De Repair Club - Charles den Tex
John Antinks is als geheim agent lastige klant voor de Stasi
Na dertig jaar gaat hij terug naar Dresden om het verleden in de ogen te zien
De Repair Club bestaat uit een aantal vrienden: Jaap (was monteur), George (was conciërge) en John (voormalige chef geheime dienst). Ze zijn alle drie technisch begaafd en maken samen met Lydia (afkomstig uit de zorg) deel uit van de club. Ze kennen elkaar al een kwart eeuw en komen regelmatig bij elkaar. Zolang het mechanisch en elektrisch is, kunnen ze bijna alles repareren.
Op een dag is John bezig met de reparatie van een broodrooster en hij ziet een man op afstand drentelen met twee plastic boodschappentassen, een felrode van Dirk van den Broek en een groene van Plus. Als hij klaar is met het broodrooster staat de man voor hem en vraagt hem of hij Herr Danzler is, Max Danzler. Hem staat een ding te doen: Vera bellen, want er dreigt mogelijk gevaar uit zijn geheime diensttijd. In Zürich, waar hij drie jaar werkte en vervolgens in Dresden, Oost-Duitsland. De plek waar KGB-leden actief waren zoals Vladimir Poetin. Maar iemand belt al aan bij Vera. Het is Jurgen Klophart van het ministerie namens zijn bazin, mevrouw Calder, die haar wil spreken in verband met de zaak-Syrië. Geruchten bereikten de pers dat Nederland voor miljoenen euro’s hulpgoederen geleverd had aan gematigde, gewapende groepen in Syrië, zoals pick-uptrucks, uniforms, satelliettelefoons, camera’s, medische kits, tenten en rubberen matrassen aan rebellengroepen, maar de hulp ging ook naar terroristen. De huidige chef geheime dienst Alisja Calder, directeur-generaal van het ministerie van Binnenlandse Zaken, krijgt de opdracht van haar baas, de secretaris-generaal, om uit te zoeken hoe het bericht is uitgelekt, want het moet vanbinnen komen. Dat brengt Alisja op het idee om onmiddellijk contact te zoeken met haar voorganger John Antink, maar hij is er even niet, want actief op de Repair Club. Vera heeft al doorgegeven dat hij gezocht wordt.
Dossiernummer
Op de club heeft John bezoek van de man met de twee tassen, een Slavisch uitziende man die gebrekkig Nederlands spreekt, en Nemsov of Svetslov heet. Hij zet hem een typemachine met de naam Robotron voor. Robotron, het bedrijf uit Dresden. De man richt ook een pistool op hem, een Russisch wapen, een Makarov. In de typemachine zit een briefje met de bijzondere tekst 2.349.7/zu1744353, dat zou een dossiernummer in Zürich kunnen zijn, wellicht met een link naar Dresden en Moskou. Het verleden dat zich aankondigt, komt met een genadeloze klap terecht bij John. De man wil hem ontmoeten – als hij Max Danzler is – over twee dagen om half elf in de Zoutmanstraat op de hoek van de Piet Heinstraat. Gelukkig weet Jaap nog niet dat hij daarbij om het leven zal komen als hij als met een PostNL-scooter door de straat racet met twee tassen met enveloppen, waarin ook enveloppen met zekere inhoud die hun uitwerking niet zullen missen. John, George en Lydia die verdekt staan opgesteld, houden stand in de strijd op leven en dood als ze belaagd worden door drie auto’s, BMW, Mercedes en Opel Agila en naar schatting zeven Russen. De auto’s zijn gehuurd door Arsjavin en Semak, niet van de Russische ambassade. Sommige brieven die Jaap heeft bezorgd geven knallen en veroorzaken dikke rookwolken.
