Augustus - J.D. Barker
Het leven van Jack en Stella leest als een rollercoaster die niet stopt
Wie dit meeslepende boek leest is bijna een week onder de pannen
John Edward Jack Thatch, zoals zijn vriendinnetje Stella hem jaarlijks noemt, als ze de begraafplaats van Pittsburgh bezoekt, is een leergierige jongen die bij zijn tante Jo woont nadat zijn ouders zijn overleden. Dat gebeurt na een aanrijding door een witte SUV toen Jack nog maar vier jaar oud was. Jo is de zus van zijn moeder die al enigszins de jaren voelt als ze werkt als serveerster in Krendal’s Diner. Jack is dus veel alleen thuis, maar leeft op als ze jaarlijks het graf van zijn ouders bezoeken, want elk jaar hoopt hij daar Stella aan te treffen die steeds met meer witte SUV’s vergezeld wordt. Maar haar begeleidster Ms. Latrese Oliver bezweert Jack dat hij haar nooit zal krijgen. ‘Hoe hevig je ook naar haar verlangt dat je zelfs voor een raceauto zou stappen om haar te kunnen aanraken, haar warmte bij jouw lichaam te voelen. Niemand van jullie is goed genoeg voor onze Stella, en het maakt me misselijk te denken dat ze zelfs met jou zou praten, laat staan…’ Stella’s advies om Grote verwachtingen van Charles Dickens te lezen brengt Jack meteen in de praktijk. Kort daarop krijgt hij maandelijks een envelop via Preacher met 500 dollar met de naam Pip op de envelop, hoofdpersoon uit het boek van Dickens. Komt deze van Stella?
Pip
Maar de volgende keer dat hij Stella weer ontmoet op de bank, zegt hij het geld niet nodig te hebben: ‘Omdat op de envelop Pip staat, weet ik dat het van jou komt. Maar tante Jo en ik, we redden ons wel. We hebben jouw hulp niet nodig.’ Stella suggereert dat hij het geld dan weggeeft als hij het niet nodig heeft, maar dat is wel het geval, want tante Jo loopt vaak achter met de huur. Misschien heeft meneer Preacher de enveloppe wel neergelegd. Hij bezoekt hun flat vaak als ze er niet zijn, en ziet hoe ordelijk Jack zijn kamer bijhoudt.
Als Jack zijn bewustzijn verliest op de bank op de begraafplaats – hij krijgt een doek voor zijn neus en mond met iets van ether – wordt hij later wakker in een steegje. En leest een briefje met de tekst: ‘Dit heeft jouw vriendinnetje gedaan.’ Hij ziet een been steken uit een container en ziet een verbrand lichaam in niet verbrande kleren. Hij haalt een portefeuille tevoorschijn. Die blijkt van Andy Flack te zijn, oud 33 jaar, van beroep mijnwerker. De man hoest, zou hij niet echt dood zijn? Jack schrikt zich wezenloos en vlucht naar huis. In de krant staat dat het – nu echt – dode lichaam is ontdekt door de 43-jarige Orville Clemens. De politie zoekt getuigen die meer weten. Hij heeft de portefeuille niet terug gestopt omdat hij opeens leek te leven, constateert zijn vriend Dunk. Maar dan wordt een id-kaart door rechercheur Faustino Brier gevonden waarop Jacks vingerafdrukken staan. Die jongen is nog een (wees)kind, die kan toch onmogelijk iets met deze zaak te maken hebben?
Over de auteur
J.D. Barker (Illinois, VS, 1971) brak internationaal door met Horen, zien, zwijgen – het eerste deel in de bestsellertrilogie over rechercheur Sam Porter. Zijn stijl wordt vaak vergeleken met die van Stephen King. Thrillerlegende James Patterson is dusdanig van Barkers werk onder de indruk dat hij hem uitnodigde naast zijn eigen werk ook samen thrillers te schrijven. Barker woont in Amerika met zijn gezin.
