De wilde vaart - Tessa Leuwsha
Op zoek naar de veerkracht van Suriname
Feitelijk en betrokken bij geschiedenis van Suriname, maar ook met twijfels
Duidelijk wordt niet of de tocht aan alle wensen heeft voldaan
‘De boot waarmee we op zoek zouden gaan naar een oude versie van onszelf was een houten garnalenboot.’ Het is de sterke openingszin van De wilde vaart, ondertitel: Op zoek naar de veerkracht van Suriname, de vijfde roman van Tessa Leuwsha (1967). Ze debuteerde in 2005 met De Parbo-blues.
Leuwsha werd in Nederland geboren, maar woont al vele jaren in Suriname, samen met beeldend kunstenaar, fotograaf en toeristisch ondernemer Sirano Zalman. Op een gegeven moment worden zij eigenaar van het Danpaati Resort en Plantage Frederiksdorp, twee grote toeristische projecten die al hun geld en aandacht opeisen.
Corona spaak in het wiel
Maar dan steekt corona een spaak in het wiel. Wat te doen?
‘En toen gebeurde het: alsof in mijn hoofd raderen in elkaar haakten, die beweging op gang brachten. We moeten weer gaan varen, bedacht ik. Het besef was ongelooflijk helder. We moesten ons weer laten leiden door de wetten van het water, door eb en vloed, en door onze voorbeelden: de dode of levende helden; zij die ons op onze route altijd hadden geïnspireerd, door wie we ons bewust of onbewust hadden laten leiden.’
Tijdens deze reis ‘ontmoet’ de lezer een lange stoet figuren, een kleine greep: de Surinaamse vader van Tessa en haar grootmoeder Fansi (over haar schreef ze Fansi’s Stilte, 2015), de slaven Codjo, Mentor en Present, bewoners van de plantages Alliance en Bakkie, Gerrit Schouten en zijn diorama’s, Frits de Gids (over wie Tessa in 2018 een documentaire uitbracht), de Marronleiders Boni en Broos. Leuwsha is op haar best als ze kan vertellen over de geschiedenis van Suriname, feitelijk én betrokken.
Tijdens de reis heeft ze ook haar twijfels:
‘Ineens verlangde ik met een pijnlijke steek naar ons oude leven, naar de dagelijkse dosis adrenaline. We hadden gedacht een fundament te bouwen en dat na te laten aan onze kinderen. Maar net zoals Pa Wim [Tessa’s vader] altijd had gewerkt alsof hij op een loopband liep, voortdurend in beweging en toch nooit een stap verder komen, leek dat ons ook nu te overkomen.’
Of: ‘Misschien was precies dat wat Sirano en ik nu ook moesten doen, de handdoek in de ring gooien, het vliegertouw doorsnijden dat ons verbond aan ons loodzware bedrijf. We zouden los zijn, zwevend. Het zou vast niet lang zeer doen. Geen van beiden hadden we tot dusver de mogelijkheid geopperd. Wat je niet uitsprak, bestond niet.’
Was de hele tocht misschien wel mislukt? ‘Ik begon de gedachte toe te laten dat […] onze reis een vergissing was, een gril; en dat we met die teleurstelling de weg terug zouden moeten afleggen, terug naar onze bureaus en schulden.’
Terug in Frederiksdorp
Maar ze zetten door en belanden uiteindelijk weer in Frederiksdorp.
Jammer is dat aan het eind van het boek nergens expliciet duidelijk wordt of deze reis nu aan de verwachtingen van Tessa heeft voldaan. En hoe denkt Sirano daarover? Aangezien deze tocht zo verbonden wordt met het oplossen van de ontstane problemen, een oplossing overigens waaraan de meesten van ons waarschijnlijk niet direct zouden denken, wil je weten of en in hoeverre deze ‘vlucht’ die oplossing ook heeft gebracht.
De lezer moet het echter doen met algemene aanwijzingen als:
‘Dat was het kenmerk van leven; hoe dan ook, het ging altijd door.’ Of: ‘Ook wij hebben een eigen plek, bedacht ik.’
Wellicht is de duidelijkste nog deze: ‘Misschien moesten Sirano en ik het onheil gewoon trotseren, er niet voor weglopen. Het zou overwaaien, een andere vorm aannemen. Zoals alles uiteindelijk.’
Maar afgezien van dit mogelijk wat onbevredigende einde: De wilde vaart is een mooi boek, boeiend en bij tijd en wijle ook ontroerend. En leerzaam, ook dat nog.
Adriaan Vermeulen
De auteur
Tessa Leuwsha wordt op 1 november 1967 in Amsterdam geboren, ze heeft een Afro-Surinaamse vader en een Nederlandse moeder. Haar vader groeit op in een arm gezin in het toen nog koloniale Suriname. Hij vertrekt om economische redenen naar Nederland, waar hij als chauffeur werkt bij de gemeente Amsterdam. Leuwsha's moeder is bij een bank werkzaam en brengt haar liefde voor literatuur over op haar dochter. Na het gymnasium volgt Leuwsha een opleiding Toeristisch Management en studeert Engels. Een opdracht om een reisgids over Suriname te maken, brengt haar in 1996 naar het geboorteland van haar vader. In 1997 verschijnt de eerste editie van haar Reishandboek Suriname. Leuwsha besluit zich als freelance journaliste in Suriname te vestigen, waar zij haar partner Sirano Zalman ondersteunt bij het oprichten en uitbouwen van een toeristisch bedrijf. De wilde vaart is haar vijfde roman.
Tessa Leuwsha – De wilde vaart – Op zoek naar de veerkracht van Suriname, met foto’s van Sirano Zalman, ISBN 978 90 450 4418 7, uitgeverij Atlas Contact, € 22,99, april 2022