Eddie Feber 2 - Nachtloper - Karin Fossum
Psychologische roman - Karin Fossum is dé Noorse psychologische thrillerauteur van het Scandiboek.
Haar nieuwe speurder Eddie Feber probeert de moorden te ontrafelen.
In het tweede deel over inspecteur Eddie Feber gaat het vooral over Meidel André Jonsson. Een jongen van 18, wiens grootvader Lennart overleed van de een op andere dag. Zo lijkt het. Maar potjes vol Marevan, Paracetamol en Tramadol zijn leeg als politieagent Margot van Hanno het huis van de jongeman bezoekt. Zijn opa is 97 geworden. Met doodvlekken op zijn handen en ernstig vermagerd, wordt hij aangetroffen zonder zichtbare sporen van verwondingen in zijn gezicht of op zijn handen. De doodsoorzaak moet dus zijn dat hij gewoon gestorven is aan ouderdom. Hij had wel twee jaar geleden zijn heup gebroken. Meidel is het kind van twee problematische ouders: moeder Tanja zit in de psychiatrische kliniek Varden en vader Roger zit de laatste dertig dagen van zijn straf van vier jaar uit in Ullersmo. Dat waren voor Meidel vier heerlijke jaren waarin hij het naar zijn zin had bij zijn opa en de rust hervond van een chaotisch gezin daarvoor. Opa moet gecremeerd worden, zegt Meidel. Hij wil geen poespas op de uitvaart. Zijn vader heeft geen toestemming om die te bezoeken van de gevangenisdirectie en zijn moeder voelt zich te zwak en te ziek om de begrafenis te bezoeken.
Rolstoel Quickie
De jongen staat toch al zo lang op eigen benen dat het hem niets doet. Hij kan rijden met de Caddy van zijn vader om boodschappen te doen, ook heeft hij een rolstoel gevonden die hij Quickie noemt. Hij is geleend van het ziekenfonds en nooit teruggebracht. Het is voor hem een hulpmiddel bij een bijzondere activiteit: het overvallen van oude dames. De eerste is de vierenzeventigjarige Gjertrud Åsane, die midden in de nacht in haar slaapkamer is neergeschoten. Dat zit zo. Meidel heeft een doosje patronen, 357 Magnum gevonden en in een doos van Black & Decker voor een boor een pistool, een Colt SA Army. Vermoedelijk van zijn vader Roger die onder meer was aangehouden wegens gewelddadigheden. Een volgende keer overvalt hij midden in de nacht de 86-jarige Olga Messel, wier raam eveneens openstond. Als hij op haar schiet, gaat het pistool niet af. De trekker niet af en Olga blijft in leven. Meidel maakt dat hij wegkomt. De politie gaat beelden natrekken om te kijken of ze de dader kunnen vinden. Dat is een zaak van Eddie Feber, de nieuwe inspecteur. De hoofdpersoon in het tweede deel over deze vindingrijke rechercheur, die maar liefst acht kinderen heeft. Zeven jongens en een dochter en een schrijvende echtgenote.
Ondertussen heeft Meidel geen gebrek aan geld, want heel toevallig heeft zijn grootvader de dag voor zijn overlijden 563.000 kronen van zijn spaarrekening overgemaakt naar hem. Hij heeft nog veertien kronen over. Als zijn vader Roger informeert of hij nog geld erft, blijft Meidel hem het antwoord schuldig.
De auteur
Karin Fossum, geboren als Karin Mathiasen (Sandefjord, 1954) publiceerde boeken in verschillende genres, maar is vooral bekend van haar serie misdaadverhalen over inspecteur Konrad Sejer. Ze ontving een aantal prestigieuze onderscheidingen, waaronder een L.A. Times Book Prize en The Brage Prize. In 2017 noemde The Riverton Club haar de beste Noorse misdaadschrijver alle tijden.
Wonderlijk is dat Gjertrud Åsane (ook) niet dood is, maar de aanslag op haar leven heeft overleefd. ‘Jij licht niet op in het donker?’ zegt ze tegen Eddie Feber. Hij veronderstelt dat de dader (Meidel dus) lichtgevende verf heeft gebruikt, iets dat jongeren wel eens opdoen bij Halloween. Ze staart in een revolver, maar is toch niet doodgegaan. Zouden het losse flodders zijn die uit het pistool komen? Eigenlijk vindt Gjertrud het niet zo erg om dood te gaan. Ze weet dat hij meer slachtoffers heeft gemaakt, zoals Olga Messel die het ook heeft overleefd. Maar recent ook Henryk Faye, met wie Meidel een vechtpartij heeft gehad. Het lijkt of daarbij al zijn botten uit elkaar vallen, hij houdt de prothese van zijn rechterhand tot zijn verbazing in zijn hand. En haalt de trekker over vlak tegenover Faye’s gezicht. Nu is hij nog steeds bewusteloos in het ziekenhuis. Het eerste echte slachtoffer dat echt geraakt is.