Zestien doden
Faustino Brier en zijn collega Joy Fogel bespreken in 1992 dat er inmiddels zestien doden zijn. Zou er vandaag op 8 augustus, de dag waarop de moorden zijn gepleegd sinds 1978, weer iets gebeuren? De meeste lichamen lijken tekenen te vertonen van zelfontbranding. Het merkwaardige is dat hun kleding ongeschonden is. Drie lichamen worden er in 1978 gevonden, een kan geïdentificeerd worden: Calvin Gurney, 24 jaar oud, door een plaat die hij op in zijn hoofd had, is in ’75 teruggekeerd uit Vietnam. De andere twee blijven onbekend. Net als in 1979, 1980 en 1981. Bij Andrew Olin Flack uit Bethel Park, die vijf jaar geleden is vermoord, vinden ze vingerafdrukken van Duncan Bellino, Dunk, het vriendje van Jack dat al in in drugs handelt. Wellicht weet hij iets. De schoenafdrukken, schoenmaat negentien, zijn ook van een kind. Misschien is de jonge Bellino wel bij de container geweest en heeft hij gezien hij wie Flack daar dumpte. Goed om achteraan te gaan. Zijn collega Joy zoekt oud-inspecteur Terrance Stack op om te horen wat hij nog weet over 1978. Hij vertelt over de overval op een huis. Een man en een vrouw zijn daarbij gedood. Het blijken de ouders van Stella te zijn. Op haar kamer liggen drie dode mannen, de tweejarige Stella is nergens te zien.
Rondleiding in huis Stella
Dezelfde dag 8 augustus is Jack bijna te laat om naar de bank te gaan doordat het steeds slechter gaat met zijn tante Jo, op wie Dunk heeft gepast toen hij in de diner werkte. Hij heeft geen tijd gehad om zich om te kleden als hij nog hijgend op een bankje zit. Ms. Oliver komt met haar witte SUV en vraagt hem in te stappen, dan krijgt hij een kap over zijn hoofd, en ziet de ondergaande zon als hij voor het huis van Stella uitstapt. Hij is ongewassen en stinkt aan alle kanten. Hij ziet er niet uit als zij hem in een mooie zwarte jurk rondleidt door het huis en later de tuin, waarbij ze overal gevolgd worden door bewakers in witte lange jassen. Stella vertelt hem hoe haar ouder stierven bij een overval en haar moeder door twee mannen verkracht is voor ze is gedood. Daarna wil ze hem nog iets anders laten zien… Een zwembad, waar ze met bh en slipje aan in springt. Dan doet ook jack zijn kleren uit op zijn onderbroek na en springt het water in, ook al kan hij niet zwemmen. Als Stella daarna het zwembad uitgaat, volgt hij haar en krijgt schone kleren aan. Dan ziet hij op een scherm hoe ze in een kamer met de bandiet Raymond Visconti praat. Als ze hem aait op zijn wang ontstaat er een zwarte vlek van vijf centimeter. Ze kan makkelijk voor hem werken, zegt hij – hij zit ten slotte in de prostitutie, zo mooi als ze is, ze kan haar badjas wel uitdoen. Ze vertelt hem over de twintig vrouwen die hij dood heeft laten gaan in kisten op een containerschip richting de VS. Als Stella’s vingers de zijne voelen, worden zijn vingers en de rug van zijn hand zwart. Zijn mond maakt stuiptrekkingen. Zijn borstkas danst amechtig op en neer, naar lucht happend. De man vraagt Stella huilend om te stoppen. Ze drukt haar lippen op de zijne en trekt hem naar zich toe om de kus kracht bij te zetten. Een vrouw, een van de bewakers slaat met de loop van een geweer tegen Jacks hoofd. Het wordt zwart voor zijn ogen.
