Dodendans - Maria Grund
Rechercheur Sanna Berling stort zich in allerlei onverwachte situaties met gevaar voor eigen leven
En lost met collega Eir Pedersen wapen- en drugsleveranties op bij een meisjesbende en een gewelddadige opstand tegen de maatschappij
Tweede thriller van de Zweedse Maria Grund. Sanna Berling die ook bij landelijk onderzoek van de NOA (Nationale Operationele Afdeling) betrokken was. Ze heeft nu een baan als lokale politieagent zodat ze nooit meer hoeft te werken aan zware misdrijven, denkt ze. Maar het dorpje waar ze werkt blijkt diepere achtergronden te hebben met duistere geheimen en een broedplaats te zijn van angst, wantrouwen en geweld. Sandra wordt ook achtervolgd door dramatische herinneringen aan drie jaar eerder, toen een tiener een reeks gewelddadige moorden pleegde en daarna spoorloos verdween.
Vrouwelijk natuurwezen
Sanna is bij de herdenking van Ernst ‘Eken’ Eriksson, haar chef in de stad, die is overleden en wiens as de weduwe vanaf een schip in zee strooit. De naam van de nieuwe chef is al bekend: Niklas Jovanovic. Voordat ze daar is wordt ze opgeschrikt door een knetterend geluid en bijna afgesneden door een groep tienermeisjes op bromfietsen, ze heeft ze al verschillend keren gezien, ze rijden langzaam om de auto heen. In de nek van een van de meisjes zit een tattoo. Een soort vrouwelijk natuurwezen, direct daarna zwenkt het glanzend zwarte beest precies voor Sanna’s Volvo naar rechts en snijdt de auto af. Waardoor Sanne gedwongen wordt om te remmen. De zwerm rijdt het trottoir op en verdwijnt in een zijstraat.
Bij de herdenking ziet ze haar oud-collega’s, maar al snel wordt duidelijk dat Sanna een eenling is en snel haar biezen pakt als de plicht roept. Jon, haar oud-collega spreekt zich onverbloemd uit: ‘Een wonder dat ze haar rijbewijs nog heeft. Gelet op de hoeveelheid pillen die ze normaal slikt voor ze achter het stuur kruipt.’ Maar dat is volgens haar collega Eir Pedersen, die met haar samenwerkt, een poosje geleden. ‘Dat was toen ze zich beroerd voelde. Echt beroerd. Nu is ze weer in orde.’
112 gebeld door tienermeisje
Sanna heeft een melding gehad van de wachtcommandant van het bureau. Een tienermeisje dat 112 heeft gebeld. Zij en een paar vriendinnen beweren dat ze bij een verlaten boerderij iets ten oosten van het dorp een jongen naakt hebben zien rondwandelen. Eir biedt aan om mee te gaan, maar Sanna zegt het alleen af te kunnen handelen. In het bos ziet ze de brommers van de meisjes. Ze zeggen dat Nina verderop is. En over de jongen: ‘Hij hapte naar ons en viel naar ons uit.’ Ze ziet iets verderop het tienermeisje in de korte broek. Dat ze eerder had gezien achter op de zwarte Aprilla. Ze wil dat Nina met haar meegaat, terwijl ze om versterking belt. Volgens Nina moeten ze iets doen omdat de jongen helemaal in de war is. Het is haar broer Pascal. Als Nina in de auto is en Sanna met hem probeert te praten ziet ze dat hij in de twintig is, vuil en naakt. Overdekt met blauwe plekken en schaafwonden, opgedroogd bloed. Hij heeft een wond bij zijn buik. Hij is kokendheet. Ze voelt angst en probeert woorden over hulp op te vangen. De verstikkende stank die uit zijn mond komt. En hij zegt: ‘Het meisje…’, tranen rollen over zijn vuile gelaatstrekken. De hand op zijn zij glijdt naar beneden en toont een open wond met duidelijke randen, in de vorm van een lemmet. Ze schudt aan hem. ‘Pascal? Hallo, hoor je me?’ Hij is helemaal stil. Ze drukt op zijn ribben, doet mond op mondbeademing en blaast lucht naar binnen. Ze ziet zijn borstkas omhoogkomen om vervolgens weer in te zakken. Ze vecht maar tevergeefs. Als het ambulancepersoneel binnenkomt en het overneemt is het al te laat. Ze kan zijn gezicht niet meer zien alleen schaduwen die zich over de smerige grond bewegen. Hij is dood.
Over de auteur
Maria Grund werkte jarenlang in de film- en mediabranche. Haar eerste thriller De hoofdzonde, is genomineerd voor meerdere prijzen en won de Swedish Academy of Crime Fiction Award voor het beste debuut. Haar boeken zijn in elf landen verschenen.
