Beneden de wind – Herinneringen aan Curaçao - J. van de Walle
Stil mijmeren over gebeurtenissen en personen
Uitstekend beeld van wat zich in de dertiger en veertiger jaren afspeelt op Curaçao
In 1935 vertrok de 22-jarige J. van de Walle naar Curaçao om daar redacteur te worden van een krant met de misleidende naam Beurs- en Nieuwsberichten. Nu, inmiddels uiteraard een stuk ouder geworden, schreef hij zijn herinneringen aan de dertiger en veertiger jaren op onder de titel Beneden de Wind. Van de Walle schrijft niet of nauwelijks over zijn privéleven, maar legt zich erop toe een beschrijving te geven van de personen en gebeurtenissen die in het politieke en culturele leven van Curaçao een rol speelden.
Als buitenstaander kun je je daarbij niet onttrekken aan de indruk dat Van de Walle behoort tot het 'type Koch', de man die in dezelfde periode in Indonesië het blad Kritiek en Opbouw redigeerde: erudiet, mild, humanitair, geneigd tot lange principiële discussies met collega -intellectuelen, geneigd tot stil mijmeren over schoonheid van het land en zijn bevolking. Kortom, een tikje elitair, zij het met de allerbeste bedoelingen en zonder hooghartigheid. Land en volk treden in deze memoires dan ook alleen als decor op. Het gaat over de prinsen van de samenleving, die door Van de Walle ook altijd in hoofse termen beschreven worden:
'In het jaar 1923 werd Curaçao verontrust door een conflict in de haven. Er brak een bootwerkersstaking uit en aan het einde van dit conflict werd de hoofdagent van de Koninklijke Scheepvaart Maatschappij, de heer Menkman, slachtoffer van geweld. Dit nam niet weg dat juist hij als geen ander levenslang een ongeneeslijke liefde voor Curaçao behield en over het eiland vele belangwekkende, vooral historisch georiënteerde artikelen en boeken heeft geschreven. Tijdens dit conflict trad de sociaal bewogen jonge onderwijzer die Sprockel was naar voren, en sedertdien bleef hij als lid van de Koloniale Raad een op de voorgrond tredende rol vervullen. Hij genoot door zijn welbespraaktheid, zijn gevoel voor rust en orde, in brede kring grote waardering. (...) Gomez was anders. Levendiger, larmoyanter en bovenal op uiterst natuurlijke wijze briljanter dan de mensen in zijn omgeving.'
Keurig nette beschrijvingen, maar nóch het conflict nóch de drie personages komen tot leven in dit verstilde verslag van een 'verontrustende' gebeurtenis. Natuurlijk is dit geen bewijs, want het betrof hier een conflict dat vóór Van de Walles tijd gebeurd was, maar ook de rest van het boek is arm aan levensechte beschrijvingen en anekdotes. Dat klinkt allemaal wat negatief, maar zo is het niet bedoeld. Want als je je ermee verzoent dat het hier gaat om een historisch essay (al suggereert Van de Walle in zijn inleiding dat het om nostalgische herinneringen gaat), dan laat het boek zich uitstekend lezen en geeft het een buitenstaander als ik toch een beeld van wat zich in die jaren zoals in Curaçao afspeelde.
Hans Vervoort
(recensie in Vrij Nederland op 11 mei 1974)
De auteur
J. van de Walle (Den Haag 1912-’s-Hertogenbosch 2000) was een Nederlands schrijver, journalist en radiomaker. Hij publiceerde zijn werk altijd onder de naam J. van de Walle. Hij schreef een aantal historische romans, met name over het leven in de Cariben en Latijns-Amerika. O.a. De slavernijopstand (1996), De muggen van San Antonio (1961) en Een vlek op de rug (1963) worden beschouwd als zijn beste werken. Een vlek op de rug verscheen aanvankelijk bij P.N. van Kampen en daarna als Salamander bij Querido. In september 2001 kwam het als deel 5 uit in de reeks Surinaamse Klassieken met een nawoord van Cynthia Mc Leod bij uitgeverij Conserve. Van de Walle publiceerde in 1975 het boek Een oog boven Paramaribo – Herinneringen. In 1993 verscheen bij Aldus Uitgevers/De Prom zijn Romans en Verhalen, waarin zijn verhalend proza is gebundeld. Behalve de eerder genoemde titels, bevat de bundel Achter de spiegel (1958), De overtocht en Wachtend op de dag van morgen (1959) en een nawoord van Michiel van Kempen.
J. van de Walle – Beneden de wind – Herinneringen aan Curaçao, uitgeverij Querido, 1975