Tante Jo overleden
Jack wordt wakker op de gang van zijn flat, waar huismeester De Triano over hem heen staat gebogen en zich afvraagt of hij te veel had gedronken. De volgende dag wordt het lichaam van Visconti gevonden in een steeg. In de flat van Tante Jo hebben Dunk en zijn maatjes gepast op haar. Jack gaat voor het eerst echt naar bed met zijn collega Gerdy McCowen. Dan is er triest nieuws: er is weinig van Tante Jo overgebleven en ze sterft kort daarop op een middag op 23 april 1993 om 14.37 uur. De begrafenis wordt door honderden mensen bezocht. Bijna heel Brentwood is uitgelopen. Gerdy heeft een lange zwarte jurk aan, met zwarte hoed en zwarte handschoenen. Ook Dunk heeft een donker pak aan, en meneer Krendal is er ook. Deze dag heeft hij de diner gesloten. Jo komt naast Jacks vader te liggen met zijn moeder als buffer ertussenin. Alle mensen komen mee naar zijn huis. Hij blijft achter op de rand van Jo’s ziekenhuisbed bij het raam en zijn oog valt op een pakje Marlboro 100’s, weggestopt tussen het bedframe en het matras. Dan komen de tranen. Jo is niet de laatste dode van 1993. Hij wordt dat jaar zeventien en een jaar later in 1994 achttien.
22 mensen komen om
Preacher heeft Stella’s huis bestookt met kogels en granaten. 22 mensen komen daarbij om, inclusief inspecteur Faustino Brier. Jack weet het huis te bereiken en zoekt Stella, maar ze is weg en heeft daarvoor een afscheidsbrief voor hem geschreven. De beginletters van de laatste regels maken (opnieuw) de woorden: ‘Help me’. Maar Jack heeft geen idee waar hij moet zoeken. Als hij vergetelheid zoekt bij de fles, dwingt advocaat Dewitt Mateo, die hem een nalatenschap van tante Jo voorspiegelt van drie miljoen dollar (ongelooflijk) om weer naar school te gaan. Moeiteloos haalt hij het middelbare schoolexamen met Willy die op verzoek van Matteo op hem moet letten. Samen gaan ze naar Penn State University. Als hij drie maanden leeft als braaf student zonder alcohol, krijgt hij een briefje van Mateo’s assistente Tess, die een briefje stuurt dat hij op zijn achttiende een doos krijgt van zijn overleden vader en ze noemt een nummer, maar dat is van zijn grafperceel. In zijn oude Honda rijdt hij terug naar Pittsburgh en opent het graf. Zijn vader ligt er niet in, maar wel de doos met het boek van Dickens en een jaarboek van Penn State met daarin de klas van 1979. Waarin namen staan als Richard Nettleton en Emma Tackett, de ouders van Stella. Op de een na laatste pagina staat Jacks vader Edward Thatch. Ook ziet hij zijn moeder in het boek: Kaitlyn Gargery. Eveneens Keith Pickford en Jacqelyn Brece. Studiebegeleider is Elfrieda Leech. Zij is bezocht door David Pickford, een mooie man en zoon van Keith en Jacquelyn Pickford. David vertelt Elfrieda dat ze niet langer nodig is om ‘de jongen’ (Jack) in de gaten te houden. En als ze weggaan, moet ze drie uur wachten, ’het pistool pakken en in haar mond stoppen, lekker diep en dan de trekker overhalen’. Dat doet ze als Jack haar bezoekt om iets te vragen over de mensen in het jaarboek van Penn State. Als ze dood van het bed is gevallen op de vloer, loopt hij snel achteruit de kamer uit en sluit de deur zo vlug als hij kan. Terug in zijn flat, die hij heeft aangehouden, ziet hij op zijn rugzak een fles Jameson-whisky met een briefje ernaast: ‘Welkom op het feestje Jack! Proost met me – David’. Hij schroeft de dop eraf in zijn auto en neemt een slok. Zo snel als hij kan rijdt hij met zijn Honda op de I-79, verwisselt zijn vuile kleren bij een pompstation, trekt schone kleren aan en propt zijn vieze kleren in de afvalbak, haalt de vuilniszak eruit en dumpt die in de vuilcontainer op de hoek van de parkeerplaats, rijdt terug de snelweg op en let deze keer op zijn snelheid.
