De Das - Fredrik Persson Winter
Inspecteur Cecilia Wreede naarstig op zoek naar seriemoordenaar De Das
Uitgeefster Annika Granlund dreigt ook slachtoffer te worden van De Das
Debuutthriller over de seriemoordenaar die zich diep graaft in kelders en onderaardse gangen en jarenlang op 5 november toeslaat. DNA-sporen zijn nauwelijks te vinden, alleen bloed, geen lichamen, die zijn kennelijk meegevoerd in een onderaardse tunnel, want het lijkt alsof de moordenaar net als een das gravend onder de grond boven is gekomen en zo ook weer verdwijnt.
Zo ziet Cecilia Wreede niets terug van het lichaam van Linda Sandström, een kennelijk succesvolle gescheiden vrouw. Met als beroep accountant. Naar haar zijn Cecilia en haar collega Jonas Andrén op zoek. Ze vinden in de kelder echter alleen wormen en insecten, die door elkaar krioelen in een groot diep gat waar bloedsporen over de rand vallen. Cecilia hoopt altijd op een ‘gewone’ moord, maar niet als De Das, zoals de bijnaam luidt van de wroetende moordenaar, aan het werk is geweest. Bij gebrek aan tastbare sporen op de plaats delict gaat Cecilia terug naar het politiebureau, want ‘iemand moet de media vertellen dat de Das weer heeft toegeslagen’. Wroetend in de aarde, zodat er zelfs graafmachines in de tuin staan. Linda heeft een paar jaar geleden een nieuw drainagesysteem laten aanleggen en dat is kennelijk nog steeds niet afgerond.
Koude rillingen
Na deze proloog krijgen we te maken met uitgeefster Annika Granlund. Ze heeft net op zondag 7 november met haar man Martin een huis bekeken. Maar ze wil het niet kopen omdat het een kelder heeft. En daar krijgt ze de koude rillingen van (zinspelend op De Das?). Volgens Martin kan ze toch niet alle huizen die een kelder hebben categorisch afwijzen? Dit huis heeft wel een sauna. Annika is niet overtuigd. Een speelkamer voor kinderen, dat zou wat zijn maar ze is nog steeds niet in verwachtingen ondanks pogingen daartoe.
Maandag 8 november komt de harde realiteit. Het gaat niet goed bij Ekelunds Förlag, de uitgeverij waar Annika werkt als uitgeefster. Ze is bijna te laat voor een belangrijke vergadering, waarbij – heel uitzonderlijk – directeur Fredrik Ask, aanwezig is. Hij meldt dat het bedrijf in zwaar weer verkeert en dat het team voor Kerst moet zorgen voor een bestseller. Al is het er maar een, anders hangt een faillissement boven hun hoofd. De eerste twee delen in de Turnwall-serie van Jan Apelgren hebben het goed gedaan maar de auteur is verdwenen en niet meer teruggekomen. Een spannend boek of een sportbiografie zou hen mogelijk kunnen redden. De manuscriptgroep brainstormt druk. Er komt in ieder geval een nieuwe Vargö-moord, van Stina van Gryning, zegt uitgever Tobias Rönn. Stina meldde dat ze een beetje achterliep op haar schema. Fredrik maant hem om achter haar vodden te zitten. Niemand weet dat ze een manuscript zullen krijgen van De Das.
De auteur
Fredrik Persson Winter (Trollhättan, 45 jaar) is schrijver en podcastmaker. Hij schreef eerder jeugdliteratuur onder het pseudoniem Fredrik Personn en is een van de vaste medewerkers aan de succesvolle Zweedse podcast Fantastisk Podd over het schrijven van sciencefiction, fantasy en horror. De Das is zijn thrillerdebuut.
