Blauwe achten - Kim Pauwels
Een meisje dat langzaam verdwijnt
Overtuigend prozadebuut van Kim Pauwels
De achtjarige Esmée is een meisje dat heel veel nadenkt. En ze heeft ook véél om over na te denken. Waarom haar moeder dagenlang in bed blijft liggen en aanhoudend rookt en dan opeens weer verdwijnt naar het café en stomdronken thuiskomt. En of wat haar vader doet nu wel of niet normaal is. Veel is er wat ze niet begrijpt en daarom tekent ze in haar dagboek blauwe achten: achten zijn oneindig. Ik gebruik ze als het te moeilijk of te groot is om in mijn hersenen te passen.
Over de auteur
De Vlaamse Kim Pauwels (1983) studeerde Romaanse filologie en cultuurmanagement en geeft naar eigen zeggen haar liefde voor taal door in een baan als leerkracht. Zij publiceerde gedichten in diverse poëziebloemlezingen en haar eigen dichtbundel Tweelingstrijd (2017) en maakt deel uit van het team van Klimaatdichters die ecologisch verzet via de poëzie bepleiten. Blauwe achten is haar prozadebuut.
Talig
Trefzeker weet Pauwels de kleine Esmée in taal tot leven te wekken. Het is een slim en talig kind, voor alles verzint zij een passend woord. Zoals ‘nachtend’, het moment tussen nacht en ochtend. Ze heeft het thuis niet makkelijk. Haar ouders zijn, na vele voor Esmée raadselachtige ruzies en een al dan niet opzettelijk mislukte zelfmoordpoging van haar moeder, uit elkaar gegaan. Nu woont zij met haar zus en moeder in een lege flat, met als enige meubilair drie matrassen en twee barkrukken. Eten is er alleen als moeder eraan denkt om geld te geven voor pizza’s of patat.
Plaatjes
Esmée lost het op door uit reclamefolders plaatjes van meubels, speelgoed en eten te knippen en die met plakband overal op te hangen. Als moeder het ziet, wordt het meisje in het opberghok opgesloten.
Pas vele weken na de scheiding mag zij haar vader weer zien. Die woont inmiddels in een groot huis met tuin, samen met zijn nieuwe, veel jongere vriendin Martine. Hij is hartelijk, doet regelmatig leuke dingen met zijn kinderen, neemt ze mee op vakantie. Maar waarom komt hij altijd de badkamer in als Esmée zich wast? En waarom wil hij samen met haar in bad en dan het spelletje met de zeeslang spelen, de slang die zomaar groeit en op Esmée afkomt waarna zij hem met kleine duwtjes opzij moet duwen?
Lijst
In haar dagboek stelt ze een lijst op met moeizaam bij elkaar gezochte redenen waarom zij toch echt wel houdt van haar moeder, na verloop van tijd alleen nog aangeduid als m. ’om haar kleiner te maken’ en nog later, als moeder in een dronken bui gedreigd heeft van het balkon te springen de vogel. Het is een hartverscheurend lijstje dat steeds langer, maar ook wanhopiger wordt.
In het tweede deel van de roman is Esmée inmiddels 15 jaar. Haar zes jaar oudere zus is er nooit, die heeft met succes haar eigen leven opgebouwd en blijft verre van haar vader en moeder. Esmée wil alleen nog maar verdwijnen en gaat steeds minder eten. Om dit te verbergen, moet zij zoveel mogelijk uit de buurt blijven van haar beste vriendin, kan ze niet praten met haar lievelingslerares, vereenzaamt ze en kwijnt ze weg.
Omtrekkende beweging
Met een zorgvuldig omtrekkende beweging weet Pauwels om de feiten heen te schrijven, ze niet te benoemen, maar alleen voelbaar te maken, trek zelf je conclusies maar als lezer. Over vader meldt ze alleen dat hij Esmées ontluikende schaamhaar opmerkt en haar in de badkamer instrueert hoe zij dat moet wegscheren. En hoe hij plompverloren tegen haar opmerkt ‘Martine wil me niet pijpen’. Of er meer dan dat gebeurd is en wat dan, doet er niet toe. Wat telt is de moordende beklemdheid die Esmée voelt als ze in zijn omgeving is. ‘Het maakt me boos dat alles zo netjes aan hem lijkt, dat hij alles kan verstoppen achter keurigheid en netheid.’
Mokerslag
Hoewel vooral in deel twee, als Esmee aan anorexia ten onder dreigt te gaan, het drama aan de oppervlakte komt, is het toch met name het ingehouden eerste deel van het boek dat je als een mokerslag treft. Terwijl haar zus Nel - door afstand te nemen en zich nergens iets van aan te trekken - zich wel redt, denkt de vroegwijze Esmée overal over na. Op de dag dat zij haar moeder, slechts gekleed in een roze onderbroek, vindt in de badkamer waar ze tussen kots en lege medicijndoosjes ligt, vertrapt Esmée haar roze krijtje en besluit nooit meer van roze te houden. En als moeder haar opsluit in het berghok nadat ze plaatjes op de muren geplakt had, besluit ze om vanaf dan ‘de leegte nooit meer op te vullen, maar te omarmen’.
Het zijn zaken die een achtjarig meisje in het echt wellicht niet zo goed onder woorden kan brengen. Maar het gevoel erachter weet Pauwels heel overtuigend over te brengen.
Sonja de Jong
Kim Pauwels – Blauwe achten, 329 pagina’s, uitgeverij Borgerhoff & Lamberigts, ISBN 978 94 6477817 5, € 22,99. april 2024