Justitia - Friedrich Dürrenmatt
Wie vermoordde oud-hoogleraar professor Adolf Winter?
De ex-kantonparlementariër Dr. H.C. Isaak Kohler of dr. Benno
Professor Adolf Winter, lid van de PEN-club en schrijver van de tweedelige pil Carl Spitteler und Hesiod oder Schweiz und Hellas. Ein Vergleich (Artemis 1940) wordt volkomen onverwacht vermoord in het restaurant Café Du Téâtre Schijnbaar moeiteloos door de onverstoorbare ex-kantonparlementariër Dr. h.c. Isaak Kohler. Die is in zijn Rolls Royce onderweg met een Britse minister naar het vliegveld. De man had een maagzweer en overleed daar later aan. Kohler stapte uit de auto en gaat het restaurant binnen waar hij de hoogleraar eerst begroet en vervolgens doodschiet en alsof er niets aan de hand is het pand verlaat. De commandant van politie zit aan het diner met een bevriende beeldhouwer en tal van anderen aanwezigen zijn geschokt als ze tijdens het eten verrast worden door de moord. De professor ligt met zijn hoofd op de tournedos Rossini en zijn hand om het wijnglas met de fles Chambertin ernaast. Serveerster Ella vindt later zijn gouden randloze bril in de rosti (alt 148) als ze gaat afruimen. Ook officier van Justitie Jämmerlin is in de buurt. Iedereen wacht erop tot hij met pensioen gaat en heeft een hekel aan hem, zowel de hoeren als de inbrekers. Omdat de commandant met Kohler bevriend is lijkt het Jämmerlin geen goede zaak dat hij het onderzoek doet naar de moord. Dat moet politieluitenant Herren doen, concludeert de commandant.
Nadat hij de minister weg heeft gebracht komt Kohler voor een concert doodgemoedereerd de Tonhalle-zaal binnen aan de hand van een van de rijkste weduwen die nergens afweet. En hij gaat nota bene naast de officier zitten die hem zelfs een hand geeft. Zelfs dirigent Mondschein is van slag en begint voor de tweede keer met het concert. Via de artiesteningang begeleidt de commandant Kohler naar de politieauto. En drinkt nog een goed glas met hem voordat hij in de cel belandt. Op de vraag waarom hij Winter heeft doodgeschoten komt geen antwoord. Hij beseft wat hij heeft gedaan en zegt op de vraag van de commandant: ‘Zo zit dat dus, niet slecht .’ Wat is niet slecht? vraagt de commandant. ‘Het geheel.’ En zegt nog een keer dat hij geen reden heeft om Winter te vermoorden. Jämmerlin kan het Kohler niet vergeven dat hij hem in de Tonzaal de hand heeft geschud.
De zaak komt voor de rechter en Kohler wordt bijgestaan door een pro-Deo-advocaat. Vreemd, want de man is vermogend. Uiteindelijk krijgt Kohler twintig jaar, zo goed als levenslang. Men wil een voorbeeld stellen en dit niet ongestraft voorbij laten gaan. Zo erg is de straf ook weer niet want Kohler zit voor zijn voorarrest in een psychiatrische kliniek bi een bevriende professor met wie hij zelfs kan golfen.
Dan vraagt Kohler aan het jonge pro-Deo-advocaatje Felix Spät
die inmiddels gepromoveerd is maar nog steeds hand en spandiensten verricht als een soort loopjongen voor advocaat Stussi-Leupin (alt 129 op eerste u) in de gevangenis of hij de zaak opnieuw wil onderzoeken dat iemand anders de moord in zijn plaats zou hebben gepleegd? De directeur van de gevangenis vertrouwt Kohler niet want de man zegt volmaakt gelukkig te zijn. Hoe kan dat? Dat gelukkig zijn, dat wil er bij hem niet in.
De auteurr
Friedrich Dürrenmatt (geboren in Konolfingen, 1921- overleden in Neuchatêl in 1990) is Zwitserlands beroemdste schrijver van de twintigste eeuw. Hij schreef: ‘Hoe kun je als kunstenaar nog bestaan in een wereld waarin alles letterlijk cultuur is? […] Misschien kan dat het beste door misdaadromans te schrijven, daar kunst te scheppen waar niemand het verwacht.’
