Ik wil de waarheid - Liesbeth Zegveld
Waarom ik de Molukse treinkaping voor de rechter bracht
Helder beeld van de dilemma’s van advocaat in een zaak met Staat als opponent
Beschrijving stap-voor-stap-acties vanuit stadia proces
Dit boek gaat over de rechtszaak die advocaat Liesbeth Zegveld tegen de Staat aanspande namens de nabestaanden van twee Molukse gijzelnemers die op 11 juni 1977 bij de beëindigingsactie van de treinkaping bij De Punt werden gedood.
Het gaat dus niet over het verloop van de kaping of de politieke motieven van de kapers, maar een korte samenvatting van die gebeurtenissen is nuttig: deze treinkaping werd op 23 mei 1977 uitgevoerd door negen Molukse jongeren. Een van hen trok aan de noodrem, waardoor de trein midden in de velden tot stilstand kwam. De gijzelnemers brachten de tientallen reizigers bijeen in twee afzonderlijke compartimenten van de trein. De mannen gescheiden van de vrouwen. De gijzelnemers zelf verbleven op de balkons aan weerszijden van en tussen deze treindelen en in de coupés voor in de trein. Er werden eisen gesteld, er werd tevergeefs bemiddeld en er verliepen ultimatums. De regering besloot na drie weken een einde te maken aan de gijzeling. Bij die gewelddadige bevrijdingsactie kwamen zes gijzelnemers en twee gegijzelden om het leven. Drie gijzelnemers overleefden de gijzeling.
Inzet van het proces
Inzet van dit proces was de vraag of de gijzelnemers Max en Hansina in de trein door de mariniers zonder noodzaak en met buitensporig geweld waren doodgeschoten. De nabestaanden stelden dat er kort voor de actie een al dan niet heimelijke geweldsinstructie is gegeven die inhield dat geen van de gijzelnemers zou overleven. Voor zover dat niet zou kunnen worden bewezen stelden zij dat Max en Hansina zonder noodzaak zijn doodgeschoten, terwijl zij al uitgeschakeld waren als gevolg van de ernstige verwondingen die zij hadden opgelopen bij de inleidende beschietingen van buiten de trein. Ze konden dus geen bedreiging meer vormen voor de mariniers en de gegijzelde passagiers. En dit zou kenbaar geweest zijn voor de mariniers die hen hadden doodgeschoten. De mariniers hadden dus de mogelijkheid gehad om hen te arresteren.
Ik wil de waarheid!
De titel van het boek verwijst naar het antwoord van de moeder van Max op de vraag van de rechter wat zij van het proces verwachtte. Zij antwoordde: ’Ik wil de waarheid!’ Dit is een kernzinnetje in het hele boek. De staat stelde zich op het standpunt dat alles met betrekking tot deze beëindigingsactie al voldoende was uitgezocht en dat uit dat onderzoek geconcludeerd moet worden dat er geen onrechtmatig geweld is gebruikt. De cliënten van Zegveld vonden dat er nog heel veel onduidelijk was en dat er duidelijke aanwijzingen waren dat de treinkapers opzettelijk en zonder noodzaak gedood zijn. Zij waren bijna veertig jaar tegengewerkt in het achterhalen van de waarheid. Zij mochten de autopsierapporten van de lijkschouwing van de gedode gijzelnemers niet zien. De kisten waarin de lichamen aan de familie werden teruggegeven waren verzegeld, zodat alleen het gezicht zichtbaar was. Ook bij de strafrechtelijke vervolging van de overlevende kapers, had de staat z’n best gedaan om te voorkomen dat de mariniers als getuigen zouden worden gehoord en dat er teveel details van de actie bekend zouden worden.
Zegveld was benaderd door een journalist die bijna twee jaren onderzoek had gedaan naar deze kwestie en die er van overtuigd was dat het de bedoeling was geweest om alle kapers te doden. Hij had mariniers geïnterviewd en hij had de autopsierapporten in handen gekregen. Onder meer dat onderzoek heeft Zegveld gemotiveerd om deze zaak aan te spannen.
Een persoonlijk relaas
Voor zover dat al niet uit de ondertitel blijkt, wordt op de achterflap van dit boek nog eens aan de lezer duidelijk gemaakt hoe dit boek moet worden beschouwd: ’Een persoonlijk memoir van een gedreven topadvocaat die strijdt voor rechtvaardigheid’. Het is zeer persoonlijk relaas. Zegveld legt uit waarom zij deze zaak wilde doen en wat het haar gekost heeft in haar persoonlijk leven. Zij werd verketterd en bedreigd omdat zij optrad voor de nabestaanden van de gijzelnemers. Het werd gevoeld als een belediging van de heldhaftige mariniers en van de gegijzelden, van wie er ook twee waren gedood bij de beëindigingsactie. Zij schrijft dan ook dat zij dit boek heeft geschreven omdat veel mensen niet begrepen waarom zij deze procedure voor de nabestaanden van de kapers was gestart. In het boek komen veel fragmenten voor uit Zegvelds persoonlijke dagboek. Hierin beschrijft zij moeilijke en eenzame momenten, momenten van twijfel en momenten van euforie. Zij beschrijft ook hoe de band met haar cliënten, de nabestaanden, steeds hechter werd.
