De derde kogel - R.J. Ellory
Hoe zou het politiek leven van John Kennedy er uit hebben gezien als het dodelijke schot niet gevallen was in Dallas?
En zou hij dan een tweede termijn krijgen op de Democratische Conventie in Atlantic City?
De Britse auteur R.J. Ellory besteedt in zijn werk veel aandacht aan Amerika, zo ook in deze roman, waarin hij het leven beschrijft van fotojournalist Mitch Newman. Als jongeman heeft hij een mooi leven wanneer hij en zijn vriendin Jean Boyd beiden journalistiek studeren. Zij combineert dat met een baantje bij de krant, hij fotografeert en schrijft. Beiden hebben een passie voor de journalistiek en op het moment dat ze een vredig liefderijk leven leiden, besluit Mitch dat hij naar Korea moet gaan, omdat de Amerikaanse troepen daar in gevecht zijn en hij er verslag van wil maken. Jean protesteert hevig en ziet hun relatie in duigen vallen. Ondanks dat gaat Mick toch.
Als hij terug is, probeert Mitch weer contact te krijgen met Jean, maar als hij haar dan lachend met een andere jongen ziet lopen, geeft hij haar op, maar ze is altijd in zijn hoofd gebleven,
Jean gaat bij de Washington Tribune werken. Ze verdiept zich in de politieke strijd tussen Democraten en Republikeinen en wat dat voor gevolgen heeft voor president Kennedy’s mogelijke tweede termijn. Stel dat die (derde) kogel niet was gevallen en Kennedy zou blijven voortleven. Wat zou er dan gebeuren en krijgt hij dan zijn tweede termijn? Of zou de negatieve publiciteit over zijn door Jackie toegestane relaties met vrouwen, zoals met Marilyn Monroe en tal van onbekendere vrouwen en vader Josephs als schuinsmarcheerder hem parten gaan spelen?
Bijna vijftien jaar later krijgt Mitch een telefoontje van Jeans moeder Alice, die hem vertelt dat Jean dood is. Men zegt zelfmoord met verdovende middelen. Maar is dat ook zo? Zou dat ook iets te maken hebben met de politieke onderzoeken die Jean heeft gedaan? Mitch vindt dozen met materiaal op de meisjesslaapkamer van Jean. Het intrigeert hem en hij gaat verder op zoek. Al snel blijkt dat Jean in november 1963 in Dallas is geweest en sporen van Kennedy is nagegaan. Maar met name om de meisjes met wie hij is omgegaan. Zo zoekt ze Holly Walsh op die in nachtclub Carrousel heeft gewerkt. Mitch neemt eerst contact op in Dallas met politieman Nelson Shaw bij wie hij thuis eet met zijn gezin. Shaw is vriendelijk, maar voorzichtig. Toch is hij het die Mitch ’s morgens belt in zijn motel en vertelt in welk hotel Jean heeft gelogeerd toen ze in Dallas was: het Town Plaza aan Elm Street. Daar praat Mitch met receptionist Fred Harman, die zich herinnert dat ze naar nachtclub Carousel ging voor haar verhaal (‘U weet wel, meisjes en zo’), terwijl hij die gelegenheid niet geschikt vond voor haar. Harman weet niet dat Jean dood is en is er kapot van.
De auteur
R.J. (Roger-John) Ellory (Birmingham, 1965) schreef 22 romans die allemaal geweigerd werden door uitgevers, zowel in Engeland als in Amerika. Hij kreeg standaard te horen dat het commercieel niet verantwoord was om zijn werk uit te geven. Inmiddels heeft hij met zijn boeken veel prijzen in de wacht gesleept en worden zijn boeken in meer dan 20 talen op de markt gebracht. In het werk van Ellory speelt Amerika een grote rol, zowel de cultuur, de steden als het landschap. Ellory woont nog steeds in zijn geboorteplaats Birmingham en schrijft voor en speelt in de band The Whiskey Poets.
