Les chats de Lili – De katten van Lili - Philip & Lili Freriks
De katten van Lili en nog een paar andere
De Robin Hoods van kattenland
‘Et moi?’ mopperde Hannibal, toen ik me opmaakte om de deur uit te gaan.
‘Et toi? Hoezo poes, et toi?’
‘Ik blijf weer alleen! En jij gaat vreemd!
‘Ik ga alleen maar naar andere poezen kijken. Ik ga ze niet aaien, ze komen niet op schoot… Dat kan niet eens, want ze hangen aan de muur en staan in een boek. En ik ben zo weer terug… Pas maar goed op de Rooseveltlaan in die tussentijd.’
Verongelijkt draaide hij zijn neus naar de verwarming. ‘Maar ik sta er niet tussen!’ hoorde ik hem nog denken. Toen viel hij in slaap. Ik sloop de deur uit en voelde me schuldig.
Heel lang duurde dat niet, eerlijk gezegd, zeker niet nadat ik de Passeerdersgracht had bereikt. Lili en ‘Monsieur Lili’ had omhelsd en rondkeek. Naar mensen die ik kende, maar vooral de katten aan de muur, ‘les chats de Lili’.
Nee, Klaasje, Hannibals voorgangster, stond er niet meer bij, in die tijd schilderde Lili Freriks niet. Ze begon pas weer na mijn vertrek uit Parijs, ook alweer jaren geleden. Maar zwart-witte dubbelgang(st)ers van Klaasje waren er wel. Eén zat demonstratief met zijn kont naar de kijker toe, zoals ook Klaasje placht te doen, voor straf, als we te laat thuis waren. Be-le-digd. Er hingen ook nog twee halve dubbelgangers van Hannibal. Zonder dat witte vest en die witte sokken, maar met dezelfde tijger-look en de mediterrane struikroversblik. Felis corsana, noemt ‘Monsieur Lili’ alias Philip Freriks hem in het boek dat bij de tentoonstelling hoort of andersom? Was het boek er eerder dan de expositie? En een felix tunisiani is Hannibal, of beter nog, een felix carthagensis (of zoiets). Want evenals zijn illustere naamgenoot is hij vanuit Carthago over de Alpen getrokken.
’Lilli vindt ze prachtig,’ schrijft Philip Freriks over de Corsicaanse kattten, die hun nageltjes in je been zetten en zo omhoogklimmen, naar het eten op de tafel. ’Niets mooiers dan die jonge strijders voor een goede zaak zonder ook maar een (alt 130 x 2) grammetje vet aan hun lijf. Mannetjes of vrouwtjes, zonder onderscheid. Even vaardig, even doelgericht. De Robin Hoods van kattenland en dat willen ze maar al te graag weten. Als het even kan met heven staart, om te laten zien, voor zover ze man zijn, dat ze zich door niets en door niemand hun prominent aanwezige ballen hebben laten ontnemen.
To be or not to be felis Corsicana.
Of felis carthagensis.
Of felis umbriana: de poes van Marga van Praag, die als vriendin en kattenliefhebster het eerste exemplaar van Les chats de Lili kreeg, komt uit Umbrië. Nog zo’n type.
Of ook felis aquitana – want behalve Hannibal in zijn jonge jaren herken ik in Philips beschrijving van de Corsicaanse kat ook James, een kat die zich in Zuid-West Frankrijk, in Aquitaine bij ons voegde. Via de schoot op de tafel. Nagels in je dijen, dat zet beter af. Vier weken en vier blikjes later stond hij ons midden op de weg uit te zwaaien, toen we wegreden.
Ach, katten… ze weten wat.
Bij veel bezoekers van Lili’s expositie in Le Salon Rouge herkende je meteen de vertederde blik: ‘Kijk eens hoe die erbij ligt, met dat gestrekte pootje…’ ‘En die daar, je hóórt hem spinnen.’ ’En die poes in dat mandje, op tafel, altijd in de weg…’
Met moeite rukte ik me los van die groene ogen, al die puntoren. Was dus laat thuis… Maar Hannibal is Klaasje niet. Hij mag soms mopperen, straf is er nooit bij. Wel werd ik besnuffeld: waar ben je geweest, wie heb je gezien? Om zich vervolgens – na wat geklaag: ik was zo eenzaam, ik heb zo’n honger! – luid spinnend op mijn schoot te nestelen.’
Dit stuk is voor het eerst gepubliceerd op de blog ’Vandaag’ van Jacqueline Wesselius op 23 februari 2009, klik daarvoor op de link
http://wesselius.blogspot.com/2009/02/de-katten-van-lili-en-nog-een-paar.html?m=1
Jacqueline Wesselius
Over het boek Les chats de Lili – De katten van Lili staat op de achterkant te lezen: ‘Soms heb ik wel eens het vermoeden dat Lili in kattengidsen vermeld staat als geheimtip. Chez Lili, Bed & Breakfast plus Table d’Hôte. Prijs nader overeen te komen, meestal gratis. Zelden stuiten de bezoekers op het bordje ‘complet’. En als ze slim haar sentimenten weten te bespelen, worden ze zelfs toegelaten tot de heerlijke intimiteit van haar bed.’
Lili heeft een bijzondere relatie met katten. Een van hen heeft haar weer aan het schilderen gezet. Zwierig als de gelaarsde kat sprak hij haar toe. En toen moest ze wel.
Elke kat heeft een verhaal. Dat werd het domein van monsieur Lili. Zo wordt hij genoemd in Frankrijk. Le monsieur de madame. Zo ontstonden de geschilderde en geschreven portretten van de katten van Lili. Van Jimmy uit Utrecht tot Panthère uit Hollywoord, van Floyd in Parijs tot Plume die George Sand wil zijn.
Philip & Lili Freriks – Les chats de Lili – De katten van Lili – met schilderijen van Lili Freriks, ISBN 978 90 5429 274 6, 136 pagina’s, uitgeverij Conserve, € 22,50, februari 2009.
Van Philip Freriks verschenen tevens eerder Ik herinner me (in 2002), De meridiaan van Parijs (2003), Gare du Nord (2004) en Jantje (2005) bij uitgeverij Conserve.