Biecht aan mijn vrouw - Pieter Waterdrinker
Roman die het verdient om te (her)lezen als de corona-stilte echt tot het verleden behoort
Biecht aan mijn vrouw is een typische Waterdrinker, maar mist het venijn van zijn eerdere werk. Pas als de pandemie echt tot onze geschiedenis behoort, zal blijken of deze Waterdrinker-light ons iets over onszelf leert. Tot die tijd leest het als een vermakelijke terugblik op een periode van lockdowns en verveling.
Als Julia, de vrouw van Pieter Waterdrinker, het ziekenhuis verlaat waar ze ten onrechte als coronapatiënt werd opgesloten, is de maat vol. Ze verlaten hun appartement in Sint-Petersburg en strijken neer in de woning van zijn broer in de Tarn in Zuid-Frankrijk.
Deze in het boek niet nader beschreven plek blijft (voorlopig) de thuisbasis van Julia, terwijl Pieter zijn intrek neemt in de Schrijversresidentie, een appartement aan het Spui in Amsterdam, hem door het Letterenfonds ter beschikking gesteld.
Omdat de winkels, cafés en restaurants door het strenge Nederlandse lockdown-beleid gesloten zijn, heeft hij eigenlijk niets omhanden. Zijn contactpersoon van het Letterenfonds probeert hem met zachte hand tot literaire arbeid aan te zetten, maar in plaats daarvan laat hij zich door de stilte afleiden. Die stilte wordt al snel onderbroken door Jeva Harms, een jonge vrouw die met haar ex-vriendje Winston Wow eerder het appartement aan het Spui bewoonde. Gelukkig wordt zij niet de reden voor de biecht waaraan de titel van het boek refereert, maar zorgt haar onregelmatig verschijnen en verdwijnen tot de broodnodige variatie in het anders monotone wereldje van de schrijver in retraite.
Na Jeva verschijnt nog een echt Waterdrinker-karakter ten tonele: Jeugdvriend Onno Brons, in ieder geval wat Onno betreft. Hij belichaamt alles waar Waterdrinker zich tegen afzet: het zielloos najagen van geld, succes zonder intellectuele arbeid en proleterig gedrag in het algemeen. De levens van Onno, Jeva en Pieter blijken zich anders tot elkaar te verhouden dan je in eerste instantie zou verwachten. We moeten tenslotte naar een biecht toewerken zou je denken? Wat die biecht behelst, dat blijft lang de vraag.
Maar dat doet er misschien wel niet toe. Want terwijl het langzaam duidelijk wordt, wat Onno, Jeva en Pieter bij elkaar brengt, wordt het Waterdrinker-universum in volle breedte gepresenteerd: “Leesclubman” Ernst Gladpootje, de organisator van een boekpresentatie van hoog surrealistisch karakter, maar ook Pieters chef bij de Telegraaf en de besloten club Soho House komen er niet goed van af. En dat is maar goed ook. Want Biecht aan mijn vrouw leest niet als een whodunnit, het is geen pageturner, om maar twee Engelse termen te gebruiken.
Voor iedereen die nog niets van hem heeft gelezen is het een aardige kennismaking met het werk van Waterdrinker, wel met de belofte dat zijn eerdere boeken nog meer tot de verbeelding zullen spreken.
Maar desondanks: Biecht aan mijn vrouw zou over een aantal jaren zomaar eens de post-corona prelude kunnen zijn op een nieuwe, grote, Waterdrinker.
Gijs Reudink
De auteur
Pieter Waterdrinker (1961) is schrijver en journalist. Hij groeide op in het hotel van zijn familie in Zandvoort. Hij verhuisde in 1996 naar Rusland. Sinds 1998 verscheen een groot aantal romans en autobiografische boeken van zijn hand. Daarnaast heeft hij jarenlang als correspondent verslag gedaan van het leven in Rusland en schreef hij voor onder andere De Telegraaf, de Vara-Gids, De Volkskrant en Vrij Nederland. Voor NPO2 maakte hij de documentaireserie Rusland en de MH17.
Pieter Waterdrinker: Biecht aan mijn vrouw. - Uitgeverij Nijgh & Van Ditmar, Amsterdam. 2022. - ISBN 978 90 388 113 76, 299 blz. gebonden, € 23,99.