Jeanne d'Arc - Katherine J. Chen
Jeanne d’Arc als superheldin
Chen laat historische context links liggen
Toegegeven, het boek leest lekker weg en Katherine Chen weet van haar heldin een bijzonder personage te maken. Maar met de historische Jeanne d’Arc heeft zij weinig te maken. Chen maakt van haar een Hollywoodheldin, zo’n type dat dodelijk gewond toch weer opstaat, dat altijd maar doorvecht en zelfs onder de ergste ontberingen stoer en kalm blijft. Bovendien deinst Chen er niet voor terug om de historische feiten op vele punten te negeren en haar eigen waarheid te creëren.
Over de auteur
Katherine J. Chen is een Chinees-Amerikaanse schrijfster. Zij studeerde aan Princeton University en Boston University. Zij schreef voor diverse nieuwsmedia en debuteerde in 2018 met de historische roman Mary B. Jeanne d’Arc is haar tweede boek.
Feiten
Chen lapt een groot deel van hetgeen over de historische Jeanne d’Arc bekend is aan haar laars en zet daar een fictief verhaal tegenover. Dat begint al met de jeugd van Jeanne, waarover weinig tot geen feiten bekend zijn. Chen geeft haar een vader die haar vanaf haar geboorte fors mishandelt. Hij wilde een zoon, had daar zelfs weddenschappen op afgesloten en raakte bij haar geboorte dat geld kwijt. Bovendien blijkt Jeanne bijzonder lelijk te zijn, zodat ook de kans op een goed huwelijk minimaal is. Vanaf dag een neemt hij wraak op haar, slaat haar dagelijks bont en blauw en breekt haar botten. Gelukkig heeft Jeanne een iets oudere zus, de beeldschone Catherine, die haar wel liefde schenkt.
Reuzin
Als Jeanne 16 is, is zij uitgegroeid tot een soort reuzin (volgens de historische feiten zou zij 1,57 meter geweest zijn), die torenhoog boven alle dorpelingen, ook de mannen, uitrijst. Ze is zo sterk als een os, tilt moeiteloos een kar uit de modder als een groepje mannen dat gezamenlijk niet voor elkaar krijgt, breekt iemand louter door hard te knijpen de pols, kortom, een supervrouw.
Geen engelenstemmen
Als haar zus Catherine sterft, na verkracht en bezwangerd te zijn door Engelsen, besluit Jeanne haar diensten te gaan aanbieden aan de dauphin, de man die voorbestemd is om koning Karel VII te worden, maar door zijn eigen zwakte en twijfels nog altijd niets voor elkaar gekregen heeft. Hier pleegt Chen de grootste inbreuk op het historische verhaal: er is in haar versie geen sprake van engelenstemmen die Jeanne aansporen naar de koning te gaan en te gaan vechten voor Frankrijk. Haar Jeanne vindt het gewoon tijd om Frankrijk eens van de oorlog te gaan bevrijden.
Gelijk niveau
De Jeanne over wie we vervolgens lezen heeft verdraaid weinig van een vrouw uit de 15e eeuw. Ze laat zich weinig aan het geloof liggen, ze begint oorlogsstrategieën te ontwikkelen die haar tijd ver vooruit zijn, ze gaat op gelijk niveau om met de koning en de edelen aan zijn hof. En ze lijkt over bovenaardse krachten te beschikken. Als in de strijd een pijl zes duim (omgerekend zo’n 12,5 centimeter) haar hals binnendringt, ligt zij even op de grond, staat dan weer op, rukt de pijl eruit en voert haar troepen aan naar de overwinning.
Dat alles doet meer denken aan een hedendaagse Hollywoodheldin, die soortgelijke kunstjes flikt, dan aan een 18-jarig ongeletterd meisje in 1429 en komt behoorlijk ridicuul over.
Details
En dat is jammer, want schrijven kan Chen wel. Ze weet haar verhaal te kruiden met aantrekkelijke details en weet haar personages overtuigend tot leven te wekken: de laffe Karel VII, zijn schoonmoeder Yolande en talloze anderen.
Kortom, als verzonnen verhaal is Jeanne d’Arc best aardig. Maar voor een historische roman wijkt Chen wel heel erg ver af van de feiten.
Sonja de Jong
Katherine J. Chen – Jeanne d’Arc. (Oorspronkelijk verschenen als A novel of Joan of Arc, een uitgave van Random House). Vertaald uit het Engels door Titia Ram., De Boekerij, ISBN 978 90 4920343 6, 416 pagina’s, € 22,99, april 2024