Vivianne Yang vertelt in het forensisch laboratorium dat de steekwond Pascals doodoorzaak is. Een oppervlakkige wond. De steek heeft de lever en belangrijke bloedvaten gemist, maar wel de darm gescheurd. De darminhoud is in de open buikholte gestroomd en heeft zo sepsis veroorzaakt. Hij moet zijn aangevallen door iemand die waarschijnlijk rechtshandig is.
Imago aangetast
Het blijkt dat Pascal andere dingen heeft gedaan dan de politie weet. In een voormalig zwembad en badhuis van het dorp in een groot gebouw van beton blijkt de sleutel te passen die bij de bloemen lag voor de dode Pascal. Daar blijken gevechten georganiseerd te worden tussen jongens van twaalf à veertien jaar. Pascal heeft deze plek geregeld zodat ze daar kunnen trainen. En voor het kijken naar hun gevechten wordt er betaald, maar tot op heden nooit voor gevechten van jongeren, niet kinderen. Op de muur staan teksten als: ‘Geef je nooit over’ Als de politie dreigt een ambulance te bellen omdat er al een jongen tijdens een gevecht in elkaar geslagen is, roept iemand dat zijn vader hem dan dood zal slaan. Maar even later wordt de ambulance toch gebeld en de identiteit van iedereen opgenomen door Niklas en Eir. Er wordt nogmaals bevestigd door de jongens dat ze er alleen maar trainen, maar Pascals imago is aangetast. Zeker als Eir en Sanna Nina verhoren. Nina voelt daar niets voor maar Sanna weet haar zover te krijgen dat ze meegaat naar het bureau.
Dan vertelt Nina dat zij en haar vriendin Hedda Pascal gevolgd zijn op hun brommer en ze hem bij een parkeerplaats zien met twee grote langwerpige tassen die hij uit de kofferbak haalt. Dan staat hij bij een dode boom en staart omhoog. Hij kijkt om zich heen of hij gevolgd is en Nina en Hedda duiken weg. Even later is Pascal foetsie. De volgende dag ziet Nina hem met een hoop geld. En als ze hem vraagt hoe hij eraan komt, zegt hij dat het hem geen moer aangaat.
Ruzie over geld
Afgelopen donderdag bellen Nina’s vader met haar moeder Sonja en maken ruzie over geld. Hij is met Pascal op de club dus die most de ruzie ook hebben gehoord. Nina neemt aan dat hij dan wel naar de plek zal gaan waar het geld ligt en het aan haar vader zal geven. Als ze hem belt, reageert hij vreemd en vraagt of ze hem soms achtervolgt. Aan het geluid te horen koopt hij iets in de supermarkt. Hij heeft haar beloofd te bellen als hij thuiskomt, maar heeft dat kennelijk niet gedaan. Sanna stelt haar voor om naar de dode boom te gaan. Sanna zelf wordt regelmatig gebeld door iemand, ze hoort wel geluiden, ze vermoedt dat het Jack Abrahamsson is, de moordenaar van drie jaar geleden. Ook hoort ze een krassend geluid bij haar voordeur. Iemand heeft een T op haar deur gekrast, in de vorm van een kruis, dat teken had de moordenaar ook aangebracht bij zijn slachtoffers drie jaar geleden. Later wordt duidelijk wie dat heeft gedaan.
Sanna ontmoet de reeds dementerende Gryt die in het boerderijtje woont, niet ver van de plek waar Pascal is gevonden in de vogeltoren. Gryt zegt dat ze bewust op donderdagavond de dader heeft gezien en zijn auto is volgens haar geel. Dat geeft ze door aan haar chef Niklas. Bij de dorpsagent Anton, aan wie ze vertelt dat ze zowel aan het onderzoek gaat meedoen en halftime in het dorp blijft werken, ziet ze timmerman Thomas. Hij heeft een bronskleurige pick-up, de lak van goud kan je met een beetje fantasie beschouwen als geel. Thomas wijst op een andere mogelijke dader: haar collega Jon Klinga, die ooit op zijn borst een tattoo had van een hakenkruis en dat later heeft verwijderd, nu is het een litteken. Jon werd wel der Führer genoemd. Hij en zijn broer hadden jarenlang een jongen geterroriseerd en opgesloten in een bak met strooizand, de pesterijen zijn jarenlang doorgegaan. Zijn broer Tobias vertelt dat Jon nooit een meisje heeft gehad. Hun moeder is al vroeg het huis uitgegaan. Jon is in zijn ogen een slapjanus die huilt als ze weggaat en haar smeekt hij te blijven. De deur is op slot, ze belooft hem te blijven als hij de deur opendoet. ‘Het rotwijf duwde hem opzij en rende de deur uit. Hij was pas acht. Dat is het probleem met alle wijven. Jullie zijn allemaal hetzelfde, geen van allen te vertrouwen.’
