Charlie Swieninck 3 - De man in Westerbork - John Kuipers
Gedegen speurwerk in WO II
Manoeuvreren tussen vriend en vijand
Met zijn nieuwe thriller De man in Westerbork levert John Kuipers weer een degelijk stukje speurwerk in twee opzichten af: het is een goed opgebouwd en spannend verhaal over de zoektocht naar een moordenaar, maar het is ook een tot in de kleinste details kloppend beeld van Den Haag in de jaren veertig van de vorige eeuw, op het dieptepunt van de oorlog.
Over de auteur
John Kuipers (Den Haag, 1955) was bijna veertig jaar werkzaam als journalist bij het ANP (Algemeen Nederlands Persbureau). Na zijn pensionering begon hij met het schrijven van thrillers die zich zonder uitzondering afspelen in Den Haag in de oorlogsjaren. Zijn eerste boek, Musserts schaduw, werd in 2022 bekroond met de Gouden Strop. Daarna volgde Het bedrog van Göring (2023). De man in Westerbork is het derde deel in deze serie rond hoofdinspecteur Charlie Swieninck.
Kruisiging
Het is een week voor Kerst als de ruim twee meter lange Haagse hoofdinspecteur Charlie Swieninck midden in de nacht wakker gebeld wordt vanwege een lijk in de Nieuwe Kerk aan het Spui. Daar eenmaal aangekomen wacht hem een luguber schouwspel. Aan het normaliter lege houten kruis in de kerk hangt nu een man, slechts gekleed in een lendendoek, met dikke draadnagels vastgespijkerd als een bespotting van het Christusbeeld. De forensische onderzoeksdienst vindt in ’s mans lendendoek een briefje met de naam Simon Speijer. Veel opheldering biedt dat niet, want die naam blijkt nergens in de Haagse archieven, gemeentelijk noch politioneel, voor te komen.
Kettingrokend
Een kettingrokende politiesecretaresse met een geheugen als een ijzeren pot biedt uitsluitsel. Zij herinnert zich deze Speijer als kleine crimineel en vooral als loopjongen voor Philip Goudvisch. Deze laatste is op papier een keurige Haagse zakenman, die diverse bedrijven bestiert. Maar in de praktijk zijn hij en zijn verwanten handelaren in alles wat waarde had en ze schrikken niet terug voor geweld, inbraak, bedreiging en afpersing. Klusjes waar ze Speijer dus regelmatig voor inhuurden.
Westerbork
Swieninck gaat meteen naar de villa van Goudvisch, maar vangt bot. Alle mannen van de familie, inclusief stamvader Philip, zijn omdat ze Joods zijn net door de nazi’s afgevoerd naar Westerbork. Alleen de oudste zoon Avigdor is samen met zijn vrouw Miriam nog achtergebleven om alle zakelijke belangen over te dragen aan niet-Joodse partners. En deze Avigdor weet uiteraard van niets, als je hem op zijn woord wilt geloven.
Trein
Alles probeert Swieninck om meer te weten te komen, hij reist zelfs af naar Westerbork (dat voor gewone burgers niet per trein bereikbaar is, alleen voor Joodse transporten, ieder ander moet naar Beilen reizen en verder maar lopen of liften). Maar er komt maar geen schot in zijn onderzoek.
Dan wordt, precies een week na de kruisophanging in de kerk, bij een molen in Wassenaar wederom een lijk gevonden: met touwen aan een van de wieken gebonden, hangt ondersteboven het naakte lichaam van zakenman Edgar de la Rive Rijckholt.
Contouren
Vanaf dat moment begint de zaak vastere contouren aan te nemen. De la Rive en Goudvisch werkten intensief samen en het ziet er steeds meer naar uit dat sprake was van een zakelijk conflict. Maar dan bemoeien de Duitse bezetters zich er opeens mee en wordt duidelijk dat er nog veel grotere belangen op het spel stonden en staan. Swieninck wordt aan handen en voeten gebonden bij wat hij wel en wat niet mag onderzoeken.
Draadje voor draadje ontrafelt de hoofdinspecteur, geholpen door zijn secondant Boy Valk, het web aan geheimen. Hij moet op eieren lopen, want elke stap van hem die de Duitsers onwelgevallig is, kan hem letterlijk de kop kosten.
Waar stond de ander
Daar komt bij dat in Den Haag in oorlogstijd weinig mensen onvoorwaardelijk te vertrouwen zijn. ‘Tegenwoordig duikt steevast één dringende vraag op: waar staat de ander? Aan de kant van de Nieuwe Orde? Of juist niet?’ Er zijn gematigde Duitsers, maar ook fanatieke nazi’s, er zijn betrouwbare Nederlanders, maar ook heel veel NSB’ers en elk verkeerd woord kan je in deze tijd fataal worden. Zwijgen en een oogje dichtknijpen is vaak de veiligste weg. Zoals commissaris Kempe van Veen doet: ‘Indien nodig teken ik de noodzakelijke orders’. ‘Kempe van Veen zei het met overtuiging. Van een veilige afstand gewicht in de schaal gooien, dat deed hij graag. Als het kon.’
Hart op de juiste plaats
Behoedzaam manoeuvreert Swieninck tussen dit alles door. Op het eerste gezicht is hij een norse en een zelfs behoorlijk meedogenloze politieman. Maar wie iets dieper kijkt, ziet dat hij het hart op de juiste plaats heeft en dat onrecht hem wel degelijk aan het hart gaat.
Voor liefhebbers van Den Haag zijn de beschrijvingen die Kuipers geeft, over straten en gebouwen die er niet meer zijn of die een geheel nieuwe functie gekregen hebben, een genot. Kuipers heeft echt tot in de kleinste details onderzoek gedaan om de achtergrond van zijn verhaal helemaal correct te krijgen.
Daarmee is De man in Westerbork een thriller die ook geschiedenisliefhebbers zal aanspreken.
Sonja de Jong
John Kuipers – De man in Westerbork, Cargo, ISBN 978 94 031 32 38 9, 346 pagina’s, € 22,99, november 2024