De hoofdzonde - Maria Grund
Kindermisbruik oorzaak van vier moorden
Inspecteur Sanna Berling gaat door roeien en ruiten in debuutthriller
In de debuutthriller van de Zweedse schrijfster Maria Grund worden in twee dagen tijd op een eiland voor de oostkust van Zweden – dat heel goed het eiland Gotland zou kunnen zijn waar Maria Grund sinds kort woont – twee personen dood gevonden. Inspecteur Sanna Berling en Eir Pedersen, opvolgster van de met pensioen gaande inspecteur Bernard Hellkvist, moeten beide zaken onderzoeken. Ze weten nog niet dat ze met elkaar verband houden.
De veertienjarige Mia Askar blijkt verdronken te zijn in een meer bij een kalkgroeve aan de oostkant van het eiland. Het is niet duidelijk of het gaat om moord of zelfmoord. Bernard denkt aan het laatste. Dat geeft ook het minste werk. In de bos rode haar van het meisje zit een strik van een touw verstrengeld (het blijkt de groene boa te zijn die ze om haar nek droeg) , gemaakt van gevlochten katoen wat lijkt op een zwarte rubberen band. Vlak boven de band van de spijkerbroek van het meisje staat met verbleekte kleur het cijfer 26 geschreven. Het lijkt erop dat het met een markeer- of viltstift is gedaan. Op de beveiligingscamera is te zien dat het meisje zich uitkleedt, alles in het water gooit. Ze zet een masker op met de afbeelding van een vos. Ze snijdt zich aan beide polsen en het water wordt bloederig. Er is geen afscheidsbriefje gevonden van het meisje waarom ze zelfmoord gepleegd zou hebben.
Eir constateert dat er geen technische recherche is bij het onderzoek, dat is niet nodig bij zelfmoord. Eir is een grote vrouw die niet op haar mondje gevallen is, ambitieus overkomt en barst van de adrenaline. De avond ervoor heeft ze twee meisjes een pak slaag gegeven die haar aanvielen, ze hebben aangifte gedaan. Of dat consequenties voor haar heeft moet ze afwachten. Eerst wacht haar een introductieprogramma op het bureau voor de nieuwkomer. Sanna heeft naar het eerdere werk van Eir gekeken, ze is blasé en moeilijk om mee samen te werken ondanks de beste studieresultaten op de politieacademie. We zien elkaar morgen weer zegt Hanna tegen haar. Zij heeft haar niet uitgekozen als nieuwe collega. Er waren geen andere kandidaten, Eir had ook niet gesolliciteerd. Hanna heeft het zelf al moeilijk genoeg. Haar man Patrik en zoon Erik zijn tien jaar geleden omgekomen bij een brand in een boerderij, waarvoor ze regelmatig gebeld wordt of ze hem niet wil verkopen. Bovendien gaat collega Bernard weg. Eirs chef van de Nationale Opsporing (NOA) heeft de baan voor haar gevonden.
Lara Asker, de moeder van het verdronken meisje is intussen geïnformeerd. Het is een forse vrouw met even vuurrood, golvend haar als Mia, die een schoonmaakbedrijf heeft. Ze vragen om haar dochter te identificeren.
De volgende ochtend wordt Hanna al vroeg wakker gemaakt. Er is een moord gepleegd in een chique wijk in Södra op een 74-jarige vrouw, Marie-Louise Roos. Ze wordt gevonden door een buurvrouw omdat de deur van haar villa open stond. Ze is multimiljonair en handelde in haar antiquariaat in zeldzame oude boeken waarmee ze een fortuin vergaarde. Recent had ze nog een schenking gedaan voor een nieuw bejaardentehuis. Haar man Frank is geoloog. Hield zich bezig met vergunningen voor kalkontginning, maar is nu vooral actief voor Fornsalen, het kunsthistorisch museum. Frank is diabetespatiënt en zit in een rolstoel. Hij is verdwenen, dus de politie zoekt hem.
Marie-Louise ligt op de bank in haar badjas. Haar hals is horizontaal doorsneden, met een verticale snee er overheen zodat het er uit ziet als een kruis. Haar armen hebben sneden en haar hele borstkas zit vol met steken. De doodsoorzaak is duidelijk, maar wie heeft het gedaan? Er ligt nog geld in een envelop en daaronder ook een paar biljetten met een post-it-briefje erop met daarop geschreven W met een bloempje ernaast. Zou het gaat om de diefstal van een zeldzaam, waardevol boek of is er iets anders ontvreemd? Of ging het de moordenaar om de dood van Marie-Louise? Hanna en Eir moeten het oplossen.
