De Hollandse studente - Jessica de Jong
De Hollandse studente wordt dag en nacht gestalkt door een maffiose minnaar - Betrokken bij een grootscheepse witwaszwendel in ijssalons in Amsterdam en Genua
Derde boek en eerste thriller van Jessica de Jong na haar bij Conserve verschenen twee maatschappelijk geëngageerde boeken Vrouwen zijn gelijk aan mannen - behalve in de directiekamer en Machtige vrouwen (over o.a. topvrouw Edith Schippers van DSM, PostNL-topvrouw Herna Verhagen en vice-presidente Wolters Kluwer Lisa McAllister).
De Hollandse studente speelt in Genua en begint met een brandbom in een ijssalon. Hoofdpersoon Erica is bevriend met de eigenaar Ermanno en krijgt steeds meer een hekel aan de vermoedelijk aan de maffia gelieerde Angelo die haar dag en nacht stalkt. De dag waarop de ijssalon praktisch vernield wordt, betekent dat er voor Erica geen baantje meer, waarmee ze haar studie hoopt te combineren in Genua.
Als ze op haar kamer zit in de studentenflat komt Angelo naar haar toe met het aanbod dat hij een baantje voor haar heeft. Met Caterina, die in dezelfde studentenflat woont, gaat ze tegen middernacht met hem mee in zijn Audi. In sneltreinvaart bezoeken ze de danszaal van nachtclub Baia. Waarna ze verder gaan met Angelo’s organisator Davide in wiens Porsche Catarina stapt richting discotheek Bar Disco Coconuts. Na drie tellen op de dansvloer gaan ze op naar de derde discotheek Il Sogno, maar verlaten die ook weer zonder dat er gesproken wordt over werk. Er wordt alleen gedanst en gedronken. Terug naar de oude haven Porto Antico voert de weg naar de sopraelevata Aldo Moro, vernoemd naar de politicus Aldo Moro die in 1978 vermoord werd door de Rode Brigade. De Italiaanse terroristische organisatie die in 1970 is opgericht door studenten, schrijft de auteur. De racepartij heeft noch voor Erica noch voor Catarina wat opgeleverd en praten doet Angelo niet met vrouwen. Wel eten ze nog een warme foccacia, warm baksel met geitenkaas en een flesje cola en worden ze o 6.30 ’s morgens thuis afgezet. Angelo wil nog wel een keer afspreken. ‘
’Het baantje schiet niet op, wat bied je me dan aan?’ vraagt Erica.
‘Het baantje komt wel, ik vind het vooral leuk om je te leren kennen,’ is zijn antwoord. ’E, allora, haal ik je op?’ ‘Uhhh… si, ok,’ antwoordt Erica.
De auteur
Jessica de Jong (Amsterdam, 1977) schreef voor De Hollandse studente twee non-fictieboeken bij uitgeverij Conserve: Vrouwen zijn gelijk aan mannen – Behalve in de directiekamer en Machtige vrouwen in het bedrijfsleven onder wie Lisa Mc Allister (Wolters Kluwer), Edith Schippers (DSM) en Herna Verhagen (PostNL). De Hollandse studente is haar thrillerdebuut bij uitgeverij Aspekt.
Angelo wordt zo langzamerhand een hinderlijke persoon die Erica overal opzoekt, in haar studentenflat of op de universiteit. Hij oogt misschien wel goddelijk, maar hij is overdreven bezittelijk en ook heftig in bed. Hij stimuleert haar om naar de sportschool te gaan om te fitnessen. Als hij haar ’s nachts vraagt om hem de volgende dag te bellen om 11 uur op de sportschool en zij vergeet het, is hij woedend. Ze hadden toch afgesproken dat ze hem zou bellen? Waarom heeft zij zich daar niet aan gehouden? Alsof ze al jaren getrouwd zijn en zij zijn bezit. Bovendien heeft ze haar ex Massimo, die sinds enige tijd in Genua is voor onderzoek naar de maffia. Wil ze verder met hem en hij met haar?
