewijzigd. Iedereen die daar gewerkt heeft, kent die codes. De container van Kassinen is aangepast in een hal met golfplaten dak. Normaal gesproken zijn daar drie monteurs aan het werk, maar nu niet, vanwege midzomer. Tijdens het gesprek van Paula en Renko met Kaakko komt kunstenaar Kassinen, die er met zijn witte gerande hoed uitziet als een sheriff uit een westernfilm, een nieuwe container uitkiezen ter vervanging van de moordcontainer. Kassinen kiest een container die volgens Ritva tijdens een storm dreigde te vallen in de Golf van Biskaje. Hij tikte op de blauwgeverfde container en vraagt hem op dezelfde manier te behandelen als onderdeel voor zijn compassie-project. Paula wil van advocaat Lauro Arni een lijst met namen van de monteurs die de container hebben aangepast en van alle stagiairs van de afgelopen vijf jaar. ‘En wel nu meteen.’ Lauro Arni kreunt en zijn hand zoekt steun bij de container die de kunstenaar zojuist heeft geselecteerd voor zijn kunstproject, op de zijkant blijft een vochtige handafdruk achter.
Gewone toerist
Als de identiteit van de vermoorde vrouw in de container eindelijk wordt ontdekt, blijkt dat het gaat om universitair docente Rauha Kolando, die een paar uur voor haar dood is overgevlogen uit Namibië. Welke rol speelt het document dat op haar hotelkamer is gevonden en ondertekend is door niemand minder dan de voormalige directeur van het bedrijf? Daaruit blijkt dat Hannes haar het landgoed schenkt dat in Namibië ligt in Oniipa. En er wordt een foto gevonden van Rauha met een baby. Haar moeder Hilma bevestigt tijdens een videogesprek met Namibië dat zij het is. Dan is het vrijwel zeker dat Jerry Rauha’s zoon is. Als ze naar Finland is overgekomen heeft ze waarschijnlijk haar rechten opgeëist van het landgoed in Namibië en haar zoon. Wie heeft haar laten komen? Ze volgen haar sporen na haar aankomst. Vanuit het hotel loopt ze eerst over de Bulevardi in de richting van Hietalahti, draait zich om en loopt weifelend langs de Mannerheimintie. Na iets te hebben gegeten in een hamburgertent gaat ze via het Esplanadipark naar Kauppatori, het marktplein aan de Finse Golf. Daar is ze voor het laatst te zien geweest op camerabeelden en leek daarbij op een gewone toerist.
Als voor de vijfde keer het Compassieproject is gesaboteerd, het venster van de galerie aan gruzelementen geslagen, hakenkruizen gezet, en een zak met menselijke uitwerpselen is gedropt, ontdekt Paula in de galerie een zwart-wit kiekje van Rauha met een onbekende baby. Ze vraagt aan Ella of ze kan checken wie die foto – er zijn drieduizend inzendingen – heeft gestuurd via de mail. Aan Aro zegt ze dat iemand hem heeft herkend op een foto in Oniipa. Weet hij daarvan? Nee dat is zijn vader geweest, Veuikko die werkte destijds ook met Hannes in Namibië. Hij heeft zelden nog contact met hem, hij zag er net zo uit als hij nu. Waarschijnlijk is hij als veertiger net als zijn vader als dertiger was.
Juhana geeft eindelijk toe aan Paula dat hij een heel korte verhouding heeft gehad met Rauha. Maar een paar maanden. ‘Na die ene Namibië-reis was het voorbij.’ Toen hij Jerry adopteerde wist hij niet dat het zijn eigen kind was. Dat Rauha in Namibië dingen deed die zijn vader wilde, kwam door hem. ‘Hij was de meest angstaanjagende mens die ik kende.’ Hij wilde in de ogen van andere mensen een goed mens lijken, maar was een slecht mens. ‘Ik heb Jerry opgevoed zonder dat ik wist dat hij mijn eigen zoon was. Heb je ooit iets ziekers gehoord?’ Ook zijn vrouw Elina is er kapot van dat Jerry een kind blijkt te zijn van Juhana en Rauha. Jerry is sinds de avond ervoor verdwenen en volgens Paula moet hij net als Rauha verstopt zijn in een van de containers. Die zijn sinds een dag overal te vinden in de stad en zelfs bij een boer op het land. Waar kunnen ze Jerry vinden? Als Paula op het containerterrein de logistiek manager Ritva Kaakko zoekt, stuift haar auto haar voorbij, dat ze niet meer dan een glimp van Ritva op kan vangen. Hoe merkwaardig, zou zij de op hol geslagen computer met allerlei orders om de containers overal in de stad te plaatsen, hebben gecommandeerd? Kaakko blijkt aan alcoholverslaafd en wil dat niet graag toegeven.
Nieuwe slachtoffers
In het slot van het boek komen we meer te weten over Jerry’s afkomst, zijn vader en de dader van de containermoord, waarbij Jerry’s moeder omkomt. De dader blijkt iemand te zijn die nauw betrokken is bij de familie Lemusoja en opnieuw wordt een persoon vastgehouden in een container op hoge afstand gehouden door een hijskraan. Een ander dreigt hetzelfde lot te ondergaan als Rauha Kalando, door te verdrinken in een container die opnieuw wordt volgespoten met zeewater. Slaagt Paula erin op tijd beide slachtoffers te redden? Daarvoor vond ze nog een lichaam van iemand die al de geest had gegeven. Als Paula een vertrouwelijk gesprek laat blijken dat ze net als Rauha een kind heeft gehad, en niet als Mai Rinne abortus heeft gepleegd, maar op aandringen van haar vader haar kind heeft afgestaan.
Na de spannende apotheose wordt het boek besloten met een reeks brieven die Paula’s zoon – die niet in vrijheid verblijft en veelvuldig de bibliotheek bezoekt, op een ochtend in een doos overhandigd krijgt met 63 brieven. Elke brief begint steevast met ‘Lieve Pauli’ (niet zijn werkelijke naam). In elke envelop zitten drie keurig opgevouwen velletjes papier. Gelijkmatig geschreven. Op een of andere manier kalm, in compacte en gelijkmatige regels geschreven. De brief eindigt op de achterkant van het derde blaadje, ondertekend met één woord: ‘Mama’.
A.M. Ollikainen – Waterkoud (verschenen als Kontti bij Otava Publishers in 2021), is vertaald uit het Fins door Annemarie Raas, 351 pagina’s, ISBN 978 94 027 1055 7, uitgeverij HarperCollins, september 2022, € 21,99