De beste vriend - Chris Carter
Psychologisch kat-en-muisspel
Zinderende spanning in een gevangeniscel
Kan een thriller nog spannend zijn als je al heel snel weet wie de moordenaar is? En als dan bovendien die moordenaar ook al achter tralies zit, dan verdwijnt toch de belangrijkste aanjager van de spanning? Nou, vergeet dat maar. Chris Carter levert met De beste vriend een thriller af waarin beide gegevens van toepassing zijn: de moordenaar is bekend en zit al in de cel. En toch zit je van begin tot einde met kippenvel.
Over de auteur
Chris Carter werd geboren in Brazilië, groeide op in de Verenigde Staten en woont nu al een flink aantal jaren in Londen. Hij studeerde psychologie en criminologie en verdiepte zich als forensisch psycholoog lange tijd in het gedrag van criminelen. Tegenwoordig is hij fulltime schrijver van thrillers waarin psychologie een belangrijke rol speelt. Zes van zijn boeken zijn inmiddels in het Nederlands vertaald.
Kofferbak
Een auto op een parkeerterrein bij zo’n typisch Amerikaans wegrestaurant wordt aangereden door een vrachtwagenchauffeur die een hartaanval heeft. De schade valt mee, alleen de klep van de kofferbak wordt ontzet en vliegt open. Maar daar blijken twee vrouwenhoofden in te liggen, uit een omgevallen koelbox met ijs gevallen, gruwelijk verminkt. De eigenaar van de auto wordt meteen gearresteerd en overgebracht naar de cel. Maar de man doet geen mond open. Stoïcijns staart hij voor zich uit en zwijgt.
Robert Hunter
Tót het moment dat de politie voor een hardere aanpak gaat kiezen. Dan spreekt hij, zeven woorden slechts: Ik wil alleen met Robert Hunter spreken. En daarmee komen we op bekend terrein, want Hunter is de profiler bij de politie van Los Angeles die in al Carters thrillers de hoofdrol speelt. Extreem intelligent en daardoor ook extreem succesvol in zijn werk.
Zodra Hunter een foto van de gevangene ziet, hapt hij toe. Want de man die hem vanaf het papier aankijkt, was ooit, tijdens hun studietijd, zijn beste vriend. Al dertig jaar geleden zijn ze elkaar uit het oog verloren, maar Hunter denkt nog altijd met plezier terug aan hun diepgravende discussies waarin ze intellectueel volkomen aan elkaar gewaagd waren.
Meedogenloos
Samen met FBI-agente Courtney Taylor begeeft Hunter zich naar de gevangenis. Zijn voormalige vriend, Lucien Folter, blijkt nog altijd even slim en Hunter voelt nog steeds sympathie voor hem. Maar dat verandert snel als Folter een gruwelijk kat-en-muis-spel begint. Ja, hij heeft mensen vermoord, dat geeft hij met enige trots toe. Maar hoeveel? En wie? En wat heeft hij met de lichamen gedaan? Om antwoord op die vragen te krijgen, moet Hunter meegaan in de wensen van Folter, die hem meedogenloos bespeelt.
Onverwachte plottwist
Carter weet hoe hij zijn lezerspubliek op het puntje van de stoel moet houden. Telkens opnieuw tovert hij een onverwachte plottwist uit zijn mouw. Onder de juiste omstandigheden kan iedereen een moordenaar worden, beweert Folter en hij is vastberaden om dat ook aan te tonen. Beetje bij beetje sleept hij Hunter mee in een scenario dat hem geen uitweg lijkt te laten.
Gruwelijk
Carters beschrijvingen van het onheil dat Folter in dertig jaar heeft aangericht zijn plastisch en gruwelijk, met bijvoorbeeld een uiterst gedetailleerde beschrijving van wat een dumdumkogel aanricht in een hoofd. Maar ook zijn uitweidingen over de drijfveren van een psychopaat zijn uiterst ter zake kundig en doorwrocht. Als lezer raak je ervan overtuigd dat zo’n man als Folter best wel eens je buurman zou kunnen zijn of die sympathieke kerel die jou bij autopech hulp aanbiedt. Het is die overtuigingskracht die maakt dat je zo meeleeft met de wederwaardigheden van Robert Hunter. Een gruwelijk boek, maar ook een gruwelijk goed boek.
Sonja de Jong
Chris Carter – De beste vriend. (Oorspronkelijk verschenen onder de titel An evil mind bij Simon & Schuster), uit het Engels vertaald door Henske Marsman. HarperCollins, ISBN 978 94 027 1528 6, 368 pagina’s, € 22,99, juli 2024.