De getalenteerde meneer Ripley - Patricia Highsmith
Bij Ripley raakte Highsmith haar conventionele gevoel voor goed en kwaad kwijt
Gepassioneerde thriller: spannend en onderhoudend
De reeks rondom Tom Ripley van Patricia Highsmith, de ‘Queen of Suspense’ is befaamd. In dit eerste deel leeft Tom van de hand in de tand en bedriegt in het klein. Hij schrijft brieven naar mensen die hun boekhouding niet nauwgezet bijhouden en doet alsof hij namens de Belastingdienst handelt. Op een goede dag wordt hij gevolgd. Hij probeert deze man te ontlopen, maar ziet hem dan in Raouls Bar, waar de man hem aanspreekt. Het is de kapitaalkrachtige industrieel Herbert Greenleaf, die van kennissen gehoord heeft dat Tom zijn zoon Richard (Dickie) goed kent. Dickie zit in Italië,, heeft er zijn eigen huis en komt goed rond van zijn 500 dollar per maand die hij per cheque van zijn vader krijgt. Greenleaf wil dat Dickie thuiskomt, om hem op te volgen op de scheepswerf en omdat zijn vrouw ernstig ziek is (ze heeft leukemie).
Tom wordt erop uitgestuurd om Dickie te verleiden naar huis te komen. Hij reist met de boot naar Europa, neemt vanuit Parijs de trein naar Rome en Napels om naar Mongibello te gaan waar Dickie woont. De Vesuvius ligt praktisch om de hoek.
Hij koopt een zwembroek en loopt het strand op waar hij Dickie samen met de Amerikaanse Marge ziet liggen. Dickie is al bruingebrand. Hij heeft daar een goed leventje met een huishoudster voor lunch en diner. Tom is een welkome vriend. Samen met hem maakt hij uitstapjes, zoals diep in de nacht vanuit Napels naar Rome. Vrijwel iedere dag gaan ze ’s morgens naar het strand. Dickie vermaakt zich door ‘s middags veel te schilderen. Marge is niet zo gelukkig met de komst van Tom. Die haalt zo nu en dan de post als hij open is voor of na siësta. Een man doet hen in een bar een voorstel om in doodskisten te liggen tot Parijs voor 200.000 lire als deel van een drugszending. In een van de kisten moet een echte dode liggen. Ze maken deel uit van dat vervoer. Dickie vertrouwt het niet en zegt dat de man ook een echte oplichter is,
Als ze in San Remo zijn voor een korte vakantie bedenkt Tom dat wanneer hij Dickie vermoordt hij zijn huis in beslag kan nemen, het leventje van Dickie kan voortzetten en de cheques van zijn vader kan innen. Hij moet alleen Marge een smoes vertellen dat Dickie nog in Rome zit en daar voorlopig zal blijven. Op het boottochtje vanuit San Remo slaat hij Dickie net zo lang met roeiriemen tot hij geen teken van leven meer geeft en gooit hem overboord, verzwaard met een blok beton. De bebloede kleren van Dickie gooit hij als hij met de trein reist buiten het station in een vuilnisbak. Marge is inderdaad verbaasd dat hij alleen terugkomt en vraagt hoelang hij nog zal blijven.
Kort, zegt hij, dan gaat hij vermoedelijk weer terug naar Rome. Daar huurt hij een appartement en leidt zijn eigen leven, onderbroken door uitstapjes. Op een bepaald moment, net voordat hij besluit uit veiligheid naar Sicilië te gaan, komt een Amerikaanse vriend van Dickie, Freddie Miles, bij hem langs, die hem herkent wanneer hij ontdekt dat Tom de identiteit van Dickie heeft aangenomen. Om dat de politie al eerder navorsingen heeft gedaan besluit Tom Freddie met een asbak op zijn hoofd te vermoorden. Doet alsof er een dronkemansscéne heeft plaatsgevonden in zijn flat met veel drank op en volle asbakken. En ontdoet zich van het lichaam van Freddie. Als het ’s avonds rustig is sleept hij het mee in Freddies auto. Het lijkt of hij wel een excursie maakt door het oude Rome. Via de Via Veneta naar de Piazza Venetia, langs het Colosseum richting de Via Appia Antica. En legt zijn lichaam daar ergens. Liefst bij een mooie graftombe, een sfeervolle rustplek. Tot achter een laatste boom en de ruïne van een graftombe. Onder het rijden veegt hij de buitenkant van het portier af, beducht voor vingerafdrukken met zijn gehandschoende hand.