Varkensmasker
Tijdens het onderzoek van de forensische rechercheurs wordt in het bos het lichaam en bril gevonden van de journalist Axel Orsa, waarom hij is vermoord is een raadsel, Sanna ziet daar zijn broer Daniel met betraand gezicht in het bos terwijl de forensisch rechercheurs bezig zijn. Hij is altijd heel gemeen geweest, vertelt Daniel. Zowel hij als Pascal zijn beiden ‘klootzakken’. Axel lacht hem uit als hij naar het zomerkamp moet. En daar het varkensmasker moet opdoen van dominee Holger Crantz, want ‘vraatzucht was mijn zonde, weet je waarom die dominee dat bepaald had? Ik stal, pikte dingen. Geef het maar een naam. Daarom had mijn moeder me toen naar dat kamp gestuurd. Alles waar ik aan kon komen, stopte ik in mijn mond of mijn zak.’ Als Sanna hem vraagt of hij meer weet, loopt Daniel weg tussen de bomen.
Mythe
Ze krijgen bericht dat de forensische IT-afdeling in de computer van journalist Axel Orsa is gekomen. Mateo Månssson, het nieuwe hoofd van de afdeling, verwelkomt Eir en Sanna. Hij vertelt dat het beeld begint met een reportage over een ultra-masculiene stroming. Als een soort geloof in de evolutionaire en biologische rol van de man. Het belang van een gezonde levenswijze, fysieke kracht en mentaal uithoudingsvermogen, zoals het staan onder een lange, ijskoud douche. Het terugvinden van je mannelijkheid? Heeft hij sporen daarvan teruggevonden? Månsson vertelt dat het vooral een verhaal is over een man dat terugkomt, een kluizenaar. Die in het bos voor zichzelf een eigen ondergrondse bunker bouwt. De bunker dus, concludeert Sanna. Axel heeft daarover gehoord en is op zoek. Zowel Pascal als hij zijn vermoord, vermoedelijk door deze man. Het lijkt alsof ze op zoek zijn naar een mythe. Sanna gelooft dat Jack Abrahamsson nog leeft. De foto’s van een plaats delict laten een met messteken omgebrachte boekenantiquair Marie-Louise Roos zien en in de tienerkamer van Jack zijn moeder Rebecca Abrahamsson, met ontelbare messteken doodgestoken. Sanna heeft als enige politievrouw een goede band met hem en heeft daarom nu een alarm telefoon en permanent een wapen, ook al denkt Sanna dat hij haar nooit iets zal aandoen. Aan Mateo laat ze de opnamen horen van – vermoedelijk – Jacks telefoontjes. Hij luistert ernaar en zijn conclusie is: ‘ ‘’Welke kleur heeft Gods hand’’,’ zegt hij. Zo verklaart hij de tonen en het ritme van het geluid, waarin niets wordt gezegd. Als ze hem vraagt of hij het zeker weet, reageert hij: ‘Wat het ook moge betekenen, ik neem aan dat jij wel weet waarom hij zo reageert.’ Sanna ziet het voor zich, het boek Het paradijs verloren van John, daarin komt een demon voor die het over Gods rode hand heeft. De goddelijke wraak.
Het boek kent een verrassend slot. Ava Dorn belt vertwijfeld met Sanna en voelt de dreiging dat ze mogelijk vermoord wordt. Sanna vindt haar inderdaad vol met messteken in de caravan, de dader weet net te ontsnappen. Eir blijkt in de woning van Fabian mishandeld te zijn door Nina en haar brommervriendinnen die handelen in drugs. Ze is zwanger en hoort voor het eerst van Fabian en zijn vrienden dat ze meer weten over de handel en wandel van Pascal, en de dood van Axel Orsa. Als Eir geneest in het ziekenhuis van haar verwondingen, stuurt Sanna haar een filmpje van haar hond Sixten. Op de achtergrond ziet Eir in de haven de boot Kristina Pärnu, wacht even, is dat niet de boot die met man en muis is gezonken in de Golf van Riga? Ze herinnert zich de woorden die Sanna op haar hand heeft geschreven, onder andere de zon. Jack is terug, dit is de boot waarmee Jack Abrahamsson terug is gekomen naar het eiland.
Honinggele eeuwigheid
Wanneer Sanne terug is in haar auto na het vinden van het vermoorde lichaam van Ava Dorn zit iemand op haar achterbank met een mes. Het is een oude bekende met een barnsteen in de hand met twee ingekapselde silhouetten van een mier en een kever, ingesloten in hun honinggele eeuwigheid. Zal Sanna dit ook overleven en de dodendans in haar geval ontspringen of is dit haar noodlot?
Maria Grund – Dodendans (in 2022 bij verschenen als Dödsdansen bij Modernista Group AB) is vertaald uit het Zweeds door Ron Bezemer, 380 pagina’s, ISBN 978 90 214 2342 5, uitgeverij Volt, € 24,99, september 2023