Het leek zo helder. Dat herinnert John zich van de ontmoeting twee dagen ervoor met de Rus op de Repair Club. ‘Rode tas is veilig, groen is gevaar.’ Auf wiedersehen, ‘Herr Danzler. Geen rare dingen doen.’ Als hij naar het toilet is geweest schrijft de man, van wie hij later ontdekt dat hij een Rus is met de naam Vladimir Svetlov, op een suikerzakje: ‘Zorg jij voor jouw deel, dan breng ik de rest.’ Ondertussen is Vera bijna meegenomen door twee Russen in een busje, weet een man van de geheime dienst haar net op tijd te bevrijden en brengt haar bij Alisja Calder, de Surinaamse chef van de geheime dienst die op zoek is naar Vera’s man. Ze wordt tijdelijk ondergebracht bij de dienst zodat ze voorlopig veilig is. Alisja geeft haar assistent Kenzi Kuipers opdracht om uit te zoeken hoe het bericht is uitgelekt.
Novitsjok
John en zijn repairmaten hebben ontdekt waar het appartement van is waar Svetlov verblijft in de Stalpertstraat. Het huurcontract staat op naam van V. Wolters Maar de man die hem heeft opgezocht bij de Repair Club heet Svetlov en geen Wolters. Als John met zijn repaircollega’s de flat binnendringt, vinden ze Svetlov dood in het geheime deel van de flat. En nemen zijn paspoort, portefeuille, mobiele telefoon sleutels en de Makarov mee. Voor elk item pakken ze een nieuwe diepvrieszak en raken de buitenkant niet aan. Beducht voor mogelijke aanraking van neurotoxine als novitsjok, want dat is levensgevaarlijk. Zoals bekend heeft Moskou een voorkeur voor chemische wapens, zoals gebleken is bij spionnen in Engeland en Navalny. Deze man ligt erbij alsof hij domweg is uitgeschakeld met een keihard middel dat geen wonden achterlaat. Op de overloop doen ze de lappen die ze voor hun mond en neus hebben gehouden, af. En verlaten het appartement. Buiten waarschuwen ze met hun verborgen nummers de media, zoals RTV West, NOS en RTL dat er een vermoorde diplomaat ligt in de Stalpertstraat en daarna bellen ze 112 met hetzelfde bericht. De media zijn er het eerst en daarna komt de politie. ‘Nu kunnen we weg,’ zegt John. Als hij later nog een keer de foto’s van het lichaam van Svetlov bekijkt, ziet hij het papiertje over de afspraak met hem, zijn mobiele telefoonnummer en dan ziet hij dat er nog iets bijgeschreven is: ‘Vind het dossier. Jij bent de volgende!’ Hij is gewaarschuwd.
De auteur
Charles den Tex (Box Hill, Australië, 1952) is een van de succesvolste thrillerauteurs van Nederland. Bijna al zijn boeken zijn genomineerd voor de Gouden Strop en drie keer won hij die prijs: voor Schijn van kans, De macht van meneer Miller en CEL. Met De vriend won hij de Crimezone Thriller Award en zijn laatste thriller Verloren vrouw werd bekroond met de VN Publieksprijs.
Om Vera weer een beetje uit de wind te halen, meldt John Antink zich bij zijn opvolgster Alisja Calder. Hij geeft haar wat Syrische namen zodat ze verder kan met het onderzoek naar het lek: Assouad, Ezzeddin en Moussaoui. Agenten die dachten dat ze de goede zaak steunden. Hij zat in Libanon in 1984 en leest er een dossier over. Libanon was twee jaar voordat hij naar Zürich vertrok waar hij was van 1986 tot 1989 en zich integreerde in een net van Russische- en KGB- getrouwe ondernemers met wie steeds betere zaken werden gedaan. Syrië was eigenlijk ook een deel van Rusland. In Zürich wist hij, het dossier zu doorlezend, als Max Danzler nauwe contacten te ontwikkelen via Olivier von Wünschen met onder anderen prins Georgy Lvov, minister in de overgangsregering aan het begin van de revolutie. Gevlucht toen de omwenteling harde vormen kreeg. Hij vertelt Lvov dat hij namens Econocom Tech in Zürich zakendoet vanuit een trustkantoor in Amsterdam richting Curaçao, niet meer dan een half uur vliegen zegt hij naar Panama of een van de andere gunstige landen daar. In Dresden weet hij zich in te werken in de wereld van het technobedrijf Robotron, waar het gonst van de KGB’ers onder wie Vladimir Poetin. Een wereld apart.
