De Zeeuwse jaren - Freek de Jonge
De geboorte van een cabaretier
Van zomaar wat proberende puber tot trefzeker performer
Al vanaf zijn vroege puberteit wist Freek de Jonge zeker dat zijn toekomst op het podium lag. Komiek wilde hij worden, net zoiets als de door hem zeer bewonderde Toon Hermans. Een schoolavond in zijn toenmalige woonplaats Zaandam waar hij zijn medeleerlingen aan zijn voeten kreeg, sterkte hem in dat verlangen en in de overtuiging dat het hem zou gaan lukken ook. In De Zeeuwse jaren doet hij verslag van de lange weg om zover te komen, tussen 1962 en 1968. Toch is het niet zijn beschrijving van die jaren die de meeste indruk maakt, maar het intermezzo over 2023 toen het schrijven aan het boek stagneerde, omdat alles in zijn leven tegenzat
Over de auteur
Freek de Jonge (1944) is cabaretier en vormde vanaf 1968 samen met Bram Vermeulen jarenlang het duo Neerlands Hoop in bange dagen. Sinds 1979 treedt hij solo op. In de jaren tachtig maakte hij bovendien twee films. In 1987 verscheen zijn eerste boek, Zaansch Veem, gevolgd door diverse andere titels. In 2017 verscheen het eerste deel van zijn memoires, Reikhalzend verlangen (chronologisch gezien deel 2, over de periode van 1947 tot 1962), in 2021 gevolgd door Kom verder (feitelijk deel 1, over het leven van zijn grootvader en vader van 1900 tot 1947). De Zeeuwse jaren is deel 3, over de periode van 1962 tot en met 1968.
Freek de Jonge is getrouwd met Hella Asser.
Godsdienstleraar
De Jonge begint De Zeeuwse jaren met zijn verhuizing naar Goes in 1962, waar zijn vader, tot dan toe dominee op verschillende plaatsen, een baan accepteerde als godsdienstleraar op de middelbare school waar ook Freek zelf naar toe ging. Tot op heden is het hem een raadsel wat de aanleiding was voor deze ingrijpende carrièreswitch, temeer omdat vader De Jonge vijf jaar later toch weer terugkeerde naar het domineesambt.
Komiek
De verhoudingen in het gezin lagen duidelijk: moeder zorgde voor het huishouden en de kinderen en vader was ‘sinds 1942 beroepsmatig in gedachten verzonken’. De jonge De Jonge wist toen al zonder een moment van twijfel dat hij komiek zou worden. ‘Dat ik het kon en dat ik het had was gewoon zo. Niets om me over op de borst te slaan, mooi meegenomen’.
Het is de tijd waarin de ontkerkelijking inzette en er om de jeugd te binden overal semi-progressieve christelijke vormingscentra uit de grond kwamen. De tijd ook waarin het televisieprogramma Zo is het toevallig ook nog eens een keer een rel veroorzaakte met hun satirische nummer over de aanbidding van de beeldbuis. Dat item maakte een verpletterende indruk op vader De Jonge en vele malen komt zijn zoon er in zijn memoires op terug hoe gekwetst en totaal van zijn stuk hij erdoor was.
Studeren
In 1964 gaat Freek studeren in Amsterdam. De studie wordt geen succes, maar Freek leert wel allerlei mensen kennen die hem van nut zijn bij het verder ontwikkelen van zijn talenten als cabaretier. Het was een gouden tijd. Tal van namen van wat toen nog studenten waren, maar die later uitgroeiden tot beroemdheden komen voorbij: Jacques Klöters, in die tijd oprichter van Don Quishocking, Ivo de Wijs, Jop Pannekoek, Willem Diepraam en ga zo maar door. Met name voor leeftijdgenoten van De Jonge is het een feest van herkenning. Het is uiteindelijk de ontmoeting met Bram Vermeulen en de daaropvolgende samenwerking die de beslissende zet geeft aan De Jonges carrière.
Geen vat op
Maar dan overlijdt in 1968 De Jonges vader en loopt de Freek de Jonge van 2023 tijdens het schrijven opeens vast. ‘Er overkomt me te veel waar ik geen vat op heb’, verwijzend naar zijn eigen lichamelijke problemen en die van zijn vrouw Hella Het is het begin van een hoofdstuk waarin De Jonge geen herinneringen ophaalt maar in een mengeling van verslag, terugblik en analyse zichzelf op het hakblok legt. ‘Writer’s block? Romantische onzin. Ik moet een keiharde keuze maken. Ik was naar hartenlust herinneringen aan het ophalen en opeens ervaar ik ze als te vrijblijvend in deze tijd met zijn oorlogen, natuurrampen en onverantwoord populisme’. En even verderop ‘Waarom moest onze generatie zo radicaal afwijzen wat ons wortelde, wat de aarde verbond met de hemel?’ Het zijn deze bladzijden die er het diepst inhakken bij de lezer, een genadeloos eerlijke De Jonge die zichzelf en zijn kwetsbaarheid blootgeeft.
Alles bij elkaar vormt De Zeeuwse jaren, onder redactie van Peter Dicker, een mooi egodocument dat fijn wegleest. Om met een door hem geciteerde vriend van De Jonge te spreken (die het toen overigens over een ander boek had): ‘Het had hier en daar wel wat korter gekund, maar dat geldt ook voor de Bijbel’.
Sonja de Jong
Freek de Jonge – De Zeeuwse jaren, Atlas Contact, ISBN 978 90 254 7605 2, 464 pagina’s. € 24,99, juni 2024