Ondanks een speurtocht van vrijwilligers is Frank nergens te vinden. Een paleontoloog die Frank goed kende vertelde dat hij toen ze onderzoek deden van een rots was afgevallen en zo terecht kwam in een rolstoel. Frank beweerde dat hij Maria had gezien in een grot en was daar niet vanaf te brengen.
Als Sudden, de technisch rechercheur een snoeppapiertje heeft onder zijn schoen denkt Sanna aan het snoepwinkeltje op een verlaten pretpark. Als ze daar naartoe gaan ligt er een gouden kettinkje met drie goudenhartjes. In een juwelierszaak herkent de vrouw het bedeltje en zei dat het voor de verjaardag van een twaalfjarige was die een film had gezien met Jodie Foster als Iris in Taxi Drive. Wellicht was het voor Mia. Ze was bijna vijftien toen ze zelfmoord pleegde.
Sanna zegt de afbeelding van het masker met de vos eerder te hebben gezien in het huis van Marie-Louise. En als ze terug gaan naar het huis zien ze inderdaad een schilderij van Ava Dorn, waar zeven kleine kinderen met een masker op dieren verbeelden: van een varken, een pauw, een ezel, een hond, een geit, een vos en een wolf. Het masker van de vos van Mia en dat op het schilderij zijn identiek met lichte oranje strepen.
Terwijl ze in het huis zijn horen ze geluid. Het is een jongetje (de W op het briefje van Marie-Louise) dat vertelt dat hij altijd geld kwam halen en dat bracht naar een flat. Als ze naar dat adres gaan op de vierde verdieping, derde deur rechts, zien ze op de deur een bordje staan met de namen Rebecca en Jack Abrahamsson. In een kamer vinden ze een dode vrouw die ook in haar hals is gestoken op dezelfde manier als Marie-Louise. Ze heeft snijwonden en is ook in haar borstkas en hart gestoken. Op de grond ligt een beetje as en wat papier dat volgens Eir stamt uit het boek Het verloren paradijs van John Milton. Uit een inloopkast klinkt een slepend geluid. Er zit een jongetje in, dat moet haar zoon Jack zijn. Hij trilt. Hij ziet eruit als tien of elf, maar blijkt dertien te zijn. Hij moet zo snel mogelijk naar het ziekenhuis. Hij krijgt een juridische voogd die hem bijstaat tijdens het onderzoek en er is al een gastouder waar hij eerder is geweest: Mette Lind met haar onuitstaanbaar verwende zoon Benjamin die altijd ruzie maakt met Jack, of dat nu het ideale gastgezin is, Sanna betwijfelt het. Mette is getrouwd met de rijkste man van het eiland. Nu ligt Jack nog te slapen. De situatie is voorlopig kritisch. Het is nog onbekend wanneer een van de kinderrechercheurs met hem kan praten.
De auteur
Maria Grund groeide op in de omgeving van Stockholm en heeft het grootste deel van haar carrière in de film- en mediabranche gewerkt. Na perioden in New York en Londen woont ze nu op het eiland Gotland. De hoofdzonde is haar eerste boek.
Jack wil alleen met Sanna praten, zij heeft hem gevonden in de kast op de flat van Rebecca. Hij tekent een wolf in de verhoorkamer maar wil niets kwijt over de moordenaar van zijn moeder die hij gezien moet hebben. Er wordt nog gezocht naar een permanent huisgezin waar hij kan verblijven. Verhoren moet wel gebeuren onder streng toezicht van de officier van justitie Leif Liljegren, een kinderrechercheur, een psychiater en een maatschappelijk werkster. Dat is Ines Bodin, die maar een arm heeft. Ze kwam de avond voor de moord met een bebloede hand uit de flat van Rebecca en wordt meteen verhoord door Sanna en Eir. Ze komt regelmatig bij Rebecca omdat ze leed aan schizofrenie, depressies en af en toe had ze hallucinaties. Toen Ines er was liep ze spiernaakt rond en werd gewelddadig. Ines raakte met haar nagels haar gezicht en dat veroorzaakte een diepe schram en bloed. Zo liep ze met een bloederige hand de flat uit.