Zürich-dossier
Als hij het ministerie van Binnenlandse Zaken binnenkomt, heeft hij een kussen onder zijn blouse. Hij haalt de vulling eruit, stopt het Zürichdossier erin met een persoonlijk mapje en loopt er zo het ministerie mee uit. Hij spreekt met Vera af bij de priester (bij wie hij altijd komt bij wie ze altijd afspreken als hij zich moet afzonderen, de priester is een soort bemiddelaar, blijkt de man een beroerte gehad te hebben, en Vera belt de ambulance. Overigens blijkt de computer van Svetlov een tracer te hebben. Geen Russische, maar van een Commercieel Chinees, dat is eigenlijk nog zorgwekkender dan Russisch. Het wordt allemaal steeds raadselachtiger, ook voor George, Lydia en hij. Zoals de Rus die het appartement uitliep, die leek sprekend lijkt op de Svetlov, die zij dood hebben gevonden. Zou de Repair Club dit nog wel kunnen oplossen? Ondertussen merkt John als hij het trustkantoor in Den Haag bezoekt, dat er 200 miljoen euro verdwenen is (er is nog maar tien miljoen over) aan geld dat is verdiend door het spionagewerk voor de overheid. Dertig miljoen, geen beleggingen, maar donaties, is weggegaan naar ngo’s in het Midden-Oosten: Libanon, Syrië, Koerdistan en Irak. Organisaties met een betrouwbare reputatie, bedoeld voor projecten die armoede- en hongerbestrijding, opleiding, opvang, logistiek, transport en huisvesting moeten financieren. Met manager drs. F. Ajmahl neemt hij de fouten van twee jaar geleden door en zegt dat hij de constatering moet antedateren met onmiddellijke ingang.
Het lek
Alisja heeft hem er dan al van beticht dat hij ‘het lek’ is. Het is net of dertig jaar Dresden in een lus is teruggekomen, in een geschiedenis die zich herhaalt. Wat hem dertig jaar geleden is overkomen, staat hier ook te gebeuren. Hij is verdacht, gezocht en gehaat. Hij moet terug naar de bron. Tenslotte is een Nederlandse cel minder erg dan eentje van de Stasi in Oost-Duitsland, maar die bestaat niet meer. En waar is zijn vrouw Vera gebleven?
Het heden en verleden flitst door elkaar heen. De tijd dat John als Max in handen viel van de Stasi lijkt alsof het gisteren was. Hij neemt nu contact op met de Claus Werdeman die hem in 1989 verraadde. Hij maakt een afspraak met hem in Dresden in de oude stamkroeg Am Tor. Claus laat zich vertegenwoordigen door een jongere tussenpersoon die hem vertelt dat er de volgende ochtend een ontmoeting plaats vindt in de oude Stas-gevangenis aan de Bautzner Strasse waar het regionale hoofdkantoor van de Staatssicherheitsdienst en de gevangenis waren gevestigd, waar Claus hem een paar nachtjes cel had bezorgd. Nu is het gebouw een museum. Wie zal John daar ontmoeten? Een oude bekende van hem of een oude vijand die met hem af wil rekenen? Hij wordt verrast door iemand die hij niet meer verwacht. Voor wie wil weten wie dat is en hoe dat afloopt, lees de ontknoping van het boek.
Charles den Tex – De Repair Club, 380 pagina’s, ISBN 978 94 0270952 0, uitgeverij HarperCollins, € 21,99, april 2022.