Nachtschade - Emma Laura Schouten

Nachtschade is een onvergetelijke excursie door een obsessie
Het boek is meer een ’project’ dan een roman
Waarom het boek Nachtschade van Emma Laura Schouten het keurmerk roman meekrijgt, is mij een raadsel. Het is veel meer een project. In de eerste plaats een persoonlijk dossier met migraine als centraal thema. Tegelijk is het een filosofisch traktaat, een taalkundig essay en een wetenschappelijk-historisch overzicht. Daarin plaatst zij het probleem migraine in een breed perspectief, tilt het naar een hoger plan en geeft het diepere betekenissen.
Migraine
De hoofdpersoon (ik neem aan Emma Schouten) onderneemt het hele boek door taalkundige pogingen om de ontstellende pijn van migraine in taal te vatten. Impressies met onverwachte metaforen, afgewisseld met hallucinerende ervaringen in haar leven beschrijft ze, een leven dat zich afspeelt in een cyclus van tijd, de pijnvrije dagen, en tussentijd, de twee à drie dagen die een aanval bij haar gemiddeld duurt. ‘Liggend en met gesloten ogen dreef ik weg in de tussentijd van een platgelegd lichaam.’ Op andere momenten praat ze op speelse wijze over geniepige diagnoses en ongevraagde adviezen die op haar pad komen. Ze toont weinig verzet, wel veel verdriet. En altijd is het blauwe doosje met medicijnen ‘de tunnel van een vluchtroute’, tot de volgende tussentijd. Wat is het tegenovergestelde van een wonder als die pil niet werkt?
‘Mijn eigen rozenkrans’
Er zijn haar vrouwen voorgegaan, auteurs die de hel van migraine hebben bezocht en over alle aspecten ervan hebben gepubliceerd. Ze rijgt er een ketting van: ‘Mijn eigen rozenkrans die een ander lijdensverhaal vertelt, een pijncirkel van vrouwen die zich in donkere kamers voor Antaura (de demon van de migraine – DdS) verscholen.’ Dat historische aspect loopt parallel met de eindscriptie van haar studie. Het boek krijgt dus een wetenschappelijke basis door het notenapparaat en een rijke verzameling citaten, de bronnen. Negentien vrouwen zijn het, Engels en Amerikaans, maar ook de Russische Sofja Behrs Tolstaja, de Duitse Hildegard von Bingen en de Française Simone Weil worden geciteerd.
Dualisme
Tijdens een college komt zij in aanraking met het filosofische begrip dualisme, dat onderscheid maakt tussen lichaam en geest als twee afzonderlijke entiteiten. Het onderwerp, schrijft ze, overkwam haar en intrigeert haar. De enige vrouw die zich in de zeventiende eeuw tegen die kunstmatige scheiding verzette was Anne Conway-Finch uit Londen. (1631-1679). Doordat (unicum!) enkele brieven van haar bewaard zijn gebleven, kon zij een grote plaats in dit overzicht van de hoofdpersoon krijgen. Emma voelt zich met haar – en met al die andere vrouwen van haar ketting – verwant in alle facetten van de kwaal. Maar ze heeft ook kritiek op Annes keurige, ‘aangeharkte’ beschrijvingen: Emma: ‘Pijn van zulke omvang laat zich niet opsluiten (…), in theorie, in de aanhef van een brief; pijn van zulke omvang bijt zich vast in de lijnen van je denken.’
Uitstapje verwordt tot struikelpartij
Om Anne Conway zo dicht mogelijk te benaderen (en om haar scriptie te voltooien) reist Emma naar Londen, en jaagt ‘op het geleefde leven van een welgestelde vrouw’. Ze verblijft in Londen in een smoezelig appartement met een plank als bureau. ‘Dit zou mijn thuis worden: er kon weinig misgaan op een plek waar de aarde te ondiep was om wortels uit te zetten.’ Wat volgt lijkt het begin van een uitstapje, maar de stap in het Engelse schoolleven om Nederlands te doceren is meer een struikelpartij. Alles wat ze ziet, doet, hoort of haar overkomt, verhoudt zich op een of andere (overgevoelige) manier tot haar migraine. Van de aanschaf van een kruidje-roer-me-niet tot een afstandelijk bezoek aan haar huisgenoten. De tussentijden vallen samen met haar menstruatie, waarover ze openhartige mededelingen doet. Alle symptomen, fysieke gewaarwordingen, mogelijke oorzaken (volle maan, wandelen!), ook erfelijkheid, passeren met ongelooflijk virtuoze beschrijvingen de revue. Alles kan een oorzaak zijn. Ook niets.
Kinderrijmpje
Hartverscheurender dan sommige beschrijvingen van haar migraine is Emma’s tekening op bladzijde 143. Met een paar lijnen heeft zij migraine verbeeld: als een dood vogeltje dat op zijn rug ligt, pootjes omhoog. Zo leg ik het althans uit. Indrukwekkend is de tekst van Simone Weil op bladzijde 190, met daaronder een bekend kinderrijmpje. Het advies van Simone Weil is volgens Emma dat het versje door de herhaling de kracht krijgt van een gebed dat de migraine moet overstijgen De gedrukte woorden van het rijmpje vervagen langzaam Alle teksten van de migraineschrijfsters zijn door Emma enigszins aangepast. Daarom staan de originele teksten achterin.
Papieren muur
Af en toe kan de lezer even uitblazen, bijvoorbeeld als Emma herinneringen ophaalt aan haar grootouders en logeerpartijen daar. Dan weer volgt een tekst die tot diep nadenken dwingt. Ik wens dat mijn ledematen krimpen, mijn vingers terugdringen tot korte mollige grijpers. Bij dit soort teksten schiet mijn inlevingsvermogen te kort. Hetzelfde geldt voor de papieren muur die zij op haar kamer opbouwt. Ook de vraag of migraine een soort fantoompijn kan zijn, houdt me nog steeds bezig. Eigenlijk zou je als lezer, net als Emma, het graf van Anne Conway moeten bezoeken, om tot inzichten te komen: weten wie je bent, wie je wilt zijn, en de afstand daartussen die geen afstand is. Ik ben nog steeds op excursie.
Dick de Scally
Over de schrijfster
Emma Laura Schouten (1994) schrijft essays, poëzie en proza. Ze is docent Nederlands in Amsterdam. Nachtschade is haar debuutroman. Voor Uitgeverij HetMoet in Amsterdam schreef ze eerder een essay over migraine. Daarin schrijft ze onder andere: ‘Ik plooi me gewillig naar de statistieken, neem in de donkere ochtenduren een snelwerkend smelttablet zodat ik een paar uur daarna op de fiets kan stappen en voor de klas kan staan.’ Zie ook www.emmaschouten.nl
Emma Laura Schouten. – Nachtschade, Van Oorschot, ISBN 978 90 28 24302 6, 278 pagina’s, € 22,50, februari 2025