Flankhond - Bas Kwakman
De onthutsende geschiedenis van een ernstige hoofdpijn
Een overvloed aan pijnlijke beelden, dat is het meest opvallende aan de stijl van Bas Kwakman in diens boek Flankhond. En precies dàt maakt zijn ‘geschiedenis van mijn hoofdpijn’ onthutsend.
Vanaf zijn veertiende lijdt Bas Kwakman aan migraine. Hij vertelt eigenlijk niks nieuws: dat de aandoening een enorme invloed heeft gehad op zijn persoonlijk en zakelijk leven is een open deur. Maar hij doet meer. Veel meer. Hij is schrijver en beeldend kunstenaar en was tot 2017 directeur van Poetry International. Vanwege dat ‘International’ was hij veel op reis, een activiteit die niet bijdraagt aan een pijnvrij of zelfs pijn-arm bestaan. Op zijn naam staat een lange lijst publicaties, waaronder In poëzie en oorlog – Vijftig jaar Poetry International. Voor de moeite die al die activiteiten gekost hebben, rijst mijn bewondering tot boven normaal. Chapeau ook voor zijn vrouw en steun: Hella Koffeman. Uiteindelijk belandt Bas wel in de ziektewet.
In dagboekvorm sleept hij je in Flankhond een jaar lang mee door de wereld van neurologen, alternatieve therapeuten en kwakzalvers. Schrijnender zijn de beschrijvingen van zijn hoofdpijn, waarbij hij ook nog eens de pech heeft dat die afgewisseld wordt met migraine en de ernstigste: clusterhoofdpijn. Bas: ‘Ik spreid dit hoofd uit op papier.’
De ‘ode aan zijn hoofdpijn’ is gruwelijk van schoonheid, afgewisseld met filosofische oneliners: ‘Migraine is de uitlokker van dood en leven, en veel daarover denken.’ Zijn hoofdpijn verlaat hem nooit. Als een hond die hem trouw blijft. Hij geeft een cijfer aan zijn hoofdpijn, van nul tot en met tien. Nul is een hoofdpijnvrije dag en een tien voor clusterhoofdpijn, die hij (en hij niet alleen!) als zelfmoordhoofdpijn ervaart. Soms gaat zijn hoofdpijn in een paar uur van vijf naar zeven. Ja, er zijn medicijnen tegen migraine, triptanen. Maar:
‘De triptaan werkt niet. Er worden grove bouten in mijn beide slapen gedrukt en bij iedere hartslag draaien ze dieper en dieper, totdat ze elkaar ergens in het midden van mijn hersenpan ontmoeten om de ruimte aldaar tot niets te verklaren. Tot helemaal niets.’
Beelden van vroeger, van figuren uit de filosofie (Nietzsche bijvoorbeeld), de kunst en van herinneringen aan zijn reizen komen hem afleiden in zijn ‘triptaanroes’, maar die versterken bij de lezer juist de indruk van zijn lijden meer dan een medisch rapport zou doen. Als in een caleidoscoop tovert Kwakman ons symptomen, therapieën, oorzaken, behandelingen en onderzoeken voor ogen, maar het gaat hem niet om de informatie. In zijn egodocument vormt hij al die aspecten om tot een kunstwerk van filosofische proporties, met gedachten over hoofdpijn als een vlucht, altijd dromend over de roes van pijnvrijheid. ‘In pijn is alles van belang.’
Onthutsende, schrijnende, hartverscheurende, ontroerende ontboezemingen zijn het. En die in het kwadraat. Zo heb ik nog nooit over hoofdpijn gelezen.
Dick de Scally
Bas Kwakman : Flankhond. De geschiedenis van mijn hoofdpijn. Amsterdam, 2021. ISBN 978 90 2954520 4, 259 pagina’s, De Arbeiderspers, € 21,50. Ook als e-book € 12,99, november 2021