De bandagist - Marente de Moor

Tijdsbeeld gevangen in meeslepend verhaal
Een man wordt vermalen tussen de wijzers van zijn tijd
Er zijn boeken die lees je met je hart: het verhaal raakt je, ontroert je. En er zijn ook boeken die lees je vooral met je verstand: goed geschreven, knappe formuleringen en redeneringen, op elke bladzij wel een zin waar je langer stil bij wilt staan. Marente de Moor, die in 2007 debuteerde met haar roman De overtreder behoorde in mijn optiek altijd tot die tweede categorie. Fenomenaal geschreven, zinnen waar je in ontzag voor wilde buigen, observaties waar je dagenlang over door kon blijven denken. Maar altijd meer op het intellect dan op de emotie mikkend.
Met haar nieuwe roman De bandagist slaagt ze er nu in om zowel hart als hoofd te raken. Het is een roman die je in een adem uit wilt lezen, om hem daarna nog eens te lezen en stil te staan bij al die zinnen die je treffen. Het is een vlijmscherpe observatie van deze tijd, van de kloof tussen boomers en Generatie Z, maar ook het verhaal van een man die vermalen wordt tussen de wijzers van zijn tijd.
Over de auteur
Marente de Moor (Den Haag, 1972) studeerde Slavische taal- en letterkunde en Oost-Europakunde en woonde eind vorige eeuw acht jaar in Rusland. Ze schreef in die tijd columns voor De Groene Amsterdammer, die gebundeld werden onder de naam Petersburgse Vertellingen. In 2007 kwam haar debuutroman De overtreder uit. Haar tweede roman, De Nederlandse maagd, werd in 2010 bekroond met de AKO Literatuurprijs en de Literatuurprijs van de Europese Unie. De bandagist is haar zesde roman.
Fibrose en necrose
Hij heet Joost en hij spreekt zijn lezers rechtstreeks toe: Ik zal u vertellen over fibrose en necrose, over de verdroging en de verrotting van de extremiteiten van het menselijk lichaam. Wen er maar aan, dat heb ik ook gedaan. Want Joost is bandagist, iemand die zwachtels (bandages) aanbrengt, bij benen met lymfeoedeem of spataderen, steunkousen aanmeet. Tegenwoordig vaker compressietherapeut genoemd, maar Joost hecht aan die wat ouderwetse term bandagist. Want dat, zo hoopt hij, doet mensen denken aan muziek, aan bandoneon wellicht, en niet aan de weeiige lucht van ingezwachtelde benen, de geur van overrijpe meloenen, al snel leerde ik het af om tijdens mijn visites door mijn neus te ademen.
Conservatorium
Want Joost had ooit een heel andere toekomst voor ogen. Studeerde gitaar aan het conservatorium, trad met zijn bandje regelmatig op en kon daar redelijk van rondkomen, woonde in een studentenkot in het voormalige gebouw van de tandheelkundefaculteit. Maar toen brak corona uit en kwam er abrupt een einde aan de optredens en dus aan de inkomsten. En student was hij inmiddels ook al niet meer, dus die kamer waar hij woonde was illegaal.
Kapitale grachtenpanden
En dus is Joost bandagist geworden, in dienst van Mark die een atelier als orthopedisch instrumentmaker heeft. En zo fietst hij dagelijks van het ene adres naar het andere, vrijwel altijd naar boomers die inmiddels oud en vooral behoorlijk rijk zijn, in hun eentje wonen in kapitale grachtenpanden of in dure particuliere verpleeghuizen, die hem na afloop van het zwachtelen achteloos een flesje wijn of een sixpack-bier meegeven. Wat niet wil zeggen dat ze per definitie gelukkig zijn. Het zijn eenzame mensen die gehoorzaamden toen hen op het hart gedrukt werd thuis te blijven en daar zijn ze gebleven, omdat niemand hen uitnodigde weer naar buiten te komen. De stad ging door zonder hen.
En ondertussen komt Joosts eigen huisvesting steeds meer in gevaar. Want de eigenaar wil er vanaf, het is veel lucratiever om op die plek een nieuw viersterrenhotel of een luxe appartementencomplex te bouwen voor mensen met geld.
Volkstuincomplex
En dus komt onvermijdelijk het moment dat Joost een appje krijgt dat zijn schamele spullen zojuist buiten op straat gezet zijn en dat hij maar moet zien dat hij andere huisvesting krijgt. De hoop dat hij bij zijn vriendin Umay kan intrekken die een huisje op een volkstuincomplex onderhuurt, wordt de bodem ingeslagen, want ook Umay wordt op straat gezet: de eigenares van het huisje, een oudere vrouw, heeft besloten toch maar niet de rest van haar leven zwervend met haar camper in warmere landen door te brengen, maar keert terug naar haar volkstuinhuisje.
Kattenoppasadresjes
Voor Umay gloort hoop, want een vriend van haar heeft rijke ouders die een fors pand gekocht hebben dat ze deels verhuren tegen een exorbitante huur en deels aan hun zoon beschikbaar stellen en daar kan Umay wel een poosje terecht. Voor Joost resteert niets meer dan de bank bij vrienden voor een paar dagen, kattenoppasadresjes voor een weekend of een weekje, een oude bank in de kroeg waar hij regelmatig gaat jammen met kennissen.
Geleidelijk aan ontwikkelt de roman zich dan van een moderne zedenschets in een heel andere richting: Joost ontdekt dat hij via het souterrain bij een van zijn rijke klanten op een zolder kan komen waar de vrouw zelf al jaren niet meer geweest lijkt te zijn. Waar een compleet ingerichte kamer blijkt te zijn, met bed, pijp, Burberryjas en scheerkwast. En vooral veel boeken, net als de jas, de pijp en de scheerkwast daterend uit een voorbij verleden. Werkelijkheid en fictie gaan in zijn hoofd steeds meer door elkaar lopen. Steeds meer raakt Joost de band met de realiteit kwijt.
Superioriteit
Het is een verhaal dat je ondanks zijn vele minder smakelijke details (‘Ik zeg niet dat het allemaal de schuld was van dat been. Maar het verhaal is daar begonnen. Het been zat al een tijdje op me te wachten. Blakend van het lymfevocht, glad en hard als een pas aangespoelde kei, verrees het voor mijn gezicht’) binnen een halve pagina volkomen in zijn greep krijgt.
Met volmaakte superioriteit houdt De Moor haar verhaal in evenwicht, weet je te winnen voor haar hoofdpersoon Joost die weliswaar kritiek heeft op veel van wat zijn cliënten doen en zijn, maar die tegelijkertijd ook een zeker mededogen met hen voelt en zelfs respect: Als je regelmatig in contact komt met een voet die meer dan tachtig jaar op deze aarde heeft gestaan, kun je je prima voorstellen dat de persoon die eraan vastzit meer begrijpt dan jij.
De bandagist verwart en confronteert, stelt zaken aan de kaak en fabuleert en is van begin tot einde een genot om te lezen.
Sonja de Jong
Marente de Moor – De bandagist. Prometheus, ISBN 978 90 446 5605 3, 300 pagina’s, € 24,00, maart 2025