Geen objectief relaas
Het boek is geen objectief relaas en dat wil het ook niet zijn. Het is immers het relaas van een advocaat die vanuit de aard van haar rol als advocaat in deze zaak partijdig is. Je mag niet anders verwachten. Bij alles wat zij zegt of schrijft moét zij de belangen van haar cliënten vooropstellen. Dat die partijdigheid niet alleen functioneel maar ook persoonlijk is, blijkt uit de zin: ‘Ik kan deze zaak alleen doen omdat ik geloof dat we gelijk hebben.’ Dat is minder logisch dan het op het eerste gezicht lijkt. Een advocaat doet vele zaken waarvan hij/zij niet weet of de cliënt gelijk heeft, maar waarin hij/zij wel een kans ziet om een positieve beslissing voor de cliënt te verkrijgen. Advocaten zijn doorgaans niet op zoek naar de waarheid, maar naar het voor de cliënt meest voordelige verhaal. Dit is geen kritiek, want de regelgeving gaat ervanuit dat de advocaat de belangen van zijn cliënt dient en alles nalaat wat die belangen kan schaden. Maar de advocaat mag niet liegen, mag geen valse stukken overleggen waarvan hij/zij de valsheid kent en mag geen getuigen beïnvloeden. Het spel moet eerlijk gespeeld worden. In het rechtssysteem zijn er voldoende krachten die als tegenwicht dienen voor deze partijdige rol van de advocaat. Bijvoorbeeld de wederpartij met zijn versie van de waarheid en in strafzaken, de politie, de officier van justitie en de rechter.
Om wel een volledig beeld van de rechtszaak te krijgen zou men het complete dossier moeten lezen, maar dat is niet mogelijk. Het is echter wel mogelijk om de rechterlijke uitspraken in deze zaak te lezen. Deze zijn voor iedereen op internet te raadplegen. U moet er wel wat tijd voor uittrekken, want het is veel tekst. Maar het geeft u een goed beeld hoe de rechters wikken en wegen en uiteindelijk beslissen. U zult bovendien tot de onthutsende conclusie komen dat rechters zeer wel in staat zijn om helder te formuleren zonder al te veel vakjargon.
Een voorbeeld van de meer dan gewone betrokkenheid van de advocaat met haar cliënten en met de Molukse gemeenschap is het feit dat zij op 18 januari 2014 meeloopt met een mars van de nabestaanden van de gedode gijzelnemers naar de Punt en naar de graven van de zes gedode kapers. Zegveld beschrijft hoe zij twijfelde of zij er wel goed aan deed om mee te lopen. Zij had er immers eerder uitdrukkelijk voor gekozen dat het geen politiek proces over de Molukse zaak moest zijn. Het zou alleen moeten gaan over het optreden van de mariniers ten aanzien van Max en Hansina. Toch koos zij ervoor om mee te lopen: ’Ik wilde mijn solidariteit met hen tonen, ik wilde laten zien dat ik achter hen stond.’
Zegveld beschrijft stap voor stap welke acties zij heeft ondernomen bij de voorbereiding en tijdens de verscheidene stadia van het proces. Het geeft de lezer een helder beeld van de dilemma’s die een advocaat ontmoet in een zaak met de Staat als opponent. De Staat die als enige over alle informatie beschikt die jij als advocaat nodig hebt om je vordering te onderbouwen.
De eindbeslissingen van de rechters
Op 25 juli 2018 kwam het vonnis van de Haagse rechtbank (ECLI:NL:RBDHA:2018:8895). De rechtbank oordeelde dat de cliënten van Zegveld niet hadden bewezen dat Max en Hansina zonder noodzaak en met buitensporig geweld zijn doodgeschoten. Bij Max was zelfs niet duidelijk of hij door een marinier in de trein was doodgeschoten of door vuur van buiten de trein. De rechtbank hield rekening met de moeilijke omstandigheden waaronder de mariniers hun werk moesten doen. Hoewel achteraf bleek dat Max en Hansina zeer waarschijnlijk geen risico meer vormden, konden de mariniers in de oprechte veronderstelling verkeren dat er nog wel sprake was van dreiging die gewelddadig optreden noodzakelijk maakte. Zegveld ging namens haar cliënten in hoger beroep, maar het Gerechtshof Den Haag bevestigde het vonnis van de rechtbank (zoek op: ECLI:NL:GHDHA:2021:950)
Aart van der Perk
Over de auteur
Ik wil de waarheid! van Liesbeth Zegveld is een persoonlijk memoir van topadvocate Liesbeth Zegveld, die werkt bij kantoor Prakken d’Oliveira in Amsterdam. Het zegt veel over de gedreven advocate, die strijdt voor de waarheid en rechtvaardigheid voor alle burgers. Eerder vertegenwoordigde ze oud-diplomaat Maarten Mourik die een proces begon tegen de vader van Máxima, Jorge Zorreguieta, die deel uitmaakte van het Videla-regime in Argentinië.
Liesbeth Zegveld – Ik wil de waarheid! Waarom ik de Molukse treinkaping voor de rechter bracht, 192 pagina’s, ISBN 978 90 450 2968 9, € 19,99, september 2022