Paralympics
Dan wordt er hard gelachen op het bureau als blijkt dat een vrouw heeft opgebeld dat ze een jonge man heeft gezien in een rolstoel dicht bij het huis van Olga Messel. Gudrun Bergesen met een krakende stem. De nacht dat Olga is overvallen ziet ze hem, zelf lopend met haar hond, onder de lantaarnpalen, de gedaante in de rolstoel, ‘Hij was druk in de weer met zijn armen. Het leek of hij aan de Paralympics meedeed.’ Ze vertelt dat er af en toe een jongen met een rolstoel komt in supermarkt Kiwi in Haugestad. ‘Eigenlijk doet me dat denken aan de man die ik in Wilses vei heb gezien. Hij zit net zo gebogen.’
Flor die in de supermarkt werkte was ‘een Rubensiaanse engel, een groene appel, ze was warme pap met kaneel, een lynx. Ze vertelt dat de jongen in de rolstoel regelmatig komt. Maar er is iets mis met hem, constateert ze. Ze denkt dat hij steelt. Er ligt een dekentje op zijn schoot. Als hij niet bij de boodschappen kan, staat hij op om ze te pakken. Ze vraagt zich af of die stoel niet gewoon een grap is. Hij flirt ook met haar. En roept hij: ‘Kijk maar uit voor de nachtloper.’ Eddie vraagt haar haar ogen te gebruiken als hij weer in de zaak komt en geeft haar zijn kaartje en telefoonnummer. Een paar dagen belt ze hem op en vertelt dat hij niet wil zeggen waar hij woont. Hij rijdt in een witte bestelwagen. Later heeft ze haar vader gebeld die bevestigt dat de auto vergelijkbaar is met die waarin de postbode van Nokken rijdt: een Volkswagen Caddy.
Zoals het e naar uitziet is er nu wel een echte moord gepleegd, is Meidel de dader? De jonge vrouw Sofie (met tweede naam Flor) die op een jongetje past in het huis van Lizzie Frøhlich, is vermoord met een groot kaliber pistool. Het schot is binnengedrongen boven de neusrug en dwars door de schedel gegaan. Een jongetje, Nils Henrik, heeft het, verstopt op de bank, zien gebeuren, maar kan geen echte aanwijzingen geven. Wel weet hij dat ze een flinke ruzie heeft gehad met haar vriend Peter Køøk die tussen twaalf en een uur ’s nachts naar zijn huis op het Gamle Kirkeplein is gegaan. Sofie wil het uitmaken, het lijkt erop dat ze Sofie Flor van de supermarkt is maar hoe kan zij sterven als ze zoveel uitstraalt? Als ze Peter van zijn bed lichten ontkent hij iets met de moord te maken te hebben. Hij weet ook nog niet dat ze dood is. Hij is bewakingsagent bij Securitas en heeft zelf geen pistool. Zijn vader wel: een Smith & Wesson. Eddie vraagt zijn vader of het pistool nog in de wapenkast in de kelder ligt. Als hij kan worden uitgesloten als moordwapen zal Peter niet langer verdachte zijn. Eddie kent iemand die ook Peter Køøk heet, een Zweedse filmregisseur. ‘Als hij even groot wordt als Ingmar Bergman, zou jouw leven wel eens interessant kunnen worden. Zodra je je naam zegt, zullen de mensen vragen of je familie bent van de bekende regisseur. Misschien zijn er nog andere mannen in het leven van Sofie, veronderstelt Peter. Eddie denkt dat hij andere minnaars wel zal vinden, als ze die had, en brengt hem terug naar het Gamle Kirkeplein.
Gedaan met het relaxte leventje
Het boek eindigt op een wrede manier. Als Roger, Meidels vader thuiskomt na vier jaar gevangenschap, is het gedaan met het relaxte leventje van Meidel. Met een makker gaat Roger veel drinken en is luidruchtig. Meidel gedraagt zich stoïcijns, maar als Roger hoort dat het geld van Lennart door Meidel is gegeven aan een goed doel, weet hij wel een voor de hand liggende manier om verzekeringsgeld te innen (al weet hij niet dat er geen premiegeld is betaald). Dat zorgt voor een onverwacht slot van het boek. Iets dat alleen Karin Fossum – als een van de beste Noorse misdaadschrijvers – zou kunnen verzinnen.
Karin Fossum – Eddie Feber 2 – Nachtloper (in 2021 verschenen bij Cappelen Damm AS in Oslo als Natteløperen) vertaald uit het Noors door Sofie Maertens en Michiel Vanhee, ISBN 978 90 225 9846 7, 234 pagina’s, uitgeverij Meulenhoff Boekerij, € 21,99, mei 2022