Ga je erover schrijven? - Herman Koch
Herman Koch haalt herinneringen op
De bekende mengeling van arrogantie en zelfspot
Wie verwacht of zelfs hoopt dat Herman Koch nu eens haarfijn uit de doeken zal doen hoe het is om kanker met uitzaaiingen te hebben en ongeneeslijk te zijn verklaard, komt bedrogen uit. In het grootste deel van Ga je erover schrijven? stipt Koch zijn ziekte alleen even aan, hier en daar. Meer dan dat is dit nieuwe boek een terugblik op een leven, in de bekende Koch-stijl. Samengevat in die ene bondige zin op pagina 220: Ik wil niet opscheppen, maar ik ben echt heel erg goed. Op dat moment heeft hij het over het kort samenvatten van zijn eigen boeken, maar het is wel de toon die door het hele boek sijpelt. Arrogantie, gemengd met zelfspot, de lezer mag zelf bepalen welke van die twee overheerst.
Over de auteur
Herman Koch (1953) werd geboren in Arnhem, maar verhuisde als peuter al met zijn ouders naar Amsterdam-Zuid. Hij debuteerde in 1989 met de roman Red ons, Maria Montanelli. Daarna volgden nog twaalf andere romans en een aantal verhalenbundels. Zijn grote doorbraak kwam met Het diner in 2009. Dit boek won de NS Publieksprijs, werd tot toneelvoorstelling bewerkt en al vier keer verfilmd (in Nederland, Italië, Amerika en Zuid-Korea). Behalve als schrijver was Koch ook lange tijd actief als acteur in de door hem zelf en Michiel Romeyn en Kees Prins gemaakte televisieserie Jiskefet.
Prostaatkanker
Het is inmiddels al vier jaar geleden dat Koch het vonnis te horen kreeg: prostaatkanker, uitgezaaid naar vele andere plekken in zijn lijf. Genezing onmogelijk, levensverwachting tussen de drie en vijftien jaar. Door het uitbreken van corona en de bijbehorende risico’s kan de geplande chemokuur niet doorgaan en komt Koch in aanmerking voor een veel duurdere, experimentele kuur met vrouwelijke hormonen die ook nu nog altijd wordt voortgezet.
Maar daar wil Koch het eigenlijk helemaal niet over hebben. Pas bij het uitkomen van dit nieuwe boek gaf hij opening van zaken over zijn ziekte, de afgelopen vier jaar waren alleen intimi op de hoogte.
En ook nu vermijdt hij het onderwerp grotendeels. Slechts in de proloog en in de epiloog geeft hij iets van zijn gevoelens bloot. In de paar honderd bladzijden daartussenin herinnert hij zich vooral opmerkelijke momenten uit zijn leven en mijmert over de zaken waar hij wel of juist niet van houdt.
Montessori-onderwijs
Het Montessori-onderwijs bijvoorbeeld valt onder die laatste categorie. Na eerst de kleuter- en de basisschool van dit schooltype gevolgd te hebben, strandde hij halverwege het Montessori Lyceum. Dat lag niet aan Koch, zo leren we in een karakteristiek Kochiaans betoog, maar aan het onderwijstype zelf. Mensen die Montessori-onderwijs hebben gevolgd, kunnen in de regel niet spellen. Dyslexie wordt veel te laat of helemaal nooit ontdekt. Wie de hele opleiding afmaakt, vindt daarna geen werk. Montessorianen kunnen daarentegen wel goed kleien of kliederschilderijen maken, dus gaan ze maar klussen […] Een keer laat je uit medelijden je keuken door een voormalige Montessori-leerling verbouwen en dat is ook meteen de laatste keer. […] En voor die scheve keukens en lekkende badkamers laten ze zich uiteraard zwart betalen.
B-garnituur
Maar er is veel meer waar Koch op neerkijkt. De Max Havelaar van Multatuli doet hij af als ‘B-garnituur’, collega’s die tijdens reisjes van het Letterenfonds niet bij het populaire groepje horen zijn de minder leuke en niet helemaal toevallig vaak ook minder getalenteerde, literatuurles hoort niet thuis in het onderwijs en werkt alleen maar averechts.
Daarentegen wordt Koch niet moe om zijn eigen werk te prijzen, meestal via anderen. Over een schoolopstel van hem zegt een leraar al: het maakt me een beetje sprakeloos en hij geeft het eerst een goed om dat vervolgens meteen te veranderen in beter. Ook uitgevers buitelen later, als we hem moeten geloven, over elkaar in het uitbundig prijzen van Kochs literaire uitingen.
Zelfbewieroking
Zo samengevat klinkt het allemaal behoorlijk als zelfbewieroking. Maar het zijn Kochs nonchalante stijl, zijn zelfspot en zijn trefzekere oog voor het juiste detail die hem redden. Hoezeer oneens je het ook kunt zijn met wat hij te berde brengt, het blijft leuk om te lezen. Je grinnikt zo nu en dan, bromt op een ander moment afkeurend en voor je het weet, heb je het hele boek al uit.
Toch maar hopen dat hij die vijftien hem nog beloofde jaren zal kunnen volmaken.
Sonja de Jong
Herman Koch – Ga je erover schrijven?, 272 pagina’s, ISBN 978 90 263 6463 1, uitgeverij Ambo Anthos, € 23,99, januari 2024