Rollercoaster
Het boek blijft een rollercoaster. Eindelijk heeft hij Stella gevonden in een nachtclub waar ze halfnaakt danst. Ze rijdt mee met de eigenaar, wat eindigt in zijn dood. Jack is erbij, die hem steekt met zijn mes. Samen rijden ze de BMW met de dode bestuurder in een meer. In de buurt is ook inspecteur Joy Fogel die nog zoveel vakantiedagen heeft en besluit Jack te volgen in overleg met de gepensioneerde inspecteur Stack. Jack zorgt ervoor dat ze wordt aangehouden, ze heeft door hem extra veel gedronken en is in het bezit van een wapen, wat in Nevada verboden is. Uiteindelijk vluchten Stella en hij met bij een ziekenhuis geleende Mercedes naar Californië waar zich volgens Dunk Cammie Brotherton, ook een studente van Penn State, ondergedoken is onder een andere naam. Ze weten niet dat ze gevolgd worden door Ms. Oliver en David Pickford, die reizen met een privéjet. Cammie is niet aanwezig al is de kalender tot vandaag bijgehouden, ze moet dus een paar uur geleden gevlucht zijn. Wel vinden ze heerlijke hotdogs en wit brood zodat ze eindelijk van een vorstelijke maaltijd kunnen genieten en ook wat kleren kunnen wassen in een echte wasmachine. De avond wordt afgesloten met een vrijpartij waarbij beiden handschoenen hanteren bij het bereiken van de erogene zones zodat Stella hem geen schade toebrengt. Nu kunnen ze er nog van genieten.
Steekspel
Als ze ontdekken dat Jacks vader nog in leven is en op een eiland buiten Seattle woont, rijden Stella en Jack daarnaartoe en vinden er Cammie en haar dochtertje Darby, ook Preacher voegt zich bij hen. Als ze horen dat David Pritchards Charterorganisatie – zij waren de mannen en vrouwen in het wit met witte busjes, auto’s en vrachtwagens – hen gaat achtervolgen, heeft Jacks vader een watervliegtuig waarmee ze naar Dakota vliegen, net op tijd voor de achtervolgers. Vandaaruit naar Pittsburgh waar ze in een vervallen fabriek Dunk vinden met zijn bende, bestaande uit meer dan 100 mensen. Ze worden daar bijna overmeesterd door David Pritchards mannen en vrouwen in het wit die met aangestoken kaarsen naar het gebouw lopen. Er ontstaat een steekspel tussen de beide partijen. Stella is al dagen over tijd om iemand te doden. Houdt ze het nog lang vol? Dunk blijkt een kind te zijn van een van de mensen die bij Penn State heeft gestudeerd en laat zich als een lammetje leiden door David Pritchard die op een meesterlijke manier mensen kan intimideren en ze dingen laat doen die ze zelf nooit verzonnen zouden hebben. Het slot is dermate complex, dat ik dat niet uit de doeken zal doen en overlaat aan de lezer. Het is één lange rollercoaster die niet stopt en je tot de laatste pagina bezighoudt. En eigenlijk wil je geen afscheid nemen van Jack en Stella.
Hoe kan iemand zulke dodelijke gaven hebben als Stella en hoe dapper is het van Jack om haar zo dichtbij te blijven volgen? Want hij loopt het risico door haar ‘besmet’ te worden met haar dodelijke aanrakingen. Ondanks dat blijft hij dapper volgen, zal dat ook nog tegen het einde van het boek zo zijn?
J.D. Barker – Augustus (de originele uitgave heet She Has a Broken Thing Where Her Heart Should Be bij Recorded Books) is uit het Engels vertaald door Joost van der Meer en William Oostendorp, 671 pagina’s, ISBN 978 90 225 9640 1, uitgeverij Boekerij, € 15,99, juli 2023