De Carousel zag er inderdaad goedkoop en schreeuwerig uit. Mitch praat met vijf meisjes in de club: Sandra, Marion, Shirley, Patricia en Carole. De meesten met een afgeleefd gezicht. Dat moet wel als je laat naar bed gaat, maar waar konden ze anders hun geld zo snel verdienen? Mitch vraagt naar Holly Walsh. Ze is maar zes weken in de club gebleven. Waar we daarna naartoe is gegaan weten ze niet. Als het goed is, heeft Jean ook navraag gedaan naar Holly in Carrousel. Ze weten nog wel dat Holly een schatje was. Te jong voor deze tak van sport. Na ruim een maand heeft ze de benen genomen. ‘Toen Jean hier was kwam ze voor meneer Ruby, ‘ zegt Sandra. ‘Jack Ruby. Hij is de eigenaar. Met hem wilde ze eigenlijk spreken.’ Of ze bij hem naar Holly wilde vragen weten ze niet. Zijn adres willen ze niet geven, ook al laat hij zijn perskaart zien. ‘Politiepenningen, legitimatie van de FBI, noem maar op.’ Het was niet genoeg. Sandra had de meisjes het zwijgen opgelegd. Dat hele gedoe had hem de zenuwen bezorgd: Jack Ruby, Holly Walsh. De Carousel. De maffia van Dallas een Joseph Civello, een eventuele relatie met New Orleans, Los Angeles, San Francisco en New York.
Mitch denkt dat hij het adres van eigenaar Jack Ruby heeft gevonden, als een oudere dame open doet op Rawlins Street 3929. Ze kent geen Ruby, wel Jacob Rubenstein. Ze noemt zijn nieuwe adres South Ewing Avenue 223, in Cedar Crest. Als Mitch na tien kilometer lopen bij het adres is wordt er niet opengedaan. Als hij terug is in het motel hoort hij van receptionist Peter dat er gebeld is door Byron Lester van de Washington Tribune en Ellen Shaw, vrouw van de politieman van Dallas. Een onheilspellend gevoel bekroop hem, waarom zouden ze hem op zondag bellen? Het blijkt dat Ellen wil dat Mitch niet verder graaft in het verleden. Wellicht heeft haar man Nelson een korte verhouding gehad met Jean. Byron is gerustgesteld als Mitch hem vertelt dat ze zeker geen zelfmoord heeft gepleegd, omdat ze door de Tribune ontslagen is. De zaken liepen uit de hand en Jean veroorzaakte te veel dingen die problematisch werden.
Shaw introduceert hem bij nachtclubeigenaar Jack Ruby die gearresteerd is en ervan beschuldigd wordt de communistische arbeider Leland Webster te hebben vermoord. Dat bleek te zijn gebeurd met zijn pistool. Jack Ruby wil wel verder praten, alleen met zijn pro-Deoadvocaat Art Hallam (die hij aanvankelijk niet wilde hebben) als Mitch erbij is. Na een gesprek lijkt hij al een vertrouwensband te hebben met Ruby. Ruby denkt zelfs dat Jean geen zelfmoord heeft gepleegd. En dat zowel zij als Holly Walsh vermoord zouden kunnen zijn. ’Jean was iets op het spoor en er waren mensen die niet wilden dat ze nog meer zou ontdekken. En Holly was een meisje dat niets meer misdaan had dan veel te mooi en te naïef te zijn voor haar eigen bestwil.’ Dan wordt Ruby gemolesteerd in de gevangenis, terwijl hij alleen een cel zou krijgen. Later krijgt Mitch het bericht dat Ruby in het ziekenhuis aan zijn verwondingen is overleden.
(Curieus is natuurlijk dat in het echte leven Jack Ruby op 24 november 1963 Lee Harvey Oswald neerschoot, die twee dagen daarvoor een einde had gemaakt aan het leven van Jack Fitzgerald Kennedy tijdens de rijtoer door Dallas, Kennedy’s lichaam rustend op de schoot van Jacky Kennedy).
Net als Leland Webster was Lee Harvey Oswald ook een overtuigd communist. Hij was zelfs met de Russische Marina getrouwd. Ze hadden twee meisjes maar woonden niet meer bij elkaar. Oswald had bij de Marine gezeten, ging prat op wat hij wist en verkondigde dat luid en duidelijk. Hij werkte tot 21 november 1963 bij het Schoolboekenmagazijn in Dallas, waar hij vanaf de zesde verdieping goed zicht had met zijn geweer op de auto van Kennedy toen deze een rijtoer door de stad maakte. Net terwijl hij goed aan het richten was werd hij gestoord door een jonge enthousiaste journaliste, die vroeg of hij ook in de president geïnteresseerd was. Nu het moment verprutst was, zou hij het de volgende keer beter doen. Zij zei dat ze nog iets veel beters had waar ze achteraan ging.
