Kees Sietsma uit de schaduw - Gerlof Leistra & Patricia Jimmink
Een evenwichtig geslaagd mens, maar zelden iemand die iets kritisch zegt
Het boek leest prettig weg en geeft een aardig inkijkje in de beveiliging
Voormalig politiecommissaris Kees Sietsma (1945) raakt bij het grote publiek bekend door zijn rol bij de oplossing van de Heineken-ontvoering in 1983 en de ontvoering van Valérie Albada Jelgersma in 1987. Sietsma werkt van 1966 tot 1988 bij de Amsterdamse politie.
Misdaadverslaggever Gerlof Leistra (1959) en freelance journaliste Patricia Jimmink (1956) beschrijven zijn leven op basis van vele gesprekken met hem. Het boek is geïllustreerd met een negental zwartwit foto’s en bevat een literatuurlijst en een personenregister.
Dachau
Kees Sietsma groeit op in een calvinistisch milieu. Het calvinisme heeft geen negatieve invloed op zijn jeugd gehad, integendeel: ‘We gingen op zondag twee keer naar de kerk. Dat vond ik een feestje. Op de fiets met z’n allen. Moeder voorop met haar vosje om. In de kerk hadden we een vaste plek. Mijn vader was een van de ouderlingen. Ik zat met mijn moeder, broers en zussen op een rijtje.’
Hij is het jongste kind uit het tweede huwelijk van zijn vader, die dertien kinderen krijgt. In de Tweede Wereldoorlog sterven twee van zijn broers en een oom in Duitse gevangenschap. Zijn oudste broer overleeft Dachau ternauwernood. Aan hen dankt Sietsma zijn voornamen: Kornelis Jan Hendrik Hein.
In augustus 1966 wordt de eenentwintigjarige Kees Sietsma feestelijk beëdigd als adjunct-inspecteur bij de gemeentepolitie Amsterdam. Zijn aantreden valt samen met de overgang van de sobere en strenge jaren vijftig naar de vrijere jaren zestig.
In zijn periode bij de politie krijgt Sietsma te maken met commissaris Gerard Toorenaar. In het boek wordt uitgebreid ingegaan op de slechte verhouding tussen Toorenaar en Sietsma, een voorbeeld: ‘In april 1978 spraken rechercheurs van het overvallenteam met een bekende Amsterdamse radioloog. Die bevestigde dat hij in november 1977 een kogel had verwijderd bij een man. De arts had Toorenaar kort daarop ingelicht. Die zag hij regelmatig op de tribune bij Ajax. Een halfjaar later herkende hij de man van een foto en dat bleek een van de twee gevluchte criminelen te zijn. Toorenaar had de afdeling Overvallen er niet over geïnformeerd. Een halfjaar lang was een opsporingsteam hierover onwetend gehouden.’
Toorenaar tilde er niet zo zwaar aan, tot ergernis van Sietsma. Ook het boek van Peter R. de Vries Uit de dossiers van commissaris Toorenaar wordt uitgebreid bekritiseerd.
Verschillend hout
In 1987 verschijnt Eric Nordholt op het toneel, als nieuwe korpschef. Al bij diens introductie wordt duidelijk dat Sietsma en hij uit verschillend hout waren gesneden. Ook over deze samenwerking komen we veel te weten. Op zeker moment moet Sietsma zijn carrière bespreken met Nordholt: ‘Hij zei: “Kees, voordat wij over je carrière beginnen. Ik heb in mijn HBS-tijd veel met gereformeerde jongens opgetrokken. Die zijn een beetje star, contactarm, weinig flexibel. Herken je jezelf daarin?’ Ik stond perplex dat mijn afkomst kennelijk een etiket voor hem had opgeleverd.’’
Sietsma vertelt ook over zijn successen, zo is het bijvoorbeeld interessant om te lezen op welke manier de ontvoering van Heijn en Heineken opgelost worden.
Na deel 1 over jeugd en opleiding en deel 2 over de Amsterdamse politie, komt in deel 3 aan de orde wat Sietsma voor het bedrijfsleven heeft betekend. In verschillende functies heeft hij gewerkt voor de beveiliging van Phillips en bij Control Risks, een toonaangevend Engels business risks consultancy bedrijf, waarvoor hij wereldwijd actief is. Control Risks ontstond naar aanleiding van een golf van ontvoeringen in de jaren zeventig.
Over zichzelf zegt hij: ‘Ik ben niet gemakkelijk. Ik sta voor mijn principes en ben dolgelukkig dat ik mijn rug recht heb gehouden, dat is het enige wat telde. Dat ik niet gebogen heb voor geld of ter wille van de sfeer. De moraal is: hou jezelf in ere, behoud je eigenwaarde en bekijk wat je voor de ander wilt zijn.’
De brief die hij stuurt op 4 januari 2020 naar het kabinet over de bevrijding van de Nederlandse IS-kinderen, en die als bijlage is toegevoegd, bewijst zijn maatschappelijke betrokkenheid.
Zijn laatste werkzame jaren is hij eigen baas in het bedrijf Bureau KS, een beveiligingsbureau dat hij zelf heeft opgericht.
Leren in te teren
Het boek eindigt met een boodschap: ‘Onze generatie heeft het na de Tweede Wereldoorlog fantastisch gehad en zal nu de wil moeten tonen in te teren om zo de volgende generatie hetzelfde te gunnen.’
Dit wil Sietsma zijn lezers meegeven voordat hij zich weer terugtrekt in de schaduw.
Het boek leest prettig weg en vooral de zaken waarin (bekende) Nederlanders optreden, zijn boeiend. Bij de buitenlandse zaken voelt de lezer zich wat minder betrokken. Het geeft een aardig inkijkje in de wereld van beveiliging, zowel individueel als materieel. Sietsma komt in dit boek naar voren als een evenwichtig, geslaagd mens; er komt zelden iemand aan het woord die Sietsma kritisch bekijkt. In de verantwoording meldt uitgeverij Querido de royalty’s van Kees Sietsma te doneren aan MS Research.
Adriaan Vermeulen
Over de auteurs
Gerlof Leistra (1959) is misdaadverslaggever van EW. Hij publiceerde een aantal boeken over georganiseerde misdaad en twee handboeken over moord en doodslag. In 2020 verscheen De drugsmaffia dicteert – De moord op Derk Wiersum en de ondermijning van onze rechtsstaat.
Patricia Jimmink (1959) schrijft freelance voor het Noordhollands Dagblad en is co-auteur van sportbiografieën.
Gerlof Leistra en Patricia Jimmink, Kees Sietsma uit de schaduw Een Amsterdamse politiecommissaris schrijft geschiedenis, 344 pagina’s, ISBN 978 90 214 6981 2, uitgeverij Querido Facto, 2022, €22,50, oktober 2022