Op maandag 15 november, de dag dat Annika de trap opgaat naar het kantoor in de flat van de uitgeverij ligt de trap bezaaid met aarde. Voor de deur ligt een groezelig papieren manuscript met daarop een ruwe steen met de titel Ik ben de Das. Omgeven door natte kluiten aarde. De bladen van het papier zitten vol vieze vingerafdrukken. Het is niet zo zeer de titel die haar uit het lood slaat, maar de naam van de schrijver: Jan Apelgren. Maar die is toch al zes jaar vermist? Deze man die ook de Turwall-serie heeft geschreven en zes jaar geleden is verdwenen net als zijn vrouw. Hoe kan dit? Desalniettemin gaat ze daarna haar kantoor in om het manuscript lezen. Het lijkt een soort fictieve biografie, geschreven alsof de Das het verhaal zelf zijn verhaal vertelt. Het verhaal leest als een trein. Het moet onmiddellijk uitgegeven worden. In eerste instantie is directeur Fredrik Ask afwijzend. De auteur is nergens te bekennen, hij is al zes jaar vermist. Met wie kunnen ze de rechten regelen? Bij navraag bij Apelgrens advocate Emma Sieverts blijkt dat de uitgeverij de rechten mag beheren na zijn dood. Maar als ze zeker willen zijn, moet er eerst een doodverklaring worden uitgesproken. Annika vraagt een doodverklaring aan bij de Belastingdienst. Pas over een half jaar kan dat uiterlijk bevestigd worden.
Op 20 mei verschijnt het boek officieel. De media staan er bol van. Inmiddels is Annika zwanger en zoekt ze met haar man Martin een nieuw huis, want hun appartement is eigenlijk te klein, maar ze wil geen huis met een kelder, want daar krijgt ze nachtmerries van (de fluisteringen die ze destijds hoorde). Als kind was ze opgesloten in een kelder waar het licht uitging en ze geen uitweg vond. Emma Sieverts biedt hun de souterrainvilla, het huis van Apelgren te okop aan, die heeft weliswaar een kelder maar dat blijkt een frisse gerenoveerde haardkamer te zijn met een gietijzeren kachel, een knusse ruimte waar ze zelf lekker kan lezen. Aan het einde van de lange kamer is een panoramisch uitzicht op een gazon. Het zonlicht speelt in de takken van de bosrand, zodat de kamer baadt in een gouden licht. Goed, het ligt gedeeltelijk onder de grond, maar dat is iets anders dan een koude, vochtige kelder. Ze wil het huis zien, wat heeft ze te verliezen? Heel even denkt ze aan de fluisteringen die haar lang geleden probeerden te verleiden. Ze is ervan overtuigd dat hier geen ondergrondse wezens zijn en ze geen schurende geluiden zal horen uit de muren, maar dat valt later tegen, ze wordt er haast paranoia van. Haar echtgenoot Martin weet nauwelijks hoe hij hiermee om moet gaan.
Op 20 mei verschijnt het boek. De recensiedag is 24 mei en het boek blijkt een groot succes. Het ergert inspecteur Cecilia Wreede dat er geld wordt verdiend aan deze moorden. Ook de nabestaandenvereniging van Christoffer Olsson protesteert en raadt haar aan om een keer de uitgeverij te contacten over deze uitgave. Ze gaan zelfs zover dat ze Annika onder vuur nemen tijdens een live-discussieprogramma op televisie. Ondertussen is Cecilia in de winter bij het hardlopen diverse keren op de hielen gezeten door een in het zwartgeklede man met zwarte bivakmuts die haar een aantal keren achtervolgde. Twee keer kon ze ternauwernood aan hem ontsnappen. Ze loopt nu hard op de loopband in huis. Pas in de loop van het voorjaar durft ze weer hard te lopen, maar dan met haar pistool en politielegitimatie in een tasje bij zich.
Cecilia denkt met Bengt Johansson de werkelijke moordenaar te hebben aangehouden. Hij is steeds te vinden bij huizen die uitgegraven moeten worden voor een nieuwe drainageleiding. In zijn huis vindt ze tastbare bewijzen van snuisterijen die hij mee heeft genomen als herinnering. Hij is geen moordenaar, maar een kleptomaan, zegt zijn advocaat. Als Johansson nog een nacht vastzit, slaat de moordenaar weer toe in de nacht van 5 op 6 november. Bengt wordt vrijgelaten. Maar Cecilia belandt in een netelige situatie met de echte moordenaar, die Annika in zijn greep heeft nadat ze een sluiproute heeft ontdekt. Hoe dat eindigt, staat in het verrassende slot van deze vlotlezende debuutthriller. Dat doet uitzien naar een volgend deel rond inspecteur Cecilia Wreede.
Fredrik Persson Winter – De Das (in 20202 verschenen als Grävlingen bij LB Förlag) werd uit het Zweeds vertaald door Sophie Kuiper van het Scandinavisch Informatie- en Vertaalbureau (SVIN), 398 pagina’s, ISBN 978 9400512299 3, uitgeverij A.W. Bruna, € 21,99, januari 2022