Tot diep in de nacht gaan Erica en Angelo met zijn Audi 80 naar kroegen en ook hier en daar lekker eten. Als de Audi 80 in brand staat, heeft Angelo een week later weer een spiksplinternieuwe. Waar betaalt hij het van? Overal ziet Angelo mogelijkheden om zaken te doen. Hij is trots op zijn opa die uit Calabrië komt, het diepe zuiden waar de maffia welig tiert. Erica moet zich politiek uitsloven voor de socialistische partij en gaat met Angelo naar een politieke bijeenkomst waarop de christendemocraat en premier Giulio Andreotti en socialist en voormalig premier Bettino Crazi aanwezig zijn. Ze moet met zoveel mogelijk invloedrijke politici praten vindt Angelo. Dat kan invloed en gewin opleveren. De enige politicus die ze spreekt is Marco Reali van de tweede garnituur. Hij vertegenwoordigt de Partito Democratico, geeft zijn visitekaartje en vraagt het hare, maar dat heeft ze niet. Hij vraagt of ze mee gaat naar zijn appartement. Ze zegt dat ze op haar vriend wacht. Als Angelo komt vraagt hij wie ze ontmoet heeft. ‘Marco Leali uit Palermo,’ zegt ze. ‘O, die ken ik al,’ zegt Angelo en stopt zijn visitekaartje in zijn jasje.
Ze ziet hoe vaak bij een van de ijssalons auto’s stoppen met vier mannen in pak. Even later geeft de vrouw van de ijssalon een doos met geld aan de mannen. Dat zag ze ook bij Ermanno gebeuren in zijn ijssalon. Hij kan niet al het hele smeergeld betalen wat gevraagd wordt. Hebben ze daarom een brandbom in zijn zaak gegooid?
Als haar vader een aantal dagen overkomt in Genua is hij onder de indruk van de charme van Angelo, maar luistert niet naar haar vragen over Angelo’s mogelijke banden naar de maffia. Terwijl haar vader als rechter juist bezig is met strafzaken. Maar hij wil zich alleen maar ontspannen, want morgen gaat hij weer terug en wil zich niet verdiepen in wat zij met hem wil bespreken. Dat Angelo verkeert in de tussenwereld, tussen bedrijfsleven, politiek en de maffia.
Erica gaat met Angelo en twee Italiaanse vrienden naar Amsterdam om de returnwedstrijd Ajax-Genua te bezoeken, eigenlijk vergeefs want het stadion blijkt vol te zijn en aan kaartjes kunnen ze niet meer komen. Dus zien ze de wedstrijd bij de familie van Erica thuis. Met Angelo bezoekt ze Giorgio, een Italiaanse vriend die al jaren in Nederland woont te midden van de hoertjes op de Walletjes aan de Oudezijds Voorburggracht. Omdat Angelo politiek belangrijk vindt als invloedssfeer op zakendoen, gaat Erica naar een politieke bijeenkomst van D66 in gebouw Felix Meritis met o.a. leider Hans van Mierlo en als gast PvdA-deelvoorzitter Felix Rottenberg. Ze praat met Piet Lekkerkerk van de PvdA, die graag een keertje met haar afspreekt. Zijn visitekaartje geeft ze aan Angelo, die hem bewaart net als al die andere kaartjes van politici, want dat betekent macht over bedrijven.
In Genua houdt Erica bij haar professor Lo Specchio een lezing over prostitutie en zegt dat dat in Nederland heel gewoon is. Ze is geslaagd. Wat minder gewoon is is dat Angelo haar steeds meer opeist en ondertussen weer een nieuwe vriendin schijnt te hebben, Elena, die hij onder de duim heeft en regelmatig slaat, met blauwe plekken tot gevolg.