Als Mitch terug is uit Dallas hoort hij van sociale secretaris, barman Tom van zijn stamkroeg, die op de kat gepast heeft, dat hij immens populair is. ‘Een paar agenten zijn naar je komen vragen, ook iemand van de krant. En gisteren stonden er een paar mannen in nette pakken. Je hebt wat aangehaald, man.’ Dan praat hij met Bill Sanford, de Witte Huis-verslaggever van de Tribune. Die Jean erg aardig vond, maar in haar journalistieke werk wist ze niet precies wat ze zocht, meent hij. ‘Ik denk dat ze van de mensen die het dichtst bij de politieke kern zitten meer wilde weten over de controverse rond de verkiezingen.’ Dat zou wel eens haar noodlot geweest kunnen zijn.
Bij het team van president Jack Kennedy is naarstig overleg over de mogelijke fraudezaak van de verkiezingsresultaten van Kennedy en Nixon in 1960. Opperrechter Warren moet het onderzoeken. De staf bestaande uit stafchef Ken O’Donnell, woordvoerder Pierre Salinger en minister van Justitie Robert Kennedy maakt zich zorgen dat dit negatieve invloed heeft op de komende presidentsverkiezingen en de kandidatuur van Jack Kennedy. Zijn avonturen met meisjes spelen ook parten. Bovendien is hij momenteel ’s avonds vaak dronken en snauwt hij zijn kinderen af die verhaal komen halen bij oom Bobby. Over zes weken is de conventie van de Democratische Partij in Atlantic City en Kennedy moet dan wel een goed verhaal hebben, zegt Bobby tegen zijn oudere broer Jack, die hem dat niet in dank afneemt, maar Bobby is ook de enige die hem de waarheid durft te zeggen.
Ellory’s interpretatie van wat er gebeurd zou zijn als Kennedy niet geraakt was in Dallas, maar een tweede termijn zou krijgen als president, is heel interessant, al blijft het wishful thinking. De suggestie wordt gewekt dat Jean Boyd mogelijk door de Secret Service van Kennedy is gestraft onder het motto zelfmoord, vaak door verdovende middelen. Het lot dat veel jonge vrouwen beschoren is als zij een affaire hebben gehad met de president. In het appartement van Jean vindt Mitch een lijstje met namen en foto’s van deze jonge vrouwen. Waarvan sommigen in de krant kwamen met het bericht dat zelfmoord hadden gepleegd. Mitch kennende zet hij alles op alles om achter de waarheid te komen. Publicatie in de Tribune ligt voor de hand.
In zijn nawoord somt Ellory een lijstje namen op van vrouwen die een (meestal) korte relatie hebben gehad met Kennedy, zoals zangeres Marlene Dietrich (op haar zestigste!), actrice Angie Dickinson, de Zweedse societydame Gunilla von Post, talloze stagiaires en secretaresses, maar ook Marilyn Monroe. Zij kreeg vermoedelijk barbituraten toegediend door haar psychiater Ralph Greenson in aanwezigheid van Robert Francis (Bobby) Kennedy op de avond van haar dood. Ook de minister van Justitie betrokken te zijn bij vuile zaakjes om Kennedy ’s reputatie schoon te houden. Hij werd op 5 juni 1968 vermoord in het Ambassador Hotel in Los Angeles. Zijn moordenaar, de Palestijnse immigrant, Sirhan Sirhan zou binnenkort mogelijk voorlopig vrij komen nadat hij 53 jaar heeft gezeten.
R.J. Ellory – De derde kogel, (verschenen als Three Bullets bij Orion Books in Londen), werd uit het Engels vertaald door Kris Eikelenboom, 346 pagina’s, ISBN 978 90 261 4985 6, uitgeverij De Fontein, € 22,50, september 2019