Sanna verkeert kan moeilijk werken omdat haar zoon Erik binnenkort vijftien geworden zou zijn. Dus heeft Eir aan bureauchef Eken aangeboden om het onderzoek te leiden. Jack wil niet met haar praten. Alleen met Sanna. Dus veel verder komt ze niet bij een tweede verhoor.
Als Sanna weer terug is op het bureau vertrekt ze met Eir naar de buurvrouw van Marie-Louise. Die ruikt een behoorlijke stank in de schuilkelder van het huis. Ze denkt dat het van de buren komt. Sanna en Eir vinden de schuilkelder bij Marie-Louise en komen een groot aantal ratten tegen. Aan een tafel zit het menselijk overschot van Frank, dat verklaart de stank, bij twee uitgedoofde kaarsen, de Bijbel en een beeld van Maria. Er staat een laptop op tafel waarvan het licht flauw brandt. Op de laptop staat een filmpje waarbij Mia Askar, die zwanger blijkt te zijn, wordt verhoord door twee mannen, die aan duivelsuitdrijving doen. Ze citeren daarbij uit de Bijbel Luka, hoofdstuk 1, vers 26 tot 28: ‘Toen de engel naar Maria kwam en haar vertelde dat ze de zoon van God zou baren.’ ‘Daarom praatte Rebecca over Lukas,’ zegt Sanna.
Frank en priester Holger Crantz zitten op het filmpje tegenover Mia. Zij – met handen vastgebonden – op een stoel en ze vragen haar: ‘Wie weten het?’ ‘Niemand,’ antwoordt Mia. Ze vloekt en ze zeggen dat ze beter voor zichzelf moet zorgen. Ze heeft genade gekregen en daar moet ze blij om zijn. Het kind kan dus komen Sanna denkt dat Marie-Louie, Frank en Rebecca allemaal gestraft zijn voor wat ze Mia hebben aangedaan.
Op het bureau komt een nieuwe kracht van de NOA (Nationale Opsporing). Het is Alice, kleindochter van de befaamde rechercheur A.K. (Agnes Kyllander) zoals Eken haar noemde: Alice Kyllander, analist bij de NOA . Ze heeft op het white board naar aanleiding van de administratie van Marie-Louise, Frank en Rebecca uitgevogeld dat het allemaal draait om de centrale organisatie Gryningen, de gemeenschappelijke noemer voor een zomerkamp zeven jaar geleden. Daar zijn jongens en meisjes misbruikt, voor de grap beschoten. Ze zijn ook afgebeeld met de dierenmaskers op een foto net als op het schilderij. Frank en Rebecca als verpleegkundige hebben daar hand en spandiensten verricht voor de katholieke priester Holger Crantz. Marie-Louise had de hele boel gefinancierd. Welke rol Mia’s moeder Lara Asker heeft gespeeld is niet duidelijk, maar wel dat ze is vermoord op dezelfde wijze als Marie-Louise, Frank en Rebecca. Hilger Crantz blijkt nog te leven in een rolstoel in een hospice maar sterft onverwacht.
Lang laat Maria Grund ons in spanning wie de dader is achter de moorden met een rituele inslag. Benjamin, zoon van gastouder Mette Lind, die de dochter blijkt te zijn van kunstenares Ava Dorn, lijkt uiteindelijk de aangewezen verdachte. En belandt in de gevangenis. Nadat zijn moeder Mette hem onder handen heeft genomen in de gevangenis pleegt hij zelfmoord met de sjaal van zijn moeder die ze per ongeluk heeft achtergelaten bij bezoek aan zijn cel waar ze forse ruzie kregen. Dan wordt iemand die de brand heeft veroorzaakt in de boerderij van Sanna, waarbij haar man en zoon omkwamen, vermoord op dezelfde rituele wijze, hals horizontaal en verticaal doorsneden. Sanna glimlacht in verbijstering. Ze weet wie de dader is.
Maria Grund – De hoofdzonde (eerder verschenen in Zweden in 2020 onder de titel Dödssynden bij Modernista Group AB) vertaald uit het Zweeds door Ron Bezemer, 365 pagina’s, ISBN 978 90 214 2308 1, uitgeverij Volt, € 21,99, mei 2021