Felix Spät probeert zich als zelfstandig advocaat te vestigen, wat niet meevalt. Hij neemt de zinloze opdracht aan en merkt te laat in welke val hij is gelopen: hij verwart het rechtssysteem met gerechtigheid. Is Vrouwe Justitia werkelijk blind? Kohler verwacht een positief besluit van hem via zijn dochter Hélène. Hij moet bewijs vinden dat Kohler niet de moordenaar is geweest. Als hij de opdracht, die weliswaar fictie is en die beloond wordt met een honorarium van 30.000 Frank, aanneemt krijgt hij behalve de helft aan voorschot ook 10.000 aan onkosten. Hij kan daarmee een nieuwe kantoorruimte huren bij dr. Benno en van detective Lienhard een Porsche voor 4.000 Frank kopen. Dan neemt hij tevens de secretaresse met de on-Zwitserse naam Ilse Freude van dr. Benno erbij. Ook Lienhard kan hij bij het onderzoek betrekken. Kohler heeft hem al een opdracht gegeven. Onderweg komt hij hoogleraar professor Carl Knulpe tegen. Hij is met pensioen en is door Kohler gevraagd de gevolgen van een moord te onderzoeken. Voordat Spät een besluit neemt gaat hij eerst met Kohlers dochter Hélène praten, stelt hij als voorwaarde. Maar als hij haar ontmoet verdwijnen zijn principes als sneeuw voor de zon, zeker zodra ze met de cheques van 10.000 en 15.000 komt.
Dan wordt hij door directeur Pedroli van hotel Breitnerhof gebeld. Het blijkt dat de onecht Monika Steiermann die in werkelijkheid Daphne Müller heet gekastijd wordt door dr. Benno en overal blauwe plekken heeft. Hij haalt haar op en ze is gekleed in pyjama. Pedroli wil dat dr. Benno hem alsnog het verblijf en maaltijden van drie maanden vergoedt. Spät brengt Daphne naar het huis van Lienhard, waar ze zich uitkleedt en in bad gaat. Daphne blijkt een dochter te zijn van professor Winter. Die haar moeder, een onderwijzeres in het Emmental in de steek had gelaten. Daphne gaat er vandoor met detective Lienhard. Op verzoek van haar gaat hij naar de echte Monika Steiermann. In haar villa Mon Repos. De echte Monika blijkt een gedrocht te zijn dat getild en omlijst wordt zoals ze eruitziet als een vierjarig kind door vier lijfwachten. Indrukwekkend maar stom zegt ze zelf, ze komen uit Oezbekistan, maakten deel uit van het Rode Leger van de Russen. Er staat een beeld van de wulpse Monika, eigenlijk is het dus Daphne, van beeldhouwer Mock. De Oezbeken moeten vijf keer per dag bidden en zetten Monika dan tijdelijk in een kast. Ze wordt altijd verliefd op kitscherige mannen zoals dr. Benno. De echte Monika heeft het leven geleid dat zij wilde leiden, maar fysiek niet kon. Alle foto’s van dr. Benno worden door haar kapotgesneden. In de lokale krant staat duidelijk dat Daphne Müller, geboren 9 september 1930 een buitenechtelijk kind is van Ernestine Muller(alt 129), onderwijzeres en Adolf Winter, buitengewoon hoogleraar aan de universiteit van Zurich (alt 129), en vermoord 25 maart 1955.
Ilse Freude wil haar advocaatje niet in de steek laten omdat ze weet dat hij van Kohler veel geld heeft gehad en dat dat de zaak veel werk zal bezorgen. ‘En ook u wilt de onschuldige kantoorparlementariër uit het tuchthuis bevrijden?’ Volgens de commandant is de aanhouding van Kohler een vergissing…’Hij kan onmogelijk de moordenaar zijn.’ Tijdelijk is Spät geen advocaat meer. Hij is tijdelijk afgezet door de Raad van Discipline en geeft de zaak aan zijn vroegere baas Stüssi-Leupin met zijn epistel voor he3 revisieproces van zo’n 150 pagina’s tegen betaling van de veertigduizend Frank. (Stät zou nog vijftien duizend krijgen van Kohler en heeft eerder 15.000 gekregen met 10.000 onkostenvergoeding) . Men denkt nu eigenlijk dat dr. Benno de moord heeft begaan. Benno pleegt korte tijd daarna zelfmoord in zijn oude huis, Spät’s huidige kantoor. Tijdens het proces wordt Kohler vrijgesproken en maakt direct een reis rond de wereld, door o.a. Hawaii, Japan en Singapore. Als hij terugkomt heeft Spät haatneigingen en is hij van plan om Kohler op het vliegveld te vermoorden als hij aankomt om 22.15 uur. Zal Stät hem uiteindelijk neerschieten? Het is aan de lezer om te ontdekken en of Kohler deze aanslag overleeft zodat hij hierna ook nog een leven heeft, of niet?...
Friedrich Dürrenmatt – Justitia (in 1986 verschenen onder de titel Justiz bij Diogenes Verlag in Zürich, vertaald uit het Duits door Ria van Hengel, ISBN 978 90 253 2091 2, 197 pagina’s, Athenaeum, Polak & Van Gennep, € 20,00, januari 2021