Parkeren in Hilversum - Detlev van Heest
Een historicus wordt parkeercontroleur
Brieven van Kootje aan Dibbes hoogtepunt in de kattenliteratuur
Met Parkeren in Hilversum heeft Detlev van Heest zijn tot nu toe meest persoonlijke boek geschreven. Natuurlijk, ook zijn vorige boeken waren gebaseerd op zijn eigen leven en wederwaardigheden. Maar in deze nieuwe roman geeft hij meer van zichzelf bloot. Van zichzelf én van zijn kat Kootje. Want een groot deel van dit boek bestaat uit brieven die Kootje schreef. Zelden wist een kat zo diep te ontroeren.
Over de auteur
Detlev van Heest (1956) studeerde geschiedenis en werkte eind jaren negentig van de vorige eeuw als correspondent voor dagblad Trouw in Japan. Begin deze eeuw verhuisde hij met zijn vrouw naar Nieuw-Zeeland en in 2006 keerde hij, inmiddels gescheiden, terug naar Nederland. Daar begon hij aan een boek over zijn ervaringen in Japan (De verzopen katten en de Hollander, 2010) en een boek over zijn echtscheiding (Pleun, 2010). In 2011 volgde nog een boek over enkele reizen die hij naar Japan maakte (Het verdronken land, terug naar Japan). Daarna werd het lange tijd stil rond hem.
Eruditie
De naam Detlev van Heest zal niet meteen bij elke lezer herkenning oproepen. Ten onrechte, want zijn teksten zijn zeldzaam goed. Op bijna elke bladzijde vind je wel een zin die je voor altijd wilt onthouden of een observatie die je opeens heel anders naar dingen doet kijken. Neem alleen al zo’n zin als: ‘Eruditie is niets anders dan de gave andermans gedachten te lenen bij gebrek aan eigen denkvermogen en originaliteit.’
Tragisch en komisch
Een ‘moeilijke’ schrijver is Van Heest zeker niet. Integendeel, hij schrijft alsof hij tegenover je zit en vertelt over wat hij nu weer meegemaakt heeft. Maar waar zoiets bij een ander al snel ontaardt in gezeur, weet Van Heest het boeiend te houden in een aaneenschakeling van tragische gebeurtenissen die onder zijn pen komisch worden en komische gebeurtenissen waarmee het omgekeerde gebeurt.
Voorgeschiedenis
Om van Parkeren in Hilversum ten volle te kunnen genieten, is het handig om iets van Van Heests voorgeschiedenis te weten. Zijn correspondentschap voor Trouw in Japan werd geen succes, omdat hij liever schreef over het alledaagse: gesprekjes met zijn Japanse buren, een microscopische beschrijving van dingen die hij om zich heen zag, dan over de zaken die Trouw hem graag zag verslaan. Op initiatief van zijn vrouw Annelotte verhuisde hij vervolgens met haar naar Nieuw-Zeeland. De vriendschap met een bevriend echtpaar liep daar uit op een wederzijdse echtscheiding. Annelotte ging verder met Pleun, Van Heest verhuisde bij gebrek aan alternatieven terug naar Nederland.
Zoektocht
In het thans verschenen Parkeren in Hilversum verhaalt hij over zijn daaropvolgende zoektocht naar een huis en een baan, ergens rond 2006. Het levert een tragikomische rollercoaster op van mislukte baantjes, relaties met vrouwen die meer in hem dan omgekeerd zagen en van eeuwige geldnood. Voor de ene baan was hij als afgestudeerd historicus overgekwalificeerd, voor de andere beschikte hij nou net weer niet over de juiste vooropleiding. Achtereenvolgens werkte van Heest onder meer als telefonisch lotenverkoper voor de Postkoetsloterij (‘de vooruitzichten waren gunstig. Ik begon met 8 euro bruto per uur en dat bedrag kon tegen het eind van mijn carrière oplopen tot wel €8,71’), als huiswerkbegeleider, als leraar Duits aan een school in Purmerend en uiteindelijk als parkeercontroleur in Hilversum.
Beledigingen
Vooral die laatste baan die Van Heest blijkens de achterflap nog steeds uitoefent, zij het nu in Noordwijk, bevalt hem goed. Een groot deel van zijn boek is gevuld met de smoezen, bedreigingen en beledigingen die hij te horen krijgt bij het uitschrijven van parkeerboetes. Heerlijk om te lezen.
Maar veel meer indruk maken zijn belevenissen met het echtpaar Voskuil: Han (1926-2008), de schrijver van onder meer de bestsellerserie Het bureau en de roman Bij nader inzien en zijn vrouw Lousje. Zij waren het die hem in moeilijke tijden op de been hielden, die zo nu en dan financieel bijsprongen, met wie hij lange gesprekken voerde. En waar Han in zijn geschriften nogal horkerig overkomt en Lousje als een naïeve, niet al te intelligente vrouw die alles maar accepteert van haar man, rijst uit Van Heests verhalen een heel ander, veel sympathieker beeld op.
Gevoelens
Zelden of nooit geeft Van Heest iets prijs van zijn eigen gevoelens of worstelingen. Hij doet verslag, trek zelf je conclusies maar, is de boodschap. Zoals over zijn gesprek met zijn echtscheidingsadvocaat. ‘In haar auto naar Haaksbergen vertelde ik hoe het me met ging. Daar rekende ze nog eens 750 euro voor.’
Maar ditmaal heeft Van Heest iemand gevonden die die gevoelens wél uit: zijn 12 jaar oude kat Kootje, zijn metgezel in Japan, later in Nieuw-Zeeland en ook weer als hij in Nederland terugkeert. Het is Kootje die in een gedreven correspondentie met kater Dibbes in huize Voskuil de geleidelijke teloorgang van Voskuil vol mededogen vastlegt en becommentarieert.
Huisvlieg
Ook de avonturen van huisvlieg Teun (‘een vlieg die geen mens kwaad deed’) die eerst bij de Voskuils woonde, maar daar door huiseigenaar De Bok verbannen werd, worden door Kootje geboekstaafd, tot en met zijn plechtige uitvaart aan toe.
Ik huil zelden om een boek, maar Kootje weet het voor elkaar te krijgen. Hulde aan Kootje en hulde aan Van Heest.
Sonja de Jong
Detlev van Heest – Parkeren in Hilversum, Van Oorschot, ISBN 978 90 282 3309 6, 544 pagina’s, € 25, februari 2024.