Erica vraagt zich af of ze nog langer bij Angelo wil blijven als ze ziet hoe hij de ambtenaar te lijf gaat die grondig onderzoek wil doen naar de financiering van de ijssalon die Angelo aan de Via Garibaldi wil beginnen. Als Angelo hem in elkaar slaat, zegt de ambtenaar dat hij zijn vergunning ‘morgen’ zal krijgen. Het wordt tijd dat Erica afstand van deze gewelddadige potentaat neemt. Maar hoe komt ze van hem af?
Na 300 pagina’s ontstaat een irritatiegraad: waarom is dit boek zo dik, het had de helft korter gekund, zeker omdat het aantal zet- en spelfouten de lezer ook gaan vervelen. Hoe dan ook blijft de auteur toch intrigeren omdat ze de irritante Angelo niet los kan laten, al zou je haar adviseren om dat wel te doen.
Op 23 mei 1992 komt rechter Giovanni Falcone met zijn vrouw en drie lijfwachten om bij een moordaanslag, waarbij een lading explosieven op afstand tot ontploffing wordt gebracht. Angelo dringt er bij Erica op aan dat ze namens de socialistische partij de begrafenis bijwoont. Na enig aandringen doet ze dat. Dan kan ze opnieuw Marco Leali ontmoeten zegt Angelo. Als ze hem spreekt in een bar in Palermo zegt hij dat hij blij is met zijn gezelschapsdame, Dat ben ik niet, zegt ze zwaar geïrriteerd en verontrust over dit achterbakse gebaar van Angelo. Ze vertrekt met spoed naar de luchthaven.
Dan belt haar vader ’de strafrechter’ haar op.
‘Is Angelo Angelo Freducci’?’ Ja, zegt ze.
‘Precies die achternaam staat in het dossier van de voortvluchtige Italiaan uit Genua. Het viel me gisteren pas op. Toen ik de stukken teruglas over de ijsmaffia. Die hier en in Genua opereert.
‘Ja, dat klopt, hij heeft een nieuwe ijszaak geopend op de Via Garibaldi.’
Het blijkt dat de internationale narcoticabrigade naar Angelo op zoek is. Hij is Angelo F. alias L’Affarista. Hij heeft grote sommen Italiaans geld witgewassen o.a. via een keten van ijszaken op de Wallen, maar ook in Genua. Vermoedelijk daardoor is de arrestatie van Giulio misgelopen. Angelo’s bende levert ook wapens aan Zuid-Afrika die lui steken ook winkelbedrijven in de fik zoals Makro in Nederland. Vader Merijn vraagt Erica Angelo uit de weg te gaan.
Als ze een warenhuis bezoekt in Genua en een jurkje terughangt wordt ze aangehouden door de winkelmanager voordat de winkel verlaat omdat er een onbetaald jurkje in haar tas zit. Ze wordt meengenomen naar het politiebureau en pas ’s nachts om vier uur vrijgelaten. In de lokale maandagkrant staat een verslag over een Hollandse studenten die een jurk gestolen heeft in een warenhuis. Ben jij dat? Vragen haar medestudenten Robert en Marina.
‘Ja, dat ben ik, maar ik ben er in geluisd,’ antwoordt ze. Dan komt Angelo binnengelopen met de vraag waarom ze iets heeft gestolen. Hij weet dat ze het niet gedaan heeft. Ze is woedend op hem, hij vermoedt dat het een rechtszaak wordt. Maar geen probleem. Hij kan het betalen, zal wel wat geld op haar rekening sturen (maar hij heeft haar rekeningnummer niet). Erica weet dat hij het haar betaald zet omdat haar vader heeft ontdekt wie Angelo werkelijk is…
Dat heeft gevolgen voor haar en haar vader, de strafrechter. Hoe kan ze daarmee omgaan. Snel terug naar Nederland om te vluchten voor de stalkende maffiazakenman of kiest ze toch voor deze gevaarlijke minnaar? Lees hoe het verder gaat in dit boek…
Jessica de Jong – De Hollandse studente, 455 pagina’s, ISBN 978 94 6424110 5, uitgeverij Aspekt, € 29,95, maart 202