Dan volgt een kat en muisspel met de politie. Want een vermoorde Amerikaan zorgt voor veel aandacht in de media. Hij belooft contact met de Romeinse politie te houden en geeft de naam van hotel Palma op in Palermo. Na de berichtgeving in de kranten over de gedode Freddie, die de volgende dag al wordt gevonden, brieven van de bank die doorheeft dat de handtekening voor cheques van Dickie vervalt is en berichten over de vondst van een gezonken boot in San Remo, bezoekt hij voor het laatst de American Express-afdeling van Napels, waar hij altijd kwam voor cheques. En reist naar Noord-Italië waar hij een goedkoop hotel neemt in Venetië. Als blijkt dat de politie naarstig op zoek is naar Tom Ripley meldt hij zich en twee politiemensen – dezelfde Tenente (luitenant) Roverini uit Rome met assistent – komen nog dezelfde avond met hem praten. De politie accepteert zijn verhaal en dat geeft hem veel rust. Marge is haar pogingen om Dickie te bereiken zat en vertrekt naar de VS na een kort bezoek aan Kate in München. Gelukkig geeft Tom niet toe aan zijn neiging om de bemoeizieke Marge het donkere water van Venetië in te duwen, want dat zou dan zijn derde moord zijn.
Totdat hij zich afvraagt wat er gebeurt met de erfenis van Dickie. Als hij een envelop verzint waarin geschreven staat dat hij pas na enkele maanden geopend mag worden. In de envelop moet een door Dickie getekend testament zitten waarin hij hem zijn inkomen en geld nalaat. Dat is pas een idee! Maar hoe zal Dickie’s vader reageren?
De grootste schok krijgt Tom, die net wil vertrekken naar Griekenland, als hij leest in de kranten dat de koffers met kleren en de doeken van enkele schilderijen van Dickie Greenleaf zijn gevonden. Maar ook zijn paspoort. Men vermoedt dat hij zelfmoord heeft gepleegd. Tom is bang dat zijn vingerafdrukken op de koffers of spullen zitten. Hij verwacht dat hij aangehouden zal worden voordat hij aan boord gaat van het schip, maar de inscheping verloopt probleemloos. Enig houvast heeft hij aan boord als hij de oudere Engelse vrouw Cartwright begeleidt op het dek omdat ze slecht ter been is en verlost zo haar dochter van haar dagelijkse hulp. Nadat hij de oude vrouw gedag heeft gezegd ziet hij bij aankomst in de Griekse havenstad Piraeus vier politieagenten die vermoedelijk hem op staan te wachten. Vermoedelijk om hem te arresteren. Tom staat te trillen op zijn benen als hij de boot verlaat.
Het is de zinderende spanning die Highsmith oproept. Toen ze dit eerste deel van de Thom Ripley-reeks schreef, was ze er zo van in de ban dat ze ‘het gevoel voor goed en kwaad’ helemaal kwijt was, vertelde ze later. Met andere woorden: ze voelde zich niet langer gebonden aan het conventionele verhaal. Maar los van de uitkomst wat Tom nog kan overkomen leest het verhaal als een lange spannende en onderhoudende thriller, die je moeilijk kunt laten liggen tot het einde.
De auteur
Patricia Highsmith (Fort Worth Texas, VS, 1921 – Locarno, Zwitserland, 1995) groeide op in New York. Ze was de auteur van ruim twintig romans waaronder Vreemden in de trein, Carol of de prijs van zout en de Tom Ripley-reeks. Haar boeken zijn in meer dan twintig talen vertaald en veelvuldig verfilmd, onder meer door Alfred Hitchcock.
Patricia Highsmith – De getalenteerde meneer Ripley – Tom Ripley, de ultieme bad boy-sociopaat (verschenen in 1955 als The Talented Mr Ripley bij Coward-McCann in New York), vertaald uit het Engels door Jean A. Schalekamp, in 2020 herzien door Jan de Wijer, ISBN 978 90 295 4311 8, De Arbeiderspers, € 20,00, januari 2021