De jaren - Annie Ernaux
Haar autobiografie over de jaren 1941 tot 2006
Van alledaags leven tot grote geschiedenis.
Van de Franse schrijfster Annie Ernaux (1940) had ik nog niets gelezen, maar de toekenning van de Nobelprijs voor de Literatuur 2022 motiveerde me om in haar werk te duiken, te beginnen met De jaren, dat in 2020 in de prachtige vertaling van Rokus Hofstede verscheen. Het eerste boek van de kennismaking met haar werk klikte meteen.
Er is me altijd voorgehouden (waarschijnlijk door docenten uit mijn studietijd Nederlands) dat het geheugen een onbetrouwbare bron is voor literatuur. Hij vervormt en bedriegt. Voorbeelden daarvan ben ik inmiddels kwijt, maar Annie Ernaux bewijst in elk geval dat deze stelling op De jaren niet van toepassing is. Haar geheugen werkt heel spits en ze weet het te vangen in glasheldere taal.
Het persoonlijke algemeen
Het is tekenend voor haar opstelling tegenover haar geheugen om in het hele boek het woord ‘ik’ te vermijden. Daardoor maakt ze het persoonlijke algemeen. Bijna op het einde filosofeert ze over de motieven om te schrijven. ‘Wil ze door middel van het schrijven een vorm zien te vinden voor haar toekomstige afwezigheid, dan is het nu of nooit, dan moet ze onmiddellijk beginnen aan dat boek dat alleen nog bestaat als een ruwe schets, in de vorm van duizenden aantekeningen die ze al twintig jaar met zich meedraagt…’ Vreemd om dat zo op het eind te overwegen? Nee, want met diezelfde gedachte begint het boek: Alle beelden zullen verdwijnen. Die gedachte maakt dus onderdeel uit van het schrijfproces.
Net als bij iedereen die enigszins ‘van de wereld is’ zijn het herinneringen uit haar jeugd, lagere en middelbare school, muziekgenres en -namen, radio- en televisieprogramma’s, de Franse geschiedenis (Wikipedia bij de hand houden waar het namen betreft) en politiek, beelden en gebeurtenissen uit het nieuws, een totaal en intelligent mensenleven, gezien door een caleidoscoop. Tegelijkertijd interpreteert ze de gevolgen van wat ze meemaakt, bijvoorbeeld de kanteling na de aanslag op het World Trade Centre in 2001. ‘Ons beeld van de moslimwereld was aan herziening toe. Dat schimmige samenraapsel van in wijde gewaden gehulde mannen en als heilige maagden gesluierde vrouwen {,,,} veranderde in een moderne kracht.’
Groeiende bewondering
Ik heb het boek in een paar avonden gelezen, met toenemende belangstelling en met groeiende bewondering. Die bewondering geldt vooral de veelkantigheid ervan, alsof het boek een briljant is, of een caleidoscoop. Misschien speelt bij mijn bewondering mee dat de periode van haar autobiografie (1941-2006) ongeveer gelijkloopt met die van mij. Veel herinneringen komen overeen en roepen een sterk gevoel van herkenning op.
De Groene Amsterdammer schreef terecht dat Annie Ernaux erin is geslaagd ‘op glorieuze wijze alledaags ervaringen in verband te brengen met de grotere geschiedenis.’ Ik ga nog een stapje verder. Het alledaagse leven is in De jaren de grote geschiedenis geworden.
Dick de Scally
Over de auteur
Annie Ernaux is op 1 september 1940 geboren in Lillebonne, Yvetot, Normandië als Annie Thérèse Duchesne. Negen van haar boeken zijn inmiddels in het Nederlands vertaald en uitgegeven door De Arbeiderspers. In 2023 verscheen het flinterdunne verhaal De jonge man, over een (bijna) onmogelijke maar hartstochtelijke liefde tussen een oudere vrouw en een jongere man. De opdracht in dit verhaal is mijns inziens ook toepasselijk op De jaren: Als ik de dingen die ik meemaak niet opschrijf, zijn ze niet af, dan zijn ze alleen maar geleefd. En dat laatste woord lees ik na De jaren als ‘beleefd’.
Annie Ernaux – De jaren. (verschenen als Les Années in 2008 bij uitgeverij Gallimard in Frankrijk) vertaald uit het Frans door Rokus Hofstede, ISBN 978 90 295 4065 0, 229 pagina’